1
a - 1585: stichting van de eerste Engelse kolonie in Amerika op Roanoke
- 1633: Britse afschaffing van de slavernij
b 1 uitvalsbasis om Spanjaarden te bestrijden, 2 vestiging
c - Ze vonden dat de kerkhervorming in Engeland niet ver genoeg ging.
- 1620
- een nieuwe samenleving stichten (volgens de ideeën van het strenge protestantse
calvinisme)
2
Bijvoorbeeld:
- In de noordelijke koloniën vestigden zich veel Europeanen die gingen leven van landbouw,
nijverheid en handel.
- In de zuidelijke koloniën vestigden zich minder Europeanen, die gingen leven van
plantages waar producten zoals tabak en katoen voor de export werden verbouwd.
3
Bijvoorbeeld:
a De Portugezen en Spanjaarden begonnen met ontdekkingsreizen en kolonisatie buiten
Europa, maar de Engelsen volgden snel: ontdekking van Newfoundland (1497) en eerste
kolonie op Roanoke (1585).
b In de 16e eeuw hadden protestanten zich afgescheiden van de rooms-katholieke kerk. In
Engeland had de koning de kerk losgemaakt van de rooms-katholieke kerk, maar Engelse
calvinisten vonden dat deze kerkhervorming niet ver genoeg ging. In 1620 ging een deel van
hen naar Amerika, waar ze in de kolonie New England een streng calvinistische samenleving
stichtten.
c De handel in de koloniën had te maken met de groeiende wereldwijde handelscontacten
(zoals tabak van Amerika naar Europa). Het transport van producten over zee werd verzorgd
door handelskapitalistische compagnieën (zoals de WIC). Hun handelscontacten vormden
het begin van de wereldeconomie.
4
Bijvoorbeeld:
a Er waren eerst vreedzame handelscontacten, maar al snel ontstonden bloedige oorlogen
en moordpartijen.
b Indianen hadden geen weerstand tegen ziekten, die Europeanen hadden meegenomen.
Daardoor werden de indianen teruggedrongen en gedecimeerd.
5 Bijvoorbeeld: De indianen keurden de komst van Penn en de andere Europeanen goed.
,7
a Barbados, Jamaica
b Het waren winstgevende plantagekoloniën die vooral suiker produceerden.
8
Bijvoorbeeld:
a De driehoekshandel was de handel waarbij goederen van Europa naar Afrika worden
gebracht om daar slaven te kopen, die werden gebracht naar koloniën in Amerika, vanwaar
producten naar Europa werden gebracht.
b Naar de zuidelijke en Caribische koloniën werden veel Afrikaanse slaven gebracht om te
werken op de plantages. Plantageproducten gingen naar Europa.
c Naar de noordelijke koloniën werden minder slaven gebracht. De plantageproducten
werden ook in het noorden verkocht.
9
Bijvoorbeeld:
a De inheemse bevolking daalde snel in aantal in de eerste helft van de 17e eeuw als gevolg
van oorlogen en vooral door nieuwe, door Europeanen meegenomen ziekten.
b De bewoners met een Europese achtergrond groeiden gestaag in aantal vanaf omstreeks
1620 doordat steeds meer Europeanen een toekomst in de kolonie zagen.
- De bewoners met een Afrikaanse achtergrond groeiden langzaam in aantal, doordat ze op
beperkte schaal als slaaf werden ingezet. Er was minder behoefte aan hun inzet dan in de
18e eeuw.
10
Bijvoorbeeld:
De uitbouw van de Europese overheersing ging samen met de toename van het aantal
bewoners met een Europese achtergrond en leidde tot de afname van het aantal indianen.
De vorming van plantagekoloniën ging samen met de trans-Atlantische slavenhandel en
leidde tot de toename van het aantal bewoners met een Afrikaanse achtergrond.
11
Bijvoorbeeld:
a 1 Zij voelden geen band meer met het Britse rijk. 2 Zij hadden geen vertegenwoordiging in
het Britse parlement maar moesten wel belasting betalen aan de Britse overheid.
b - no taxation without representation
c - De Amerikanen riepen de onafhankelijke Verenigde staten van Amerika uit.
- In 1783 wonnen de Amerikanen van de Britten.
- Groot-Brittannië erkende de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten.
12
Bijvoorbeeld:
a de trias politica, het idee van volkssoevereiniteit en van natuurlijke rechten van ieder mens
b Amerikanen kwamen in aanraking met verlichte ideeën en dit had invloed op hun verzet
tegen de Britse overheid.
13
Bijvoorbeeld:
Om de Britten te vernederen en de overgave voor de Amerikanen nog belangrijker te maken.
14
Bijvoorbeeld:
a Barbados en Jamaica waren als eiland economisch afhankelijk van de voortdurende
aanvoer van slaven uit Afrika. Na de afschaffing van de slavernij moesten plantagehouders
, loon betalen en daardoor werd hun suiker te duur om te concurreren met Brazilië en Cuba,
waar de slavernij bleef voortbestaan.
b - De zuidelijke staten waren voor slavernij; de noordelijke staten waren ertegen.
- De zuidelijke staten hadden veel plantages die veel verdienden door de inzet van slaven. In
de noordelijke staten waren veel minder slaven.
15 Bijvoorbeeld:
a Het abolitionisme ontstond in verlichte (en christelijke) kringen.
b Volgens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring waren alle mensen ‘vrij en gelijk
geboren’ en volgens de grondwet hadden alle burgers gelijke rechten . Daarom schaften de
noordelijke staten vanaf de jaren 1770 de slavernij af. Deze staten zorgden ook voor de
afschaffing van de slavernij in de zuidelijke staten (na de burgeroorlog) in 1865.
c Onder invloed van het abolitionisme in de VS verbood de federale regering in 1807 de
import van slaven.
16
Bijvoorbeeld:
a - De afbeelding is niet bruikbaar wat betreft de leef- en werkomstandigheden van de
slaven, want de afbeelding is van enkele jaren na de afschaffing van de slavernij.
- De afbeelding is wel bruikbaar wat betreft het soort werk en de plaats waar dit werd
gedaan, want dat was nog hetzelfde.
b - beschrijvend: Welke groei maakte het aantal slaven in de VS door tussen 1790 en 1860?
- verklarend: Waardoor groeide het aantal slaven zo sterk in de 19e eeuw?
EINDOPDRACHTEN
17
Bijvoorbeeld:
- abolitionisme: beweging voor afschaffing van slavenhandel en slavernij
- Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring: tekst waarmee de dertien koloniën hun
onafhankelijkheid bekend maakten (1776)
- driehoekshandel: handel tussen Europa, Afrika en Amerika
- emancipatie: 1 toekenning van gelijke kansen en rechten, 2 afschaffing van slavernij
- natuurlijk recht: recht ontleend aan de natuur
- Pilgrim Fathers: groep Engelse calvinisten die in 1620 een kolonie stichtte in Amerika
- Royal African Company: Britse handelscompagnie actief in Afrika
- slaafgemaakte: slaaf
- trias politica: driemachtenleer
- vestigingskolonie: kolonie die wordt gebruikt voor permanente bewoning
- volkssoevereiniteit: het volk heeft het hoogste gezag
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bahra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.