Testen craniovertebrale instabiliteit. Casus 1
Screening:
Sharp purser test
Sensitiviteit: 19-69% Specificiteit: 62- 86%
- De patiënt is in een zittende positie, de nek is in een kleine flexie. Een hand is geplaatst
op de processus spinosi van C2 en de andere hand op het voorhoofd van de patiënt.
Druk vervolgens met je hand naar achteren op het voorhoofd en dan zoek je naar een
glijdende beweging van het hoofd naar achteren ten opzichte van de as.
- Deze test is positief als tekenen van overmatige beweging, glijden of geluiden worden
gevoeld of gehoord. In het geval dat de patiënt symptomen van compressie van het
ruggenmerg ervoer in de gebogen positie, zal de posterieure translate van het
achterhoofd en de atlas die symptomen verminderen en ook wijzen op een positieve test.
In de voorwaartse gebogen positie die de patiënt vrijwillig aanneemt, leidt het naar voren
schuiven van de atlas tot een afname van de beschikbare ruimte voor het ruggenmerg en een
toename van het atlantodens interval. Door de posterieure translatie van het achterhoofd en
de atlas wordt de anterieure subluxatie verminderd en de beschikbare ruimte voor het
koord vergroot.
Lateral shear test Lage betrouwbaarheid, veel verschillen in verschillende metingen
- Laat de patiënt in rugligging liggen en ga aan het hoofdeinde van de bank staan. Plaats je
wijsvinger van de ene hand lateraal tegen de boog van C2, terwijl de andere hand het
achterhoofd van de patiënt vasthoudt en C1 van lateraal aan de andere kant. De
bovenste cervicale wervelkolom wordt dan in lichte flexie gebracht om C2 naar achteren
te bewegen vanaf de anterieure boog van de atlas. Vervolgens worden beide handen
benaderd en wordt de beweging beoordeeld op een mate van beweging en aambeeld.
Het doel testen instabiliteit C1-C2. Testen lig. Transversum en lig. Alare
Transverse ligament test Sensitiviteit: 65% Specificiteit: 99%
- Laat de patiënt in rugligging liggen met het hoofd ondersteund door een kussen in
neutrale positie. Ondersteun dan het occiput van de patiënt in de handpalmen en de 3 e tot
5e vinger, terwijl beide wijsvingers in de ruimte tussen de occiput en de processus
spinosus van C2 zijn geplaatst. Vervolgens worden het hoofd en de c1 van de patiënt
geheel opgetild, waarbij het hoofd in neutrale positie wordt gehouden en de
zwaartekracht de rest van de nek fixeert.
- De test is positief als de patiënt andere symptomen meldt dan lokale pijn en pijn zoals
het gevoel van een brok in de keel of tekenen en symptomen van compressie van het
ruggenmerg.
Uitsluiten graad III nekpijn:
,Spurling test:
Sensitiviteit: 50% Specificiteit: 83%
- De positie van de patiënt is in zit. De nek
van de patiënt wordt in extensie en
lateraal gebracht naar de aangedane
kant. De fysio geeft vervolgens axiale
compressie.
Het is doel is om de ruimte (foramen,
waar de zenuw uitkomt) te vernauwen en de zenuw te provoceren.
- Het is belangrijk distale pijnverdeling op te wekken om onderscheid te kunnen maken
tussen patiënten met daadwerkelijke radiculpathie en cervicale spondylose.
Distraction test Sensitiviteit: 44% Specificiteit 90- 97%
- Laat de patiënt in rugligging liggen en breng je handen aan onder het occiput van de
patiënt daarna beweeg je het hoofd naar craniaal.
Het doel is om tractie te geven waardoor de patiënt verlichting ervaart.
- Deze test wordt als positief beschouwd als de bekende pijn in de arm van uw patiënt is
verminderd.
ULTT (upper limb tension test)
A= Ruglig, schouder wordt door de fysio in depressie gedrukt. Arm in abductie, flexie en
endorotatie, fysio pakt de hand van de patiënt en drukt de vingers naar beneden, arm
tegenhouden door er met de knie ertegen aan de staan. En dan de onderarm naar abductie
bewegen. Als er tinteling optreedt, de patiënt latroflexie van het hoofd laten maken en het dan
nog een keer uitvoeren.
- Median nerve
- Anterior interosseous nerve
- Nerve roots C5-C7
B= ruglig, schouder wordt in depressie gedrukt door de heup van de fysio. Arm in 10 graden
abductie, flexie en supinatie, fysio pakt de hand van de patiënt en drukt de vingers naar beneden.
Met de andere arm houdt de fysio de elleboog omhoog en wordt de arm naar beneden bewogen.
Als er tinteling optreedt, de patiënt latroflexie laten maken en het dan nog een keer uitvoeren.
- Median nerve
- Axillary nerve
- Musculocuteneous nerve
CCFT
Beginscore 20
Vraag de patiënt een hoge flexie te maken kin intrekken
4 niveaus elke keer in stappen van 2mmHg, als je dat niveau hebt bereikt 10 seconden
vasthouden.
- Feedback materiaal bij motor control impairment
Afkapwaarde: 10x10 seconden op 26mmHg
Testen schouderinstabiliteit. Casus 2
Impingement:
, Neer test Sensitiviteit: 72% Specificiteit: 60%
- De patiënt is in een zittende positie met afhangende arm. De fysiotherapeut fixeert de
scapula in depressie. De andere hand faciliteert endorotatie van de patiënt zijn arm. De
fysio maakt vervolgens een flexie beweging met de arm in het glenohumerale gewricht.
- De test is positief als de patiënt pijn aangeeft tussen de 90 & 140 graden.
Subacromiale beknelling zal het probleem zijn wanneer de patiënt aan de voorzijde pijn
heeft. Impingement vindt plaats tussen het tuberculum majus en het acromion.
De patiënt zal interne beknelling hebben wanneer de pijn aan de achterzijde voelbaar is.
Hawkins kennedy test Sensitiviteit: 80% Specificiteit: 56%
- De patiënt is in een zittende positie, de elleboog in 90 graden flexie en de schouder in 90
graden anteflexie en ondersteun met jouw arm. Vervolgens wordt er een passieve
endorotatie toegepast totdat er pijn ontstaat of totdat de ipsilaterale scapula opwaarts
gaat roteren.
- De test is positief bij pijnprovocatie. Als de test pijnlijk is voor de patiënt, is dit een
indicatie dat er een mogelijke beknelling is van de subacromiale ruimte. De test zal
negatief zijn als de patiënt een interne beknelling heeft.
Het tuberculum majus roteert verder onder het lig. Coracoacromiale.
Painfull arc
Actieve abductie naar 180 graden irritatie van infraspinatuspees (impingement)
Bij laatste 10 graden pijn denk aan AC- gewricht
Empty can test Sensitivteit: 74% Specificiteit: 30%
- De patiënt is in een zittend of staande positie, de schouders in 90 graden abductie, 30
graden horizontale adductie en volledige endorotatie (duimen naar beneden gericht). De
therapeut plaats zijn handen op de onderarm van de patiënt en oefent neerwaartse druk
uit. De patiënt behoudt deze positie tegen neerwaartse druk van de therapeut.
- Een positieve test wordt aangegeven door zwakte en/ of pijn van de aangedane arm in
vergelijking met de niet- aangedane arm.
Rotator cuff
Empty can test
Sensitivteit: 74%
Specificiteit: 30%
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jennaackermans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.