In deze samenvatting staat de stof die je moet kennen voor het havo eindexamen natuurkunde!!
Ik heb voor het eindexamen een 8,2 gehaald
De samenvatting is gebasseerd op het boek, aantekeningen van de lessen, online filmpjes, powerpoints en examenbundels!
NATUURKUNDE
EXAMEN
Hoofdstuk 1:
Paragraaf 1:
Snelheid (v) is het aantal meters in één seconde (m/s). Frequentie (f) is het aantal flitsen of
trillingen in één seconde (Hz)
Paragraaf 2:
Een plaatsgrafiek = (x,t)-grafiek
(x, plaats op de y-as)
(t, tijd op de x-as)
De gemiddelde snelheid bereken je met: Δx/Δt
Paragraaf 3:
Een snelheidsgrafiek = (v,t)- grafiek
(v, snelheid op de y-as)
(t, tijd op de x-as)
Versnelling of de vertraging (a) in m/s2
a = Δv/Δt
In een snelheidsgrafiek bepaal je de verplaatsing door de oppervlakte onder de lijn uit te
rekenen.
Hoofdstuk 2:
Paragraaf 1:
Een beweging met een constante snelheid in een rechte lijn:
s = v × t (eenparige rechtlijnige beweging.
Een beweging waarbij de snelheid niet constant is:
s = vgem× t
vgem = ½ (vbegin+Veind)
Cirkelbeweging:
v = 2π/T
v = baansnelheid
r = baanstraal
T = omlooptijd
Paragraaf 2:
Een beweging met een constante versnelling: eenparige versnelde beweging
a = Δv/Δt
1
,Een beweging waarbij de versnelling niet constant is:
agem= Δv/ΔT
Paragraaf 3:
Een vrije val is een val zonder luchtweerstand. Alles valt even snel. Versnelling (g) in
Nederland is 9,81 m/s2.
Paragraaf 4:
-
Paragraaf 5:
Significantie:
+ en - = aantal cijfers achter de komma bepaalt de significantie.
× en / = aantal cijfers bepaalt de significantie
Hoofdstuk 3:
inleiding:
U = spanning = volt = V P=U*I
U=I*R
I = stroomsterkte = ampère = A
E=P*t
R = weerstand = ohm = Ω
Q=I*t
P = vermogen = watt = W G=1/R
E = energie = joule = J (kWh) G=I/U
t = tijd = seconde = s
Q = lading = coulomb = C
aantal elektronen = aantal coulomb × 6,25 * 10^18
1 A = 1 C/s
serie = I gelijk, U verdeelt
parallel = I verdeelt, U gelijk
Paragraaf 1:
elektrische lading kan op voorwerpen ontstaan door wrijving, en er kunnen
daardoor krachten worden uitgeoefend. er zijn positieve en negatieve ladingen.
gelijke ladingen stoten elkaar af en tegenovergestelde ladingen trekken elkaar aan.
alle stoffen hebben positieve en negatieve ladingen. Als van beide evenveel
aanwezig zijn merk je niks van deze lading. bij wrijving gaat één soort lading
verplaatsen, het ene voorwerp heeft een tekort aan negatieve lading en het andere
een overschot. een ongewreven voorwerp noem je neutraal.
atoom = kern (protonen en neutronen) + wolk (elektronen)
een statisch geladen voorwerp heeft overschot of tekort aan negatieve lading. de
lading stroomt weg als je het voorwerp aanraakt.
elektronen lopen in een draad van de minpool naar de pluspool. (elektrische
2
, stroom)
elektronen lopen in een batterij van de pluspool naar de minpool.
elektronen kunnen bewegen in een geleider, dat komt doordat de buitenste
elektronen zwak worden aangetrokken. elektronen kunnen gemakkelijk naar het
andere atoom >> vrije elektronen.
om metaal zit vaak plastic, plastic is een isolator.
1 C = 6,25 * 10^18 elektronen
lading elektron = 1,6 * 10^-19 C
Paragraaf 2:
de eenheid van energie is Joule (J). de eenheid van spanning is Joule per Coulomb =
volt. Je kunt een spanningsbron alleen gebruiken als het voldoende energie kan
leveren. batterijen en accu’s hebben een lage spanning. je kan die verhogen door ze
in serie te zetten.
Paragraaf 3:
geleidbaarheid = G = Siemens = S
stroom gaat door de route met de laagste weerstand en dus een grote
geleidbaarheid. een ampèremeter moet een kleine weerstand hebben. een
voltmeter moet een grote weerstand hebben.
Paragraaf 4:
G = 1/R
G = I/U
bij een ohmse weerstand zijn spanning en stroomsterkte evenredig. (grafiek door
oorsprong)
Paragraaf 5:
elektrische energie komt vrij door een chemische reactie. een chemische reactie
komt vrij van brandstof in elektriciteitscentrale. in een kerncentrale wordt
kernenergie omgezet in elektrische energie. waterkrachtenergie haalt energie uit
energie van water. energie wordt omgezet in allemaal vormen (stralingsenergie,
warmte en bewegingsenergie)
Hoofdstuk 5:
Paragraaf 1:
Bij een trilling beweegt een voorwerp regelmatig heen en weer om de evenwichtsstand.
Afstand evenwichtsstand - punt = uitwijking u
Afstand evenwichtsstand - max = amplitude A
T trillingstijd is de tijd die één trilling duurt
f frequentie is het aantal trillingen per seconde
f = 1/T en T = 1/f
Paragraaf 2:
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evagunneweg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.