WEEK 1&2: BEVOEGDHEID
Fundamentele beginselen
Casusvraag mogelijk over schending hoor- en wederhoor of een ander fundamenteel
beginsel. Kan uitgesloten zijn dat hiertegen hoger beroep wordt ingesteld (voorbeeld
art. 7:626 BW). Indien een fundamenteel beginsel wordt geschonden, is beroep echter
altijd mogelijk. Dat is namelijk een van de drie doorbrekingen van het appelverbod:
1. Als de rechter een verbod onterecht (niet) toepast;
2. Als de rechter op een processuele vraag heeft beslist;
3. Als de rechter fundamentele beginselen heeft geschonden.
Internationale rechtsmacht
1. Is er een internationaal aspect? (zo nee, ga naar schema nationale bevoegdheid)
Zo ja, kijk naar verordeningen, art. 1 Rv (art. 1 Rv altijd noemen bij iets niet
Nederlands;
2. Is Brussel I bis van toepassing?
Bij handels en burgerlijke zaken, art. 1 lid 1 BIS
Noem art. 6 BIS: alleen als gedaagde (verweerder) woonplaats heeft in een van de
lidstaten, woonplaats eiser doet er niet toe.
3. Check eerst of sprake is van exclusieve bevoegdheid, een bijzondere overeenkomst
die iets bepaalt of forumkeuze.
A. Exclusieve bevoegdheid, art. 24 BIS:
Rechter toetst ambtshalve;
Rechter is exclusief bevoegd, de hoofdregel gaat dus niet op van art. 4 BIS
B. Bijzondere overeenkomst
Vaak bij verzekeringszaken, consumentenzaken of arbeidszaken, zie art. 10-23.
C. Forumkeuze, art. 25 BIS
1. Is sprake van een internationaal element en is een forum gekozen?
a. Expliciet, art. 25 = rechter in beginsel exclusief bevoegd, hoofdregel gaat niet
op;
b. Impliciet, art. 26 = hoofdregel gaat niet op.
Doelstelling en aard van verordening brengt mee dat de verordening niet op toepassing
is op zuiver interne gevallen. Partijen mogen dus niet in dezelfde lidstaat wonen.
Verder is niet vereist dat een van de partijen daadwerkelijk in de/een lidstaat woont.
Kijk goed bij de bijzondere regelingen of is voldaan aan de mogelijkheid om bij
forumkeuze af te wijken, zoals art. 23 BIS (moet na geschil of er moet een keuze
worden gegeven – als dat niet zo is, dan gelden de ‘gewone’ bijzondere regels).
4. Wat is de hoofdregel?
Noem art. 4 BIS: rechter lidstaat woonplaats gedaagde bevoegd
5. Is er daarnaast nog een rechter medebevoegd?
a. Kan bij een bepaald soort zaak, art. 7 BIS
b. Kan als sprake is van een situatie uit art. 8 BIS
,Nationale rechtsmacht
Zie art. 1 RV;
a. Kan zijn omdat gedaagde in Nederland woon- of verblijfplaats heeft, art. 2 Rv (1:10
lid 1 BW)
b. Kan zijn vanwege gronden, verband houdende met de zaak (art. 6 Rv)
Absolute competentie in eerste aanleg
1. Is er nationale rechtsmacht?
Noem dan dat je met een civielrechtelijke zaak te maken hebt (en waarom).
2. Noem de hoofdregel: art. 42 Wet RO (absolute competentie)
Kijk vervolgens naar art. 93 Rv voor een mogelijke uitzondering op die hoofdregel –
voor een zaak bij de kantonrechter.
Indien de rechtstitel het bedrag te boven gaat (bijvoorbeeld 30.000 euro) en het bedrag
wordt betwist, dan kan de kantonrechter toch bevoegd zijn (indien iemand stelt dat het
gaat om 2 termijnen van 5000 euro – want dan blijf je onder die 30.000). Je kunt ook
lager bedrag vorderen, om naar kantonrechter te gaan.
Zie art. 94 Rv ook voor bevoegdheid kantonrechter meerdere vorderingen.
Relatieve competentie in eerste aanleg
1. Noem de hoofdregel van art. 99 Rv
In beginsel woonplaats gedaagde
2. Kijk of er misschien nog een rechter medebevoegd is, art. 100-107 Rv
3. Kijk of er misschien sprake is van forumkeuze, art. 109 Rv
Dan is die rechter namelijk bij uitsluiting bevoegd (tenzij art. 109 lid 2 Rv)
- Let ook op art. 110 Rv! Rechter zal verwijzen bij onbevoegdheid. Dit kost echter wel
tijd (al duurt nieuwe vordering aanbrengen ook minsten een week, art. 114 Rv)
- Let ook op art. 103 laatste volzin Rv bij huurzaken – het gerecht waar onroerende zaak
is gelegen is bij uitsluiting bevoegd. Kan net een strikvraag zijn!
