Volledige samenvatting van de inhoudelijk belangrijke punten uit het boek 'Developmental Pychology'. Af en toe (ter verdieping/verduidelijking) aangevuld door de college-aantekeningen.
- Thema’s
• Nature (erfelijkheid) / nurture (omgevingsfactoren)
-> Nativisme (aanleg), empirisme (ervaring).
• Ontwikkeling: continu / discontinu
• Kritieke en gevoelige periode
• Ontwikkeling: domein algemeen / domein speci ek
- Perspectieven
• Culturele context
-> Belang van het e ect van de omgeving op de psychologische (mentale) processen, welke
potenties worden behaald (range of reactions).
• Biologisch perspectief
-> Biologisch aspect staat centraal en de manier waarop de ontwikkeling van de hersenen (en
neuronen) de ontwikkeling van gedrag, sociale relaties en cognitieve vaardigheden beïnvloed.
• Ecologisch perspectief
-> Focus of de relatie tussen het individu en omgevingsfactoren en de relatie tussen de
verschillende omgevingsfactoren.
• Levensloop perspectief
-> Aandacht voor de verschillende omgevingen waarin verschillende generaties opgroeien en
de e ecten die dit heeft, oftewel historische context.
Hoofdstuk 2 - Theorieën binnen de ontwikkelingspsychologie
- De rol van theorieën
• Het beschrijven van veranderingen binnen de ontwikkeling.
• Het verklaren van veranderingen binnen de ontwikkeling.
-> Het organiseren, integreren van (al gevonden) informatie en het opstellen van hypotheses
en voorspellingen.
- Behavioristisch perspectief
-> Focus op nurture, veranderingen in gedrag veroorzaakt door ervaringen. Ontwikkeling
continu verloop.
• Klassieke conditionering (Watson): associatie tussen verschillende stimuli (hond Pavlov)
• Operante conditionering (Skinner): nieuw gedrag wordt aangeleerd in reactie op een bepaalde
stimuli (bepaalde consequentie, positief of negatief)
• Sociaal-cognitieve leertheorie (Bandura): leren door observeren gedrag van anderen en dit
(willen) imiteren.
- Evolutionair perspectief
-> Focus op genetische erfenis voorouders.
• Biologische ‘timetables’: ontwikkeling vindt plaats in een bepaalde volgorde van vaardigheden
die worden verkregen, dit proces is voorgeprogrammeerd.
- Psychodynamisch perspectief
-> Focus op de doorwerking van ervaringen die opgedaan worden in de baby-/kindertijd.
• Freud: de rol van id(instincten) en ego(kennis van wat sociaal geaccepteerd is en gedrag
hierop afstemmen). Naarmate ontwikkeling vordert komt hierbij nog het superego(acceptatie van
sociale normen en regels en de mogelijkheid om zelf waarden (te vormen en) toe te passen op
acties)
• Erikson: ontwikkeling in 8 stadia die elk komen met een bepaald probleem dat moet worden
opgelost (als dit lukt stap verder in de ontwikkeling door het behalen van nieuwe belangrijke
vaardigheden).
Pagina 1 van 16
ff ff fi
,- Contextueel perspectief
-> Focus op de interactie tussen het individu en de omgeving.
• Gedrag wordt verklaart vanuit een bepaalde context en het spelen van een rol in aanpassing
en overleving (Vygotsky, Bronfenbrenner, dynamische systeemtheorie).
- Cognitief perspectief
-> Focus op interne mentale processes die leiden tot cognitieve ontwikkeling
• Piaget: aanhanger idee van ontwikkeling in stadia, bepaalde cognitieve stappen leiden tot een
uitbreiding van mogelijkheden(/gedrag). Dit is volgens hem leeftijd-gerelateerd.
Hoofdstuk 3 - Onderzoeksmethoden binnen de ontwikkelingspsychologie
- Methodes voor data-verzameling (voor sociale wetenschappen)
• Zelfrapportage: informatie direct vanuit de onderzochte persoon, bijvoorbeeld door middel
van een vragenlijst of interview.
• Rapportage vanuit de directe omgeving: informatie vanuit de directe omgeving van de
onderzochte persoon; bijvoorbeeld familieleden, leraren en groepsgenoten.
• Observatie: informatie verzamelen door een bepaalde persoon/interactie te bestuderen. Dit
kan in een gecreëerde setting (laboratorium) of de natuurlijke omgeving.
• Participatie onderzoek: onderzochte persoon (of de directe omgeving) werkt mee aan
onderzoek door bijvoorbeeld een actieve rol te spelen in het onderzoeksontwerp, dataverzameling
en/of dataverwerking.
• Reacties in gedrag: de reactie van (hier) kinderen bestuderen door middel van een opgesteld
experiment (situatie gecontroleerd, in tegenstelling observatie -> hier kunnen personen ‘hun gang
gaan’).
• Metingen: het meten van bepaalde hersenactiviteit en hier conclusies aan verbinden.
-> Verschil kwalitatief en kwantitatief onderzoek.
- Proefpersonen
• representativiteit
• bereidheid tot meewerken
- Onderzoeksontwerpen
• Correctioneel onderzoek: onderzoek naar het verband tussen bepaalde variabelen.
• Experimenteel onderzoek: onderzoeksmethode om oorzaak-gevolg relaties te onderzoeken en
vast te stellen. Hierbij is het van belang dat er een experimentele en controle groep is, dat deze
‘random’ worden ingedeeld en dat de onderzochte groep representatief is voor de populatie.
Hierbij kan onderzoek gedaan worden in een laboratorium, in de natuurlijke omgeving of door een
combinatie: ( eld experiment) manipulatie van de natuurlijke omgeving.
• Case study: onderzoek naar een (hele) speci eke groep (een bepaalde ‘case’).
-> Methodes kunnen ook gecombineerd worden.
- Onderzoek naar verandering over de tijd
• Cross-sectioneel: het meten van verschillende leeftijdsgroepen (generaties) op hetzelfde
moment. Hierdoor kan je alleen een uitspraak doen over groepsverschillen.
• Longitudinaal: bepaald individu door de tijd heen op verschillende momenten meten. Dit kost
veel meer tijd (en middelen), een bepaalde uitval-bias kan optreden en ‘test-wise’ kan optreden,
maar hierdoor kan er wel een uitspraak gedaan worden over de ontwikkeling op individuele basis.
• Cross-sequentieel: combinatie van bovenstaande methodes waar op verschillende momenten
verschillende groepen worden gemeten.
- Ethische afwegingen bij onderzoek met kinderen
• Geen gevolgen voor (de ontwikkeling van) het kind.
• Wie geeft er toestemming (vanaf welke leeftijd kind zelf, ouder).
Pagina 2 van 16
fi fi
, Hoofdstuk 4 - Fysieke ontwikkeling: het ontstaan van het lichaam
- Prenatale ontwikkeling
• Germinale stadium (1-2 weken)
-> Zygote, gekenmerkt door hoog tempo van celdeling en vorming afhankelijkheid van de
moeder (navelstreng).
• Embryonale stadium (3-8 weken)
-> Embryo, belangrijkste fysieke structuren ontwikkelen (begin vorming lichaam en
ledematen), verdere verbinding met moeder (en placenta) -> hierdoor stadium met meeste
miskramen door complicaties in dit proces.
• Foetale stadium (9 weken - geboorte)
-> Ontwikkeling van de spieren en het centrale zenuwstelsel. 22 tot 26 weken wordt
gekenmerkt door de ‘age of viability’ -> hier is het lichaam in zoverre ontwikkelt dat een baby bij
geboorte (überhaupt) een overlevingskans heeft.
- Risico’s (Teratogenen)
-> Alle sto en die aangeboren afwijkingen kunnen veroorzaken.
• Drugs: gebruik van moeders, maar ook langdurig gebruik van vader (voor bevruchting) kan in
meer of mindere mate invloed hebben op de ontwikkeling. Verschillen hierin worden vooral
veroorzaakt door duur, moment en hoeveelheid. Ook als moeder niet (actief) gebruikt maar wel
drugs in de omgeving aanwezig is kan dit een e ect hebben. (Alcohol valt ook onder het rijtje
drugs met FAS als heftigste mogelijkheid bij zwaar alcoholgebruik.)
-> Neonataal abstinentiesyndroom: afkickverschijnselen, deze nemen af na geboorte maar
kunnen een langdurig e ect hebben op de ontwikkeling.
• Ziektes (aangeboren) en stoornissen: ook dit heeft invloed op de ontwikkeling en kan
veroorzaakt worden door bepaalde sto en die moeder binnenkrijgt of die moeder al bezit.
• Medische ingrepen: er zijn voorvallen geweest waarbij bepaalde medicijnen die vrouwen
tijdens de zwangerschap gebruikten gevolgen hadden op de ontwikkeling (voorbeeld: golf van
kinderen met missende ledematen door medicijn tegen misselijkheid tijdens de zwangerschap).
- Geboorte
• Gaat in verschillende stadia. Als deze niet snel genoeg op elkaar volgen door bepaalde
complicaties/risicofactoren is bijvoorbeeld een keizersnede een oplossing. Complicaties kunnen
een e ect hebben op de ontwikkeling (bijvoorbeeld door zuurstoftekort in de hersenen waardoor
hersenfuncties beperkt worden).
• Premature babies: als een baby te vroeg geboren wordt vormen gewicht, (mogelijk) het nog
niet bezitten van bepaalde vaardigheden om zelfstandig in leven te blijven en separatie van de
moeder/ouders bepaalde risicofactoren.
• Mogelijke aangeboren achterstanden (door hierboven genoemde factoren) kunnen
geminimaliseerd worden door omgevingsfactoren -> range of abilities.
- Fysieke ontwikkeling
• Fysieke vaardigheden bieden mogelijkheid tot verdere ontwikkeling (in verschillende gebieden)
(voorbeeld: meer zicht op omgeving door kunnen lopen, eigen keuzes kunnen maken door
mobiliteit).
• Goede voeding is belangrijk (borstvoeding biedt voordelen zoals bescherming tegen ziektes).
Mogelijke ondervoeding kan wel (gedeeltelijk) worden gecompenseerd (catch-up growth).
• Naast de individuele ontwikkeling vindt er ook een seculiere trend plaats -> voorbeeld:
mensen worden gemiddeld langer en zwaarder (omgevingsfactoren).
- Seksuele ontwikkeling
• Puberteit: lichaam komt in nieuwe ontwikkelingsfase onder invloed van hormonen.
- Primaire eigenschappen: direct betrokken in reproductie.
- Secundaire eigenschappen: niet betrokken in reproductie (borsten en gezichtsbeharing).
• Timing kan een e ect hebben op de sociale plaats en het zelfbeeld van een jongere.
Pagina 3 van 16
ff ff ff ff ff ff
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hdijkstra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,69. Je zit daarna nergens aan vast.