WG casuïstiek werkgroepen week 45-50
Week 45 cases 1-4 (groep 1-2); cases 5-8 (groep 3-4)
WGBO
Casus 1. Informed consent
Patiënte, 14 jaar oud wil graag behandeld worden. Vader en moeder zijn gescheiden, maar
hebben gezamenlijk het gezag over hun dochter. Vader stemt met de behandeling in, maar
moeder weigert haar toestemming.
a. Mag de behandelend arts starten met de behandeling?
art. 7:450 lid 2 BW en art. 7:465 lid 4 BW
Als kind van 14 dan zowel kind als beide ouders die gezag hebben toestemming geven
voor behandeling maar uitzondering in Art. 450 lid 2 WGBO. Twee voorwaarden uit art.
450 lid 2: kind wil zelf behandeling = weloverwogen en behandeling is nodig om ernstig
nadeel voor kind te voorkomen = cumulatief (‘alsmede’) moet aan beide voorwaarden
voldaan zijn wil de hulpverlener toch behandelen. Maakt het uit dat ouders het oneens zijn
in deze casus? Nee, behandeling kan geheel zonder toestemming van ouders worden
uitgevoerd, maakt niet uit dat 1 toestemming geeft en ander niet. Dat geldt voor tussen 12
en 16. In principe kan de hulpverlener zonder toestemming van beide ouders behandelen
dus dan maakt het niet uit wie gezag heeft
Goed hulpverlenerschap art. 7:465 lid 4 BW in belang van kind en geen
overeenstemming kan worden bereikt met ouders dan probeer je als hulpverlener ten
eerste in gesprekken de ouders mee te krijgen. Dan als het nog niet lukt en kind het wel wilt
en het is duidelijk dat het kind erover kan nadenken dus wilsbekwaam is. Dan obv goed
hulpverlenerschap kan je zeggen dan overrule je de ouders en ga je mee met wens van het
kind. Ondanks dat je handelingsonbekwaam bent als kind tussen 12 en 16 maar het kind is
wel wilsbekwaam, en hangt af van aard van handeling en is in gezondheidsbelang van kind
dan kan arts zeggen ik ga er in mee en dus behandeling uitvoeren ondanks dat 1 van ouders
niet mee in stemt.
Feit dat kind op spreekuur zit, dan komt eigenlijk wel een behandelingsovk tot stand. Als
behandelaar probeer je te achterhalen waarom ouders er niet bij zijn. Je probeert zoveel
mogelijk de ouders te betrekken.
Als kind nog geen 12 is, als 1 ouder tegen is dan naar de rechter, wat voor behandeling is het
en gezondheid van kind gaat voor en vanuit belang van kind werd zo n behandeling
geaccepteerd dus weigering van 1 ouders werd opzij geschoven.
Hulpverlener kan ook naar rechter stappen en dan kan kinderbeschermingsmaatregel
gegeven worden, soort van voogdij uitgesproken of vervangende toestemming van rechter
gegeven voor de behandeling. In acute situaties wordt obv goed hulpverlenerschap alsnog
,behandeld, 465: lid 4 in kind van 12 moet de arts de gbo nakomen tegenover de
wettelijke vertegenwoordigers van het kind, dus ouders, maar de wil van wettelijk
vertegenwoordigers kan overruled worden door goed hulpverlenerschap, bijv
bloedtransfusies bij kinderen van jehova’s getuigen.
Kinderbeschermingsmaatregel uit boek 1 kinderen onder 12 kan voorlopige voogdij
worden uitgesproken of vervangende toestemming bij rechter vragen. Obv goed
hulpverlenerschap kan hulpverlener buiten toestemming van ouders voor kind handelen
453 boek 7..
Na scheiding hebben ouders in principe beide ouderlijk gezag art. 251 boek 1 BW. Kan
van afgeweken worden maar hier niet geval.
Casus 2. Informed consent II
De cliënt heeft een medisch probleem aan zijn geslachtsdeel. Het ziekenhuis heeft hiervoor
een medische ingreep uitgevoerd (uitvoeren van een circumcisie). De cliënt is niet blij met
het resultaat. Hij verwijt de specialist van het ziekenhuis dat hij niet is gewezen op de
alternatieve behandelopties en dat hij complicaties (geen gevoel, geen seksueel genot en
een groot litteken) aan de ingreep heeft overgehouden. De zorgaanbieder stelt dat de
ingreep correct is uitgevoerd. Het is onvermijdelijk dat er na de operatie een litteken is
ontstaan. Daarnaast is het onwaarschijnlijk dat de ingreep negatieve invloed heeft op de
ervaring van seksueel genot.
vragen:
wat is het onderwerp van het geschil?, wat is de rechtsvraag?
o Is de patient goed geinformeerd? Adequaat geinformeerd?
hoe zou het verweer van de zorgaanbieder luiden?
welke informatie ontbreekt? Eventuele alternatieven
hoe beoordeelt u het geschil? Te weinig info, geen infromed consent, dan
aansrpakelijk. Wel info genoeg dan klacht ongegraond
https://www.degeschillencommissiezorg.nl/uitspraken/informatieverstrekking-
en-procedure-medische-ingreep-is-juist-geweest/
wat is het onderwerp van het geschil?, wat is de rechtsvraag?
o Was er sprake van toestemming ogv volledige informatie, dus was er sprake
van informed consent?
hoe zou het verweer van de zorgaanbieder luiden?
o Zorgaanbieder zou verweren dat het onvermijdelijk was dat een litteken zou
ontstaan en achtte de kans niet groot dat het resultaat van geen seksueel
genot meer hebben kwam door de operatie. Dus dat heeft een andere
oorzaak
welke informatie ontbreekt? Eventuele alternatieven
o wisten niet hoe gesprek is verlopen tussen aanbieder en patiënt
o hoe groot is kans dat complicaties daadwerkelijk van de ingreep komen
hoe beoordeelt u het geschil?
, o In art. 448 WGBO, informed consent uitgewerkt sub b en sub c, er moet
gewezen worden op risico’s van ingreep en moet worden verwezen naar
alternatieve behandelingen. In hoeverre is er op risico’s gewezen van
zorgaanbieder, omdat patiënt zegt ik had nooit gedaan als ik dit had geweten.
Je wilt weten wat de richtlijnen zijn en vakliteratuur zegt over zulke operaties.
o Zijn alternatieve behandelingsopties die realistisch zijn en client hadden
kunnen helpen, had de arts hem daar dan niet op moeten wijzen.
o Ongegrond verklaart door geschillencommissie van een ziekenhuis, in echte
zaak: patiënt had niet voldoende aannemelijk gemaakt dat geen sprake was
van informed consent. Dat lag aan een aantal zaken:
Het was niet meer weefsel weggesneden dