100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting hoofdstuk 4 t/m 7 aardrijkskunde 6 vwo €5,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting hoofdstuk 4 t/m 7 aardrijkskunde 6 vwo

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

hoofdstuk 4 tm 7 van het boek buiteNLand samengevat.

Voorbeeld 2 van de 15  pagina's

  • 31 oktober 2021
  • 15
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2439)
avatar-seller
boschellekens
Hoofdstuk 4, wereld

4.1, patronen: welvaart en welzijn

Wereldsysteem is verdeeld in 3 categorieën: centrum-landen ((de rijkste landen. Vroeger het
noorden)), de periferie (de armste landen. (Vroeger het zuiden)) en de semiperiferie (b.v. de BRIC(S)-
landen. Sociaaleconomisch opkomende landen). Verschillen in welvaart zijn te meten door:

1. Te kijken naar de samenstelling van de beroepsbevolking. Je hebt de primaire- (landbouw),
secundaire- (industrie) en tertiaire sector (diensten); schuift op, hoe beter de welvaart gaat.
Percentage werkende per sector zegt niets over productiviteit/concurrentiekracht!
2. Het bruto binnenlandse product per hoofd (bbp/hoofd). Niet heel objectief  (1) waarde
van dollar verschilt over > daarom drukken we het in koopkracht (hoeveel voor 1 dollar) uit.
(2) Alleen de inkomsten uit de formele sector tellen > in arme landen is heel veel informeel.
(3) het bbp/hoofd geld als gemiddelde voor het hele land. In veel landen is er regionale
ongelijkheid > om dit te voorkomen moet je inzoomen op bruto regionaal product per hoofd
(brp/hoofd). Ook de sociale ongelijkheid is groot.

Als een land afhankelijk is van een/enkele grondstoffen, is de economie kwetsbaar, omdat de oogst
ervan kan mislukken en omdat de prijzen van het product op de wereldmarkt kunnen fluctueren.
Sommige landen kunnen snel groeien, doordat er ineens heel vraag is naar één van hun producten
en ze hierdoor de prijs omhoog kunnen doen. Doordat er uitschuiving is (verplaatsing van productie
van rijke naar arme landen), zijn veel armere landen minder afhankelijk van grondstoffenexport.

Om het welzijn van mensen te bepalen, moet je kijken naar de VN-ontwikkelingsindex. Samengesteld
op basis van koopkracht, analfabetisme en levensverwachting. Hoogste is 1,0.

4,2. Patronen: demografisch, cultureel en politiek

De bevolkingsspreiding is erg ongelijk. Dit is te verklaren door:

1. Het verschil in natuurlijke mogelijkheden  bijvoorbeeld hoe vruchtbaar een gebied is.
‘bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid kun je mede verklaren vanuit de natuurlijke
mogelijkheden van een gebied’.
2. De ligging van een plaats. Vooral de relatieve ligging is belangrijk.
3. Het koloniale verleden van een plaats.

De bevolkingsomvang kan veranderen op twee manieren:

1. Door migratie. Mensen gaan (vooral van arm naar rijk) naar andere landen > mondiaal. Ook
soms continentaal/nationaal. Soms tijdelijk (arbeidsmigratie), soms definitief.
We zien ook een trek van platteland naar stedelijk gebied (verstedelijking/urbanisatie). Hoog
tempo hierin komt door  (1) trek van jonge mensen van land naar stad, (2) jonge bevolking
heeft hoge vruchtbaarheid/levensverwachting, (3) door groei van steden worden
omringende plaatsen meegenomen.
2. Door hoog geboorteoverschot. Dit is natuurlijke bevolkingsgroei. De vruchtbaarheid is in veel
gebieden gedaald, maar in veel armere gebieden nog niet. Dit komt doordat 
Demografisch > jonge leeftijdsopbouw. Ook de kindersterfte ligt hoog.
Sociaal > laag opleidingsniveau: ‘als het opleidingsniveau stijgt, stijgt de vruchtbaarheid’.
Cultureel > sommige culturen (vooral geloof) stimuleren het krijgen van veel kinderen.
Economie > “neemt de welvaart toe, dan neemt de vruchtbaarheid af”.
Geografisch > hoge verstedelijkingstempo, lage verstedelijkingsgraad. Vruchtbaarheid is lager
in de stad.