Fouten in keuze rechter/processtuk
1. Sprake van absolute onbevoegdheid?
Regels van openbare orde, dus rechter moet dit ambtshalve toepassen, art. 72 Rv
Verwijzing, art. 73 Rv
2. Sprake van relatieve onbevoegdheid? Art. 110 Rv
Partij moet er zelf een beroep op doen (tenzij zaak tot 25.000 euro of arbeidszaak, dan
mag kantonrechter wel zelf oordelen), anders gewoon doorgang
3. Per ongeluk zaak bij kantonrechter i.p.v. civiele rechter
Kantonrechter wel bevoegd, art. 42 RO; maar hij zal verwijzen, art. 71 Rv
4. Verkeerde procesinleiding
Art. 69 Rv
Eisen dagvaarding
1. Noem art. 45 lid 3 Rv;
- Eis moet erin, duidelijk omschrijven.
2. Noem art. 111 Rv
Siedsma/Reek: Onjuist tijdstip leidt tot een gebrek, niet tot nietigheid. Dit kan
hersteld worden, art. 121 lid 2 Rv
Staalbouw Vianen: nietigheid wordt enkel uitgesproken indien de gedaagde in zijn
verdediging is geschaad.
, Fout in de partij kan worden herstel, indien in redelijkheid geen misverstand kan
bestaan over wie is bedoeld. Dan is er geen belang bij een beroep op onjuiste
naamsvermelding. Moet sprake zijn van (1) vergissing (2) geen benadeling en (3)
tijdige rectificatie.
Substantieringsplicht: art. 111 lid 3 Rv. In de dagvaarding moeten ook de verweren
van de gedaagde zijn opgenomen, indien bekend.
Eisen betekenen
1. Deurwaarder betekent, art. 45 lid 1 Rv
2. In beginsel aan persoon, kan ook aan iemand anders, art. 46 Rv. Zie art. 47-57 Rv voor
andere manieren van betekenen.
a. Staat: p-g HR, art. 48 Rv;
b. Ander rechtspersoon krachtens publiekrecht, art. 49 Rv;
c. Privaatrechtelijke rechtspersoon, art. 50 Rv
d. Geen woonplaats bekend, dan plaats werkelijk verblijf. Briefadres kan ook worden
aangemerkt als woonplaats (arrest: Briefadres).
e. Woonplaats in buitenland, art. 55 Rv.
f. Betekening aan kantoor, art. 63 Rv (arrest: Demarara Europe/X).
Dagvaardingstermijn
1. Zit er minimaal 1 week tussen betekening en zitting? Art. 114 jo. Art. 119 Rv
Tel de roldatum zelf niet mee, art. 119 lid 2 Rv
Oproeping kan worden verkort, art. 126 Rv
Kan langer zijn bij buitenlandse gedaagde, art. 115 Rv
Wordt gebruik gemaakt van een herstelmogelijkheid? > dan geldt weer 1 week (arrest:
Siedsma/Reek)
2. Zit er niet minimaal een week tussen?
Dan geldt dit als gebrek en zal de rechter geen verstek verlenen, maar een
herstelmogelijkheid geven, art. 121 lid 2 Rv (arrest: Siedsma/Reek).
Nietigheid en herstel
1. Is er een gebrek in de dagvaarding?
Kijk of dit kan worden hersteld door een herstelexploot, art. 120 lid 2 Rv;
Dit kan alleen indien gedaagde niet in zijn verdediging wordt geschaad (arrest:
Staalbouw/Breda)
Dagvaardingstermijn moet in acht worden genomen, art. 114 Rv.
2. Is er geen herstelexploot uitgebracht?
a. Gedaagde verschijnt wel: rechter onderzoekt dagvaarding alleen als gedaagde zich bij
wijze van exceptie op nietigheid beroept. Kan nietigheid alleen uitspraken als
gedaagde onredelijk in zijn belangen is geschaad. Verschijnen heelt in het algemeen
dus de nietigheid.
b. Gedaagde verschijnt niet: rechter zal dagvaarding ambtshalve onderzoeken. Alleen als
een dagvaarding geldig is, kan verstek worden verleend. Meestal verleent de rechter
geen verstek, maar bepaalt hij een nieuwe roldatum, art. 121 Rv (gevaar is dat rechter
het gebrek niet ziet, hij zal dan wel verstek verlenen, art. 139 en door in verzet te gaan
kan het verstek worden gezuiverd).
- Alleen als dagvaarding gedaagde vanwege een gebrek niet heeft bereikt, spreekt de
rechter nietigheid uit.
- Indien geen gebrek wordt gevonden en gedaagde later in verzet komt (want
verstek verleend) dan alleen nietigheid als hij onredelijk in zijn belangen is
geschaad.