Apgarscore
De apgarscore is een onderzoek ontwikkeld door dokter Virginia Apgar. Met dit
onderzoek wordt direct na de geboorte de algemene toestand of de conditie van een
pasgeboren baby gemeten. Het onderzoek wordt 1, 5 en 10 minuten na de geboorte
uitgevoerd.
A = activiteit – actieve beweging - reflexen
P = pols = hartslag – boven de 100 bpm
G = grimas – niezen, hoesten, trekken
A = appearance = uiterlijk – normaal over gehele lichaam en kleur lichaam
R = respiration = ademhaling – goed, huilen
Baarmoeder - uterus
Dient voor ontwikkeling embryo en bescherming van de foetus en voor uitdrijving van
kind.
Wanneer baby komt dan: harde buik, terugkerende weeen, breken van de vliezen
Babinski reflex
Een pathologische (afwijkende) voetzoolreflex wordt een reflex volgens
Babinski genoemd, vernoemd naar de Pools-Franse neuroloog Joseph Babinski.
Daarbij gaan de tenen, in het bijzonder de grote teen, naar boven (in hyperextensie).
De voetzoolreflex wordt in zijn geheel daarom ook weleens de voetzoolreflex volgens
Babinski genoemd.
Bevalling - partus
De bevalling is onder te verdelen in 3 fasen, namelijk de
Ontsluiting – ontsluitingsweeen. Tijdens dit tijdperk zal de baarmoedermond (cervix)
verstrijken, open gaan en weker worden.
Uitdrijving – persweeen – geboorte kind. Soms ontlasting, soms inknippen. Soms
gaan staan
Nageboorteperiode – geboorte placenta
Postplacentaire periode
Blastula
Morula wordt blaasje – blastula.
Borstontsteking (mastitis)
Is zeldzaam en meestal 2e week na bevalling. Er is sprake van klein wondje op
tepelkloof waardoor bacterie een infectie van de borst veroorzaakt. Vaak hoge koorts
en vrouw voelt zich ziek. Pijn en rode warme plek in de borst. Behandeling: goede
pijnstilling en goed leegdrinken door de baby. Bacterie wordt bestreden met
antibiotica.
1
,Borstvoeding - lactatie
Melkproductie oiv prolactine (hormoon dat zorgt voor de melkproductie in de
borsten). Eerste dagen Colustrum is de eerste moedermelk die je pasgeboren
baby binnenkrijgt na zijn geboorte. Het heeft een gelige kleur en is dikker dan
‘gewone’ moedermelk. De eerste dagen na de bevalling bestaat de volledige
borstvoeding uit colostrum. Na 2 tot 4 dagen gaat dit geleidelijk over in ‘rijpe’
moedermelk. De hoeveelheid en samenstelling van de melk verandert en past zich
aan de behoefte van je baby aan. Zo bevat deze steeds meer vet en lactose, wat je
kindje nodig heeft om aan te komen en te groeien. Het krachtige colostrum blijft de
eerste weken nog wel aanwezig in de moedermelk, maar in kleinere concentraties.
3e/4e dag: bloedstuwing.
Op de 3e dag na de bevalling gaat er veel bloed naar je borsten toe (melk wordt van
bloed gemaakt) en dat noemen we bloedstuwing. De borsten voelen vol en warm en
je ziet heel duidelijk de adertjes op je borsten blauw worden.
Op de 4e dag begint de melk te komen en raken je borsten vol met melk. De beste
remedie is heel vaak aanleggen. Hoe sneller de borsten geleegd worden hoe minder
de borsten vol kunnen raken. Belangrijk is wel dat de baby een goede
aanlegtechniek heeft en de borsten goed kan legen.
Je bent niet vruchtbaar tot 6 maanden bij borstvoeding als: alle voedingen
borstvoeding zijn, er niet meer dan 6 uur tussen zit, je geen bijvoeding geeft, je geen
bloedverlies hebt
Complicaties na bevalling:
Endometritis: altijd een infectie maar door pathogene bacterien, koorts boven
38,5, hoofdpijn, riekende lochia, versnelde pols. Dan wordt ergometrine
gegeven.