, Demografische druk = niet actieve deel van de bevolking is groter dan het actieve deel. In Europa
hoog door vergrijzing, in Afrika door veel jeugd. Hebben een andere positie in het demografische
transitiemodel. Wereld is in cultuurgebieden in te delen. Religie/taal zijn belangrijkste criteria.
Kunnen veranderen, bijvoorbeeld door diffusie. Elementen van een cultuur worden verweven en
aangepast met de cultuur die er al is.

Je kunt landen op democratisch gehalte indelen: democratisch, beperkt democratisch (niet alle
burgerrechten gewaarborgd) en dictatoriaal (besturing door één iemand/groep. Mensenrechten
worden niet gewaarborgd). Als hierin dingen veranderen, kan er een nieuwe wereldorde ontstaan.

4.3, krimpende wereld

Moderne wereld is nauw vervlochten -> global village. Door nieuwe techniek zien we tijd-
ruimtecompressie. De relatieve afstand (hoeveel tijd, geld, moeite het kost ergens te komen) en de
relatieve ligging (ligging ten opzichte van andere plaatsen) neemt af (kan doordat een plek zijn positie
veranderd > zich ontwikkelt/in verval raakt of belangrijk vervoersas wordt). Transportnetwerken =
geheel van transportlijnen met elkaar verbonden via knooppunten.

(1) Grote motor achter globalisering > transporttechnologie. 3 belangrijke veranderingen hierin zijn:

1. Door innovaties/schaalvergroting graag transport steeds sneller/goedkoper.
2. De infrastructuur rond transport is erg verbeterd.
3. De grenzen tussen landen zijn veel meer open geworden.

Drie voorwaarden van de interactietheorie (theorie waardoor uitwisseling van dingen mogelijk is):

1. Complementariteit > gebieden moeten elkaar op een manier kunnen aanvullen.
2. Transporteerbaarheid > goederen moeten tegen aanvaarbare kosten getransporteerd
worden.
3. Afwezigheid van tussenliggende mogelijkheden.

(2) Grote motor achter globalisering > informatietechnologie. De intensiteit van de communicatie
wordt beïnvloed door 3 belangrijke factoren:

1. Economisch > communicatie gaat vooral tussen de economische machtsblokken en nieuwe
industrielanden.
2. Cultureel > als de taal/cultuur sterk verschilt tussen gebieden is er minder communicatie.
3. Sociaal geografisch > ook hier is afstandsverval (neemt afstand toe, neemt interactie af).
Absolute afstand (afstand die het daadwerkelijk is) en absolute ligging (de unieke ligging in
het graadnet) spelen hierbij ook een rol.

Vooral in de fast world is veel social media gebruikt als communicatiemiddel. De slow world is nog
redelijk beperkt online. Kapitaal stromen flitsen ook over de wereld (en de omvang wordt sterk
beïnvloed door politiek-economische rampen of ontwikkelingen).

4.4, aspecten van globalisering

Globalisering/mondialisering vond altijd al plaats, nu steeds sneller. Dit komt doordat:

- De transport- en informatietechnologie steeds beter worden.
- Handelsbelemmeringen tussen verschillende staten wegvallen.
- Er een snelle groei is van mno’s (multinationale (transitionale) ondernemingen).

Productieketens van bedrijven worden vaak opgesplitst. Productie van delen wordt gedaan op de
plek waar dit het goedkoopste kan. Dit heeft gevolgen:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper boschellekens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75323 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99
  • (0)
  Kopen