Dia 1: Vullen van lijnen en medicatie toedienen via een infuus VIVIAN
Dia 2: Inhoudsopgave: SANNE
- Algemene informatie infusie
- Medisch rekenen (5 opdrachten)
- Protocol
- Rol verpleegkundige en taken in relatie tot de cliënt
- De wet BIG
- De wet WGBO
Dia 3: Algemene informatie BRIDGET
Wat is een infuus?
Een infuus is een kunststofbuisje (canule) dat met een naald de bloedbaan ingaat. Het infuus
is gekoppeld aan een infuuszak of meerdere infuuszakken als dit noodzakelijk is. In de
infuuszakken zitten de nodige medicatie en infuusvloeistoffen. Via het infuus komen deze
direct in het bloed. Het infuus draagt bij tijdens verschillende behandelingen en ingrepen.
Ook is de toegediende dosis met een infuus beter te controleren.
Infuus inbrengen
Veel medisch specialisten mogen een infuus inbrengen, zoals artsen,
anesthesiemedewerkers en verpleegkundigen. Alleen een arts bepaalt of een infuus nodig is.
Voordat de specialist het infuus gaat inbrengen is hier altijd toestemming voor nodig.
Wanneer krijg je een infuus?
Er zijn verschillende behandelingen en ingrepen waarbij het inbrengen van een infuus nodig
is. Het infuus dient tijdens deze behandelingen o.a. voor het toedienen van
infuusvloeistoffen, zoals een zoutoplossing tegen uitdroging of PH-corrigerende vloeistof
voor de juiste zuurgraad in het bloed. Ook medicijnen worden soms met een infuus
toegediend. Andere behandelmogelijkheden met een infuus zijn narcose, bloedtransfusie en
chemotherapie.
Soorten infusen
We onderscheiden het perifeer infuus en het centraal infuus. Het inbrengen van deze
infusen werken op bijna dezelfde manier. Het inbrengen van het centraal infuus is enigszins
anders, vanwege de extra voorzorg.
Perifeer infuus
Een perifeer infuus, ook wel perifeer veneus infuus is het meest voorkomend. Veneus
betekent in de aders. Dit infuus gaat in de onderarm of de handrug. Wanneer de aders
moeilijk te prikken zijn, gaat het infuus in de plooi van de elle boog. Hier is het bloedvat
groter. Bij uitzonderingen gaat het infuus via de voet.
Centraal infuus (PICC-lijn)
Een centraal infuus brengt de specialist aan in een groot bloedvat onder het sleutelbeen in
de hals of in de lies. Bij dit infuus is steriel werken nog belangrijker dan bij het inbrengen van
andere infusen, omdat de kans op infectie groter is. Daarom brengt de specialist dit infuus in
, op een plaats waar hij bacterievrij kan werken, zoals op een behandelafdeling of in een
operatiekamer, dus niet op de badkamer van de cliënt.
Infuus prikken
De specialist zoekt zorgvuldig naar een geschikte ader. Meestal aan je minst dominante arm,
voor een zo min mogelijke beperking in bewegen tijdens de behandeling.
Niet bij iedereen is een ader direct vindbaar. In deze situatie vergroot de specialist tijdelijk je
bloedvat met behulp van een stuwband. Deze band zorgt ervoor dat bloed wel richting je
hand stroomt, maar niet terug. Hierdoor zwelt je ader tijdelijk op. Dit maakt het prikken van
het infuus gemakkelijker.
Vervolgens maakt de specialist de insteekplaats van het infuus steriel. Daarna volgt het
inbrengen van het infuus. Dit gebeurt met een naald die in de canule zit. De canule gaat over
de naald het bloedvat in, waarna de naald wordt verwijderd. Daarna plakt de specialist het
infuus af, met een pleister. De infuuspleister dient transparant te zijn, zodat er een
dagelijkse inspectie kan worden gedaan naar de insteekopening. Ten slotte sluit de
verpleegkundige de infuuszak aan.
Dia 5,6,7,8,9: BRIDGET
Er staan een paar dingen centraal bij infusie, zoals:
1 ml = druppels (geldt voor waterige stoffen)
1 ml = 18 druppels (geldt voor bloed)
Inloopsnelheid infuuspomp is in ml/uur, automatisch dus geen druppelsnelheid
Toedienen grote hoeveelheid vloeistof, direct in de bloedbaan, noemen we een infuus
Wanneer de vloeistof bestaat uit bloed noemen we dit een transfusie
Voorbeeldsommen:
Om 12.00 uur is een nieuwe zak aangehangen. Na 1 uur is er 200 ml ingelopen.
1. Wat was de druppelsnelheid in dit uur?
Antwoord: 1 uur x 60 min. = 60 min.
200 ml x 20 druppels = 4000 druppels
4000 : 60 = 66,6666666 = 66 a 67 druppels per minuut
2. 80 ml infuusvloeistof is gelijk aan? druppels.
Antwoord: 1600 druppels, want 1 ml = 20 druppels. Dus 80 x 20 = 1600.
3, 4, 5.
Begintijd Eindtijd Hoeveelheid in liter Inloopsnelheid in
ml/uur
10.00 16.00 0,5 ?
09.00 11.00 ? 100
21.00 ? 0,9 100
Antwoord (kruislinks methode):
0,5 L = 500 ml
500 x 1 uur = 500 : 6 uur = 83,33 ml
2 uur x 100 ml = 200 : 1 uur = 200 ml, 200 ml = 0,2 L
