Diagnostisch onderzoek
Hoofdstuk 1
Intelligentiemeting: achterliggende theorie en modelvorming
Wat is een psychologische test?
‘Een psychologische test is een systematisch onderzoek van gedrag met behulp van speciaal
geselecteerde vragen of opgaven, met de bedoeling inzicht te krijgen in een psychologisch
kenmerk van de onderzochte in vergelijking met anderen.’
Doel van een testafname is over het algemeen te komen tot een beschrijving of uitspraak
over een individu die gerelateerd is aan een of meer doelen van de diagnostiek: classificatie,
voorspelling of beschrijving.
Inter-individuele vergelijking prestaties van een test door een individu vergelijken met
gemiddelde prestatie van anderen.
Intra-individuele vergelijking prestaties van een individu vergelijken met eerder behaalde
prestaties door datzelfde individu.
Een goede test voldoet aan een aantal voorwaarden:
- Het is een gestandaardiseerd instrument.
- De test is betrouwbaar.
- De test heeft goede normen.
- De test is efficiënt.
- De test is valide.
- De test is objectief.
Historie intelligentietest
Binet
Alfred Binet wordt gezien als de vader en uitvinder van de eerste praktisch te gebruiken
intelligentietest. De Binet-Simon Intelligentie Schaal had dertig opgaven en de instructie
werd gegeven in de vorm van een spel. Het doel was om kinderen zonder mentale beperking
te kunnen onderscheiden van kinderen met deze beperking.
Intelligentie (Resing en Drenth (2007))
‘Een complex conglomeraat van psychologische processen en vaardigheden, waarbij
processen als het je aanpassen aan de omgeving (adaptie) maar ook de aanpassing van de
omgeving aan jezelf, bijvoorbeeld door de keuze van vrienden die bij jouw cognitieve niveau
passen (vorming en selectie van de omgeving) gedurende de levensloop een rol spelen.’
Een belangrijke impuls voor de ontwikkeling van psychologische tests was het uitbreken van
de eerste wereldoorlog. Er werden testen ontwikkeld voor de selectie van grote groepen
potentiële rekruten.
Army Alpha schriftelijke test voor personen die Engels konden lezen en begrijpen.
Army Beta niet-verbale test, waarbij de goede antwoorden (plaatjes) konden worden
aangekruist.
,David Wechsler maakte de Wechsler-Bellevue Intelligence Form I (1939), gevolgd door de
Wechsler-Bellevue Intelligence Scale, Form II (1946). De inhoud ervan was geïnspireerd op
de Binet-schalen en de beide Army tests.
Intelligentiemodellen: voorlopers
Spearman
Al honderd jaar geleden stelde Spearman dat aan intelligentie twee soorten factoren ten
grondslag liggen: enerzijds de g-factor, een algemene intelligentiefactor, en anderzijds een
scala aan specifieke (s) intelligentiefactoren die specifiek zijn voor een bepaalde test of
subtest. Deze specifieke factoren representeren volgens hem de verscheidenheid aan
specifieke cognitieve processen die nodig zijn om specifieke taken of problemen op te
lossen, terwijl de algemene factor staat voor de algemene mentale energie of de cognitieve
architectuur van het menselijk denken. Een probleem in Spearmans theorie is echter dat de
zogenoemde ‘groepsfactoren’ (brede factoren die als groep iets gemeenschappelijks meten
maar met andere tests of testonderdelen niet of nauwelijks verband houden) geen plaats
hebben in dit tweefactormodel.
Thurstone: Primary Mental Abilities
Thurstone gebruikte factoranalystische methoden om het bestaan van gropesfactoren in
plaats van een enkele g-factor aan te tonen. Volgens hem diende de g-factor vervangen te
worden door een aantal onafhankelijke brede groepsfactoren (Primary Mental Abilities).
Guilford
Guilford ontwierp de bekende Guilford-kubus, waarin hij 120 deelfactoren onderbracht. Elke
factor wordt gekenmerkt door drie dimensies: operatie, dat wil zeggen de uit te voeren
cognitieve activiteit; inhoud, dat wil zeggen het materiaal waaruit de taak is opgebouwd,
zoals plaatjes en woorden; en product, dat wil zeggen de vorm waarin de informatie is
gegoten (eenheden, relaties etc.).
Vernon
Vernon postuleerde een hiërarchische intelligentiemodel met een g-factor aan de top,
daaronder een tweetal grote groepsfactoren, gevolgd door kleinere groepsfactoren en aan
de brede basis specifieke intelligentiefactoren. Dit model vormt de ruwe basis van de huidige
hiërarchische modellen en theorieën over intelligentie.
Huidige intelligentiemodellen vanuit een psychometrisch perspectief
Cattell
Cattell omschreef intelligentie in termen van twee belangrijke factoren: fluïde en
gekristalliseerde intelligentie
Fluïde intelligentie (on the spot problem-solving) een maat voor de flexibiliteit in denken
en het vermogen om abstract te redeneren.
Gekristalliseerde intelligentie een maat voor de accumulatie van kennis en vaardigheden
die gedurende de levensloop worden opgedaan en toegepast.
, Horn
Horn en Cattell verbreedden het Gf-Gc-intelligentiemodel met een aantal factoren
waaronder Visualisatie, Kwantitatieve kennis, Snelheid van denken, Langetermijngeheugen
en Opslag. Het aantal factoren bleef maar groeien, waarbij er later ook onderscheid werd
gemaakt in Stratum II- (de hogere-ordevaardigheden) en Stratum I-factoren (specifieke
cognitieve vaardigheden.
Carrolls 3-stratumtheorie
Op het derde niveau staat de algemene intelligentiefactor (g); op het tweede niveau staan
acht brede intelligentiefactoren; en op het eerste niveau de (meer dan zeventig) meest
specifieke intelligentiefactoren. De afstand tussen de g-factor en de acht brede
intelligentiefactoren weerspiegelt de sterkte van het verband.
Cattell-Horn-Carrolls CHC-model van intelligentie
Carroll en Cattell-Horns modellen verschilden op de volgende aspecten:
- Wel of geen algemene factor (stratum III).
- Het aantal hogere-ordevaardigheden.
- Het aantal specifieke factoren en hun positie in het model.
Beschrijving van het CHC-model
De tweede-orde- en eerste-ordevaardigheden zijn centraal onderdeel van het CHC-model.
Mensen tonen individuele verschillen in de mate waarin zij de hogere-ordevaardigheden
beheersen, en deze individuele verschillen zijn zichtbaar wanneer bij hen een
intelligentietest of een neurologische testbatterij wordt afgenomen.
Intelligentiemodellen vanuit een cognitieve of systeembenadering
PASS: Planning, Attentie, Simultaan en Successief
Het PASS-model is ontwikkeld vanuit de opvatting dat intelligentietests gebaseerd zouden
moeten zijn op een onderliggend theoretisch model en dat de tests niet louter het
eindproduct van de testafname moeten rapporteren, maar ook maten dienen te genereren
die meer refereren aan het proces waarlangs taken worden opgelost.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 2003lottevandenberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,24. Je zit daarna nergens aan vast.