3.
Trein A rijdt met een constante snelheid van 110 km/h. Trein B komt op trein A af met een constante snelheid van 140 km/h. Op t = 0 is de afstand tussen de treinen 500 m.
a) bereken hoelang het duurt totdat de treinen elkaar passeren.
b) bereken de afstand die trein A en trein B hebben afgelegd op het punt dat ze elkaar passeren
Antwoord: a) t = 7,2 seconde
Uitwerking:
de relatieve afstand tussen de treinen = 110 + 140 = 250 km/h
250 km/h = 250:3,6 = 69,44... m/s
door de formule s = vt krijg je: t = s:v, dus t = 500:69,44... = 7,2 seconde
b) Trein A heeft 220 meter afgelegd
Trein B heeft 280 meter afgelegd
Uitwerking:
bij opdracht a heb je berekend dat t = 7,2 seconde.
Trein A rijdt 110 km/h = 30,55... m/s
door de formule s = vt krijg je: s = 30,55... x 7,2 = 220 m
Trein B rijdt 140 km/h = 38,88... m/s
door de formule s = vt krijg je: s = 38,88... x 7,2 = 280 m