Urineweginfectie: (blaasontsteking): koorts, pijn bij plassen, pijn in
flanken.Dan wordt antibiotica gegeven.
Mastitis: is een ontsteking van de borst die gepaard kan gaan met een
infectie. Mastitis treedt in de meeste gevallen op tijdens de eerste zes weken
na de bevalling, maar kan ook op een ander moment tijdens de lactatieperiode
ontstaan. Mastitis kan onder ander worden veroorzaakt door het onvolledig
legen van de borst, stagnatie van de melk en ontstekingen. Verstopte
melkkanalen en gezwollen borsten kunnen ook mastitis tot gevolg hebben als
deze aandoeningen niet naar behoren worden behandeld. Gevolg: Rode
harde plek in 1 borst. Therapie: antibiotica, natte kompressen, abcesincisie,
borst goed laten leegdrinken, eventueel kolven en masseren.
Trombose: Bloedstolselvorming in de bloedvaten. Oorzaak: veranderde
stollingsfactoren, minder beweging, anaemie (bloedarmoede). Symptomen:
Verhoogde pols, zwaar gevoel, temperatuurverhoging. Therapie:
anticoagulantia (antistollingsmiddel), mobiliseren in vroeg stadium.
Bloedingen: eerste dagen uit perineumwond, daarna placenta/vliesrest:
curettage, myomen/stollingsstoornis
2
, Conceptie
is het moment waarop een spermacel een eicel bevrucht. Dit gebeurt door een
samensmelting van een zaadcel met de eicel. Na deze bevruchting ontstaat een
zygote (bevruchte eicel) die zich verder zal ontwikkelen tot een embryo. Iedere
menstruatiecyclus komt er een rijpe eicel vrij bij de eisprong.
Cremasterspier
De cremasterspier maakt deel uit van het systeem dat de temperatuur van de
zaadballen regelt. De spier is gehecht aan de zaadbal, daardoor kan de bal ook naar
het lichaam toe getrokken worden.
Discongruentie
Positief: groei foetus loopt voor op verwachte groei, bijv. als moeder suikerziekte
heeft.
Negatief: groei foetus loopt achter op verwachte groei, bijv. als moeder hypertensie
heeft of rookt of als er sprake is van zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie),
infecties. Kan leiden tot een te laag geboortegewicht, small for gestational (SGA)
Echoscopie
In- of uitwendig. Reden: controles van: of zwangerschap in baarmoeder is, of het
kind het goed doet - zichtbare afwijkingen, duur zwangerschap, of het meerlingen
zijn, of ligging kind goed is. Echografie is standaard in week 20.
Eisprong (ovulatie)
Iedere menstruatiecyclus komt er een rijpe eicel vrij bij de eisprong. Na de
eisprong komt de eicel terecht in de eileider en kan deze bevrucht worden. De rijpe
eicel leeft ongeveer anderhalve dag en is maar 12 uur hoog vruchtbaar. Daarna
wordt de vruchtbaarheid snel minder tot de eicel helemaal afsterft.
Embryo
Vanaf het moment dat de zaadcel en de eicel samensmelten ontstaat de embryo. De
embryo wordt ook wel ‘vrucht’ genoemd. Gedurende 2 maanden worden vanuit deze
cellen alle lichaamsfuncties zoals het hart en de longen en alle belangrijke
lichaamsdelen van de baby gevormd. Na deze twee maanden wordt er gesproken
over een foetus.
Endometritis
Koorts door bijv. ontsteking baarmoederslijmvlies. Pas na paar dagen na bevalling.
Hoge koorts, buikpijnklachten en verlies van helder bloed, dat verandert in slecht
ruikende troebele bloederige afscheiding (lochia)
3