MODULE 1 | INLEIDING LEAN ONDERNEMERSCHAP
Inleiding
Traditionele methode bij het opstarten van een bedrijf:
1. Bedrijfsplan schrijven
2. Pitchen om investeerders binnen te halen
3. Team samenstellen
4. Producten / prototypes ontwikkelen
5. Beginnen met verkopen
De centrale aanname dat het mogelijk is de belangrijkste onbekende factoren te
achterhalen voor het starten van een bedrijf, is onjuist. 3 belangrijke
misvattingen:
1. Bedrijfsplannen overleven het eerste contact met klanten zelden, (ervaren
ondernemers praten dus liever met klanten dan dat ze marktonderzoek
doen).
2. De enige mensen die vijfjarenplannen gebruiken om volledige onbekenden
te voorspellen zijn bankiers, durfkapitalisten, etc.
3. Startups zijn geen kleinere versies van grote bedrijven, ze zijn compleet
anders.
Er zijn 3 dingen die gevalideerd kunnen worden (of ongeldig): het probleem (Is er
een probleem waar mensen om geven?), de markt (Zijn er genoeg mensen die dit
probleem / deze zorg hebben?) en het product (Lost het product dit probleem op
deze markt op?).
Een manier om het juiste plan uit te voeren: Gebruikersonderzoek (Lean User
Research).
Het succesvol opzetten van een nieuw bedrijf komt neer op het vinden van de
juiste ‘problem-solution fit’. Bij lean ondernemen is dit niet anders. Waarin de
lean benadering echter afwijkt van de traditionele is de manier waarop een
startup moet uitzoeken wat deze juiste passende oplossing is.
De IMVU-case: Waarom ‘Lean Startup’?
Eric Ries vroeg zich af of er een gemakkelijkere, goedkopere en snellere manier
zou zijn geweest om de lessen te leren die hij moest leren om succesvol te
worden met IMVU. De ‘lean startup’-aanpak werd geboren.
De Lean-Startup Benadering
Richt zich op het creëren van een passende oplossing voor een
consumentenprobleem die past bij een specifieke doelgroep. Deze benadering is
gericht op 3 hoofdbeginselen:
1. Leaps of Faith | Startende ondernemers beschikken op dag 1 enkel over
niet geteste hypotheses / aannames, de ‘leaps of faith’. Er moet eerst
1
, worden uitgezocht wat deze aannames zijn, ze hebben betrekking op alle
elementen van het bedrijfsmodel.
2. Get-out-of-the-building | Lean startups gebruiken een ‘get-out-of-the-
building’-benadering genaamd ‘customer development’ om hun aannames
te valideren bij potentiële afnemers. De ondernemer moet hierbij op zoek
gaan naar feitelijke informatie. (3 goede manieren om aannames te
valideren: experimenten die gedrag meten, observaties en metingen,
validatie-interviews)
3. Agile Development | Dit vindt zijn oorsprong in de software-industrie, het
voorkomt verspilling van tijd en middelen (dus alles wat niet bijdraagt aan
waardecreatie (voor de klant)) door het product iteratief en stapsgewijs te
ontwikkelen. Ondernemers richten zich in een zo vroeg mogelijk stadium
op wat het ‘minimal viable product’ (MVP) heet: het kleinst mogelijke
product / dienst dat waarde toevoegt voor de consument.
MODULE 2 | WAARDEPROPOSITIE CANVAS
Het Startpunt: een Big Idea
Big-Idea-Sentence: ‘We ontwikkelen [een gedefinieerd aanbod] om [een
doelgroep] te helpen om [een probleem op te lossen / een behoefte te
bevredigen] [met een unieke propositie]. (Een Big-Idea-Sentence is slechts een
startpunt)
Tips: Vermijd bijvoeglijke naamwoorden, definieer je doelmarkt zo specifiek
mogelijk, vermijd buzzwords, acroniemen of vakjargon, houd het kort.
Waardepropositie Canvas
De kern van lean ondernemen is het z.s.m. leveren van waarde aan de klant.
Hiervoor moeten we weten wat (volgens ons) de (toegevoegde) waarde van ons
product / dienst is. Alexander Ostenwalder ontwikkelde een tool om die waarde
te achterhalen: de waardepropositie canvas (WPC / VPC). Het doel is om de
‘problem-solution fit’ vast te stellen, zo ga je na of de waardepropositie
overeenkomt met het klantsegment waar je je op richt. (Value map)
(Customer profile)
Gain creators
Gain
s
Products &
services
Customer
jobs
Pains
Pain relievers
2
, Klanttaak Taak die uitgevoerd moet worden, probleem dat opgelost moet
worden, klantbehoefte. Altijd gerelateerd aan de activiteit in je Big-Idea-
Sentence. Kan functioneel, sociaal of emotioneel zijn. Belangrijkste reden
waarom een product / dienst is bedacht.
Voordelen Positieve resultaten en neveneffecten die nodig, verwacht of
gewenst zijn en gepaard gaan met het uitvoeren van de klanttaak.
Pijnpunten Ongewenste kosten, effecten, emoties of risico’s voor, tijdens of na
het uitvoeren van de klanttaak.
Het invullen van deze 3 wordt makkelijker gemaakt met de begeleidende vragen
van Strategyzer. Focus je bij de Customer profile vooral op te taak in je Big-Idea-
Sentence voordat je oplossing gerealiseerd is.
Producten en diensten Wat daadwerkelijk wordt aangeboden / wordt
gecreëerd. Voordeelverschaffers Kenmerken van het product / dienst die
helpen positieve resultaten en neveneffecten te bereiken.
………………………………………………………………………
Pijnverzachters Functies die helpen belangrijke / specifieke pijnpunten weg te
nemen.
Value Proposition
Na het invullen van de VPC kan de Big-Idea-Sentence specifieker geformuleerd
worden. Uit de informatie kan de Value Proposition gehaald worden, de reden(en)
waarom de klantendoelgroep het product / de service waardeert. Bij het creëren
van de VPC kunnen bovendien functies worden gerangschikt o.b.v. noodzaak en
‘leuk om te hebben’.
MODULE 3 | AANNAMES EN HET LEAN CANVAS
Aannames
Eric Ries: “Elk businessplan begint met een stel aannames.” Deze aannames
moeten z.s.m. getest / gevalideerd worden. Om dit te kunnen doen moet een
startup in staat zijn om de aannames te inventariseren en prioriteren, de
belangrijkste aanname moet immers als eerst getest worden. Deze bepaalt
namelijk het toekomstige succes. De belangrijkste aannames zijn gerelateerd aan
2 vragen:
1. ‘Kunnen we het maken?’ Onderliggende aannames: Het doet wat we
beloven dat het zal doen, we beheersen de benodigde technologie om de
oplossing te creëren, de oplossing lost een reëel probleem op, etc.
2. ‘Kunnen we het verkopen?’ Het is belangrijk om vroeg ‘out-of-the-
building’ te gaan (blz. 2). Onderliggende aannames: Er is echt een
probleem, we kennen onze klantendoelgroep(en), onze klanten zijn bereid
onze oplossing te gebruiken (en ervoor te betalen), we hebben een echt
USP, etc.
3