100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting psychologie, een inleiding, 8e editie - psychologie van het dagelijks leven €3,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting psychologie, een inleiding, 8e editie - psychologie van het dagelijks leven

 10 keer bekeken  0 keer verkocht

Ik heb in dit document de toetsdoelen behandeld die in de studiehandleiding stonden. Het gaat om hoofdstuk 1, 3, 4, 7, 8, 9 en 10! Ik hoop dat je er wat aan hebt :)

Voorbeeld 5 van de 49  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1, 3, 4, 7, 8, 9 en 10
  • 30 oktober 2021
  • 49
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alles voor dit studieboek (536)
Alle documenten voor dit vak (21)
avatar-seller
lou3028
Psychologie van het dagelijks leven
Toetsdoelen

Hoofdstuk 1: geest, gedrag en psychologische wetenschap
1. De student kan wetenschappelijke informatie van
pseudowetenschappelijke informatie en common sense onderscheiden.
Psychologie betekent wetenschap van gedrag en mentale processen.
Pseudopsychologie: niet onderbouwde psychologische aannamen die als
wetenschappelijke waarheden worden gepresenteerd (horoscopen, paranormale
fenomenen)
Common sense: gezond verstand

2. De student kan de zes belangrijkste perspectieven van de psychologie en
hun kenmerken op hoofdlijnen benoemen en kan de zienswijze van de
zes perspectieven herkennen in metaforen en uitspraken.
TABEL 1.1 OP BLZ. 18

1. Biologisch perspectief
Definitie boek: (…) dat de oorzaken van gedrag zoekt in het functioneren van
de genen, de hersenen en het zenuwstelsel en hormoonstelsel.
Persoonlijkheid, voorkeuren, gedragspatronen en vaardigheden komen voort uit
lichamelijke eigenschappen.
Neurowetenschap: de oorzaken van ons gedrag worden gezocht in de werking van
de genen, hersenen, het zenuwstelsel en/of de hormonen
Evolutionaire psychologie: gedrag is de uitkomst van genetische aanpassingen om
de kans op overleven en voortplanting te vergroten.

2. Cognitief perspectief
Definitie boek: (…) waarbij de nadruk ligt op mentale processen, zoals leren,
geheugen, perceptie en denken als vormen van informatieverwerking
Mensen verlenen op een actieve manier betekenis aan zichzelf en hun omgeving.
De computer als metafoor voor de wijze waarom mensen met informatie omgaan.
Cognitie  opnemen, opslaan en gebruiken van informatie

3. Perspectief vanuit de gehele persoon
Definitie boek: een aantal psychologische perspectieven die draaien om een
globaal inzicht in de persoonlijkheid, waaronder de psychodynamische
psychologie, humanistische psychologie en psychologie van karaktertrekken
en temperament

Psychodynamische psychologie
Definitie boek: een benadering die de nadruk legt op het begrijpen van het
menselijk functioneren in termen van onbewuste behoeften, verlangens,
herinneringen en conflicten.
Mensen zijn zich niet bewust van hun beweegredenen  onbewuste verdrongen
conflicten in bewustzijn brengen
De mens is een conflictwezen  kan leiden tot neurosen of sublimatie
Droominterpretatie
Sigmund Freud

,Humanistische psychologie
Definitie boek: een klinische benadering die de nadruk legt op de
mogelijkheden, groei, potentie en vrije wil van de mens
Ontstaan als kritiek op de psychoanalyse en het behaviorisme.
geloven in de vrije wil van de mens  groei en zelfactualisatie
zelfbeeld is bepalend voor gedrag
Abraham Maslow  behoeftehiërarchie
Carl Rogers  non-directieve therapie

Psychologie van karaktertrekken en temperament
Definitie boek: een psychologisch perspectief dat gedrag en persoonlijkheid ziet
als de producten van fundamentele psychologische kenmerken.
verschillen tussen mensen ontstaan uit verschillen in blijvende kenmerken en
neigingen, die karaktertrekken en temperamenten genoemd worden.
(ook wel dispositionele invalshoek genoemd)

4. Ontwikkelingsperspectief
Definitie boek: (…) dat zich onderscheidt door de nadruk op erfelijkheid en omgeving,
en op voorspelbare veranderingen die zich voordoen tijdens de levensloop.
Psychologische veranderingen is het gevolg van een interactie tussen erfelijke
eigenschappen en de omgeving. Nature of nurture?

5. Behavioristisch perspectief
Definitie boek: een psychologische invalshoek die de bron van onze handelingen
zoekt in de stimuli vanuit de omgeving, in plaats van innerlijke mentale processen.
Geen innerlijke processen, maar waarneembaar gedrag – blackbox psychologie
Wat mensen en dieren aan gedrag vertonen is gebaseerd op leerervaringen
(stimulus – respons)
De omgeving bepaalt het gedrag
Watson en Skinner (operant conditioneren)

6. Socioculturele perspectief
Definitie boek: (…) dat de nadrukt legt op het belang van sociale interactie, sociaal
leren en cultureel perspectief.
Mensen zijn sociale wezens en daarom zijn sociale interactie en het culturele
perspectief van belang.
Onderwerpen: vooroordelen, agressie, gehoorzaamheid en conformisme
Wat is de invloed van cultuur op het gedrag van mensen?
Huidige psychologie heeft westers subject als onderwerp

De namen die je moet kennen:
René Descartes (1596-1650): scheiding tussen lichaam en geest
Wilhelm Wundt (1832-1920): eerste psychologisch laboratorium in 1879
John Watson (1878-1958) en B.F. Skinner (1904-1990): behavioristen
Sigmund Freud (1856-1939): psychoanalyse
Abraham Maslow (1908-1970) en Carl Rogers (1902-1987): humanistische
psychologie

, 3. De student kan de vier stappen van de wetenschappelijke methode
benoemen en beschrijven
FIGUUR 1.5 OP BLZ. 23
Het gaat om de methode die het onderzoek wetenschappelijk maakt, niet het
onderwerp. In het ideale geval is dit de manier waarop een wetenschapper de
wetenschappelijke methode uitvoert:
1. Een hypothese ontwikkelen
2. Objectieve data verzamelen
3. De resultaten analyseren
4. De resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren

Stap 1: Een hypothese ontwikkelen
Hypothese: voorspelling van de uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek; een
bewering over de relatie tussen variabelen in een onderzoek.
Om toetsbaar te zijn moet een hypothese potentieel falsificeerbaar (weerlegbaar)
zijn; dit wil zeggen dat de hypothese zodanig moet worden opgesteld dat kan worden
bewezen dat deze juist of onjuist is.
Vervolgens moet de onderzoeker precies bedenken hoe de hypothese zal worden
onderzocht; dit betekent dat alle aspecten (variabelen) in concrete termen worden
gedefinieerd. Deze termen worden operationele definities genoemd.
Variabele: in deze context: element dat van invloed is op hetgeen onderzocht wordt.
Operationele definitie: objectieve beschrijving van een concept dat bij een
wetenschappelijk onderzoek hoort. Operationele definities kunnen concepten die
worden bestudeerd herformuleren in gedragsmatige termen. Operationele definities
zijn ook exacte omschrijvingen van de manier waarop een experiment moet worden
uitgevoerd en waarop belangrijke variabelen moeten worden gemeten.

Stap 2: Het toetsen van de hypothese: objectieve data verzamelen
Data: informatie, in het bijzonder gegevens die door een onderzoeker zijn verzameld
en die worden gebruikt om een hypothese te toetsen.
In wetenschappelijke termen bestaat empirisch onderzoek uit het uitvoeren van een
gecontroleerd experiment. Psychologen gebruiken speciale termen om de twee
groepen aan te duiden die bij een experiment als het onze worden vergeleken en
voor het aanduiden van de twee verschillende behandelingsomstandigheden
waaraan ze zullen worden blootgesteld. De groep die de speciale behandeling
ondergaat, bevindt zich in de experimentele conditie van het onderzoek
(experimentele groep).
Experimentele conditie: omstandigheden waaraan de leden van de experimentele
groep tijdens de speciale behandeling worden blootgesteld.
Experimentele groep: proefpersonen die worden blootgesteld aan de speciale
behandeling die men onderzoekt.
Degenen die de controlegroep vormen, zijn in de controleconditie geplaatst,
waarin ze geen speciale behandeling ontvangen. De controlegroep dient dus als
standaard en wordt gebruikt om degenen in de experimentele groep mee te
vergelijken.
Controleconditie: omstandigheden waaraan de leden van de controlegroep tijdens
het experiment worden blootgesteld. Deze condities zijn op bijna elk onderdeel
identiek aan de experimentele conditie, met uitzondering op de speciale behandeling,
die alleen de experimentele groep ontvangt.

,Controlegroep: proefpersonen die worden gebruikt als vergelijkingsmateriaal naast
de experimentele groep. De controlegroep krijgt niet de speciale behandeling waar
men meer over wil weten.

Bij de eenvoudigste experimentele opzet varieert de onderzoeker 1 factor en houdt
hij alle andere experimentele omstandigheden constant. Onderzoekers noemen die
ene variabele factor de onafhankelijke variabele (variabele die zo genoemd wordt
omdat de onderzoeker hem onafhankelijk van alle andere, zorgvuldig gecontroleerde
experimentele omstandigheden kan manipuleren). Door de onafhankelijke variabele
op deze wijze te manipuleren, kan de onderzoeker bepalen of die factor het
waargenomen effect veroorzaakt. Je kunt de onafhankelijke variabele beschouwen
als een factor die de onderzoeker wijzigt, onafhankelijk van alle andere zorgvuldig
gecontroleerde experimentele omstandigheden.
Afhankelijke variabele: de variabele die wordt gemeten of geobserveerd. Binnen een
experiment wordt de afhankelijke variabele door het manipuleren van de
onafhankelijke variabele beïnvloed. De eventuele variatie in de waarde van de
afhankelijke variabele is het effect waarin de onderzoeker geïnteresseerd is.
Elk gevolg dat we tijdens het experiment waarnemen, hangt af van de onafhankelijke
die we hebben geïntroduceerd.

Onderzoekers moeten een manier vinden om systematische vertekening te
vermijden wanneer ze mensen in de experimentele groep of in de controlegroep
indelen.
Randomisering: procedure waarbij volledig door het toeval wordt bepaald of
proefpersonen aan de experimentele groep of aan de controlegroep worden
toegewezen; kan ook betrekking hebben op een procedure binnen een experiment,
waarbij de volgorde waarin de stimulus wordt aangeboden volledig door het toeval
wordt bepaald.

Stap 3: De resultaten analyseren en de hypothese accepteren of verwerpen
Met behulp van statistische methoden kan de onderzoeker berekenen of de
waargenomen resultaten significant zijn of niet, dat wil zeggen: of het waarschijnlijk is
dat de resultaten van het experiment zijn veroorzaakt door de onafhankelijke
variabele of dat ze het gevolg zijn van toeval.
Significant: een statistische term die aangeeft dat het waarschijnlijk is dat het
waargenomen effect niet door toeval is ontstaan, maar door de onafhankelijke
variabele te veranderen.

Stap 4: De resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren
Critici kunnen een onderzoek toetsen door middel van een replicatiestudie. Bij
repliceren voeren onderzoekers een onderzoek opnieuw uit, om te zien of ze
dezelfde uitkomsten krijgen als in het oorspronkelijk onderzoek.
Repliceren: een onderzoek opnieuw uitvoeren om te zien of dezelfde resultaten
worden verkregen. Om bias uit te sluiten wordt replicatie vaak gedaan door iemand
anders dan de onderzoeker die het oorspronkelijke onderzoek uitvoerde.

, 4. De student kan de vijf soorten psychologisch onderzoek onderscheiden
en aangeven in welke situatie welk soort onderzoek van toepassing is
Experimenten
Experiment: type onderzoek waarbij de onderzoeker gebruikmaakt van vergelijkbare
groepen en alle omstandigheden controleert en rechtstreeks manipuleert, inclusief de
onafhankelijke variabele.
De experimentele methode wordt gezien als de gouden standaard voor het vinden
van een relatie tussen oorzaak en gevolg

Correlatieonderzoek
Vorm van onderzoek waarbij de relatie tussen variabelen wordt bestudeerd zonder
een onafhankelijke variabele in een experiment te manipuleren. Uit
correlatieonderzoek kan geen oorzaak-gevolgrelatie worden afgeleid.
Bij correlatieonderzoek ga in je in feite op zoek naar een ‘experiment’ dat al
toevallig, onopzettelijk, heeft plaatsgevonden in de wereld buiten het laboratorium.
Het grote nadeel van een correlatieonderzoek is dat je nooit zeker weet of de
groepen werkelijk op alle vlakken vergelijkbaar zijn. Omdat je de proefpersonen niet
willekeurig aan de twee groepen kunt toewijzen en omdat je de onafhankelijke
variabele niet kunt manipuleren, weet je nooit zeker of de omstandigheid die jou
interesseert, de werkelijke oorzaak is van de effecten die je hebt waargenomen.
Gecorreleerd  een samenhang vertoont.
Correlatie is niet hetzelfde als oorzaak.
Onderzoekers drukken de mate van correlatie meestal uit als een getal dat we
kennen als correlatiecoëfficiënt, en dat vaak wordt aangegeven met de letter r. Ligt
altijd tussen -1,0 en +1,0.
Geen correlatie: een correlatiecoëfficiënt die aangeeft dat de variabelen geen relatie
met elkaar hebben.
Positieve correlatie: een correlatiecoëfficiënt die aangeeft dat de variabelen
tegelijkertijd in dezelfde richting variëren: als de ene variabele groter of kleiner wordt,
verandert de andere in dezelfde richting.
Negatieve correlatie: een correlatiecoëfficiënt die aangeeft dat de variabelen
tegelijkertijd in verschillende richtingen variëren: als de ene variabele groter wordt,
wordt de andere kleiner.

Surveys
Techniek die wordt gebruikt bij correlatieonderzoek. In een survey wordt mensen
gevraagd te reageren op een van tevoren vastgestelde lijst van mondeling
gepresenteerde kwesties.
Twee belangrijke factoren zijn de formulering van de vragen en de steekproef (soort
respondenten).

Natuurlijke observaties
Vorm van correlatieonderzoek waarbij gedrag van mensen of dieren in hun eigen
omgeving wordt geobserveerd.
Het is belangrijk om te onthouden dat de omstandigheden waaronder het onderzoek
wordt verricht, veel minder gecontroleerd zijn dan bij een experiment, omdat de
onderzoeker bij deze methode noch de condities in de hand heeft, noch in staat is de
onafhankelijke variabele te manipuleren.
Het voordeel van natuurlijke observatie is dat je de gedragingen ziet zoals ze zich op
natuurlijke wijze voordoen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lou3028. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd