1 Naam bewijsstuk: Begeleidt bij dagelijkse activiteiten MZ-P2-K1-W2-VZ-P1-K1-W4
Inleiding:
Ik ben Britt Wijnen, 22 jaar. In september 2019 begonnen met de opleiding woon-zorgbegeleider. Vanaf
september 2019 werk ik op een gesloten PG-afdeling (woning 6). Dit is een kleinschalige afdeling met 9
bewoners. Deze afdeling is op de Wellen in Oss. Wij werken met een vast team op de afdeling. De
leeftijden van de verzorgende zijn erg gevarieerd, van jong tot oud, helpende,
kwaliteitsverpleegkundige en meerdere leerlingen en stagiaires. Dit is erg fijn, zo kunnen we de visie
van Brabantzorg nastreven, “Elke dag zo fijn mogelijk!”. Dit is mogelijk omdat er voldoende personeel
aanwezig is, en je met meerdere disciplines kan overleggen.
S (Situatie)
Ik heb voor deze opdracht twee zorgvragers gekozen en begeleidt tijdens een dagelijkse activiteit.
Deze zorgvragers lijden aan dementie, het is daarom belangrijk om ze hierbij te ondersteunen. Omdat
ze allemaal in een andere fase van dementie zitten. Je kunt dit terug vinden in hun zorgplan. Mevrouw
van H is 75 jaar en zit in de verborgen ik fase. Mevrouw J is 72 jaar en zit in de verdwaalde ik fase.
Ik heb deze cliënten gekozen omdat ze begeleiding nodig hebben bij activiteiten. Mevrouw H kan
overheersend zijn in haar gedrag, en dit dan weg lachen. Mevrouw J weet niet wat zij moet doen, als
er wat gevraagd wordt aan haar.
Samen hebben we kerststukjes gemaakt, in de huiskamer. Er is bewust gekozen voor een middag,
omdat andere bewoners dan liggen te rusten. Er is dan minder afleiding.
Inleiding over Mevrouw van H.
Mevrouw is 75 jaar, en woont sinds 03-10-2019 bij ons op woning 6, kleinschalig wonen PG- afdeling.
Heeft een dochter en drie zoons. Mevrouw heeft Alzheimer, en zit in ZZP 5 (zorgzwaartepakket).
Mevrouw verkeert zich in de verborgen ik fase. Mevrouw heeft nog een ziektebesef, waardoor zij kan
aangeven dat ze dingen vergeet. Mevrouw is mobiel, en kan zelfstandig met ondersteuning zichzelf
verzorgen. Mevrouw is bij ons komen wonen, omdat zij niet meer voor zichzelf kon zorgen. Mevrouw
wist niet meer wat er gedaan moest worden, waardoor zij zichzelf verwaarloosde. Mevrouw was in de
nacht bang, toen zij nog zelfstandig woonde. Mevrouw haar man is al enige tijd geleden overleden.
Hier praat mevrouw nog regelmatig over.
Mevrouw heeft in 2019 de diagnose Alzheimer gekregen.
Mevrouw geeft aan regelmatig aan naar het toilet te moeten, in de nacht. Dit brengt voor mevrouw te
veel onrust op, omdat dit in haar beleving gebeurt. Mevrouw heeft graag nog een eigen regie, en kan
soms overheersend overkomen. Naar medewerkers kan mevrouw opdrachten uitspreken, en geeft dan
snel aan wat wij moeten gaan doen. Dit doet het ziektebeeld met mevrouw. Naar bewoners toe is
mevrouw behulpzaam, en wil graag alles regelen. De meeste bewoners reageren hier positief in, maar
dit is niet altijd zo. Medebewoners zien het soms als bemoeien. Je mag dan op een prettige manier
aangeven; fijn dat U wilt helpen, ik zal het even overnemen. Het is belangrijk om dan een positieve
mimiek toe te passen, dus dat je vriendelijk blijft kijken. Zo voelt mevrouw zich gehoord, maar niet
gestraft. Zo is de belevingsgerichte zorg, arts en psycholoog nauw betrokken. Samen met mevrouw
haar 1e contactpersoon, dit is haar dochter. Overlegt over de situatie, we hebben videobeelden
gemaakt. Zodat alle disciplines, zorgmedewerkers en familieleden deze kunnen bekijken. We hebben
een casusbespreking gepland. Met iedereen is een begeleidingsplan samen gesteld. Deze kun je vinden
in het zorgplan. Het is belangrijk om als professioneel dit plan na te streven, ook tijdens deze
opdracht.
Naam leerling: OV- nummer: Datum:
WP:
Naam Instelling Naam docent Handtekening
, 2 Naam bewijsstuk: Begeleidt bij dagelijkse activiteiten MZ-P2-K1-W2-VZ-P1-K1-W4
Mevrouw verveeld zichzelf snel, dit komt omdat er door corona geen activiteiten zijn. Dit wordt
normaal beneden in het restaurant uitgevoerd. Daarom heb ik mevrouw uitgekozen voor deze
opdracht. Haar dochter heb ik hierin meegenomen, die kon helaas niet komen helpen. Omdat het niet
mag in verband met corona. Wel heeft zij leuke kerstspullen meegenomen, deze hebben we samen
uitgezocht. Mevrouw had ook de kleur rood vroeger in huis. Dit was een mooie herkenning voor
mevrouw. Op deze manier heb ik familie betrokken bij de activiteit.
Mevrouw scoort op het instrument ter vaststelling van complexiteit, midden complex.
Mevrouw heeft alzheimer en woont in een gesloten PG-afdeling. Mevrouw is verder in haar dementie,
dan dat zij overkomt. Dit kan lijden tot frustratie, zowel voor mevrouw en familie. Omdat zij elkaar
soms niet begrijpen. Mevrouw lacht haar afasie weg. Afasie is een taalstoornis die de linker hersenhelft
verstoord. Dit is gekomen door haar alzheimer. Mevrouw benoemd soms woorden, die zij op dat
moment niet bedoelt.
T (Taak)
Mijn taak en doel is om als verzorgende veranderingen te signaleren. Onder anderen het mentaal
welbevinden, naar aanleiding daarvan actie te ondernemen. Het is ook erg belangrijk om te overleggen
met collega’s, of dat zij deze bevindingen ook waarnemen. Ik wil mevrouw begeleidingsplan nastreven,
zo kan mevrouw leren omgaan met haar beperkingen en heeft zij toch een prettige dag. Zo krijgt
mevrouw een actiever dagritme.
Mijn taak was om de voorbereidingen goed door te nemen. En contact op te nemen met familie, het is
belangrijk om deze te betrekken bij activiteiten waar het kan. Het is fijn om samen zo een prettige
activiteit te kunnen organiseren.
R (Resultaat)
Het resultaat is dat mevrouw zelfstandig met wat sturing een mooi kerstuk had gemaakt. Mevrouw heb
ik begeleidt door middel van haar begeleidingsplan. Hierin staat dat je haar maar corrigeren, maar op
een positieve manier. Dus nooit verbeteren. Mevrouw haar eerste reactie was; Ik weet niet hoe ik moet
beginnen, ‘gade ge er ook een maken?’. Mevrouw gestimuleerd door te zeggen; dat ik ook een stukje
ging maken, zo hebben we dadelijk 3 mooie stukjes. Want medebewoners doet ook gezellig mee.
Mevrouw begon grapjes te maken, waardoor er een positieve sfeer hing. Mevrouw was geconsenteerd
bezig, en hielp ook medebewoner goed mee. Dit heb ik gestimuleerd door tussendoor te vragen; Wat
heb jij gemaakt? Ze lieten dan beide het stukje zien. Waardoor ze tussendoor een kort gesprekje
hadden. Mevrouw van H is erg behulpzaam, dus als er iets niet lukte dan hielp ze gelijk.
Onze visie zie je dan op deze manier ook weer terugkomen ‘Ik ken U echt’. De kennis die ik heb
toegepast is kennis van het ziektebeeld en verschillende begeleidingsmethodieken.
Voor mevrouw heb ik gekozen voor ROT benadering (realiteits oriëntatie benadering), het is belangrijk
om mevrouw terug te halen naar nu. Als mevrouw wat uitspreekt, dan kan zij zelf ook zeggen; Ik zeg
het verkeerd, help me even. De realiteits-orientatiebenadering is een methode om het denkvermogen
van oudere mensen te prikkelen. Dit kan positieve effecten hebben als je kijkt naar de manier waarop
je communiceert met de cliënt.
Het is mij opgevallen, dat mevrouw geheel alleen bezig was met het bloemstukje van zichzelf en ons.
Mevrouw was niet afgeleid, omdat ik er bewust voor had gekozen om het in de middag te doen. Er zijn
dan minder bewoners in de huiskamer, dus minder afleiding en prikkels. Mevrouw heeft een plezierige
middag gehad, en ze kan dit nog goed herinneren. Geeft dit ook meerdere keren aan.
Door middel van het groepsdynamica tabel was mevrouw een volger. Een volger volgt de leider op een
positieve manier, maar heeft wel duidelijkheid nodig van een begeleider binnen de groep.
Naam leerling: OV- nummer: Datum:
WP:
Naam Instelling Naam docent Handtekening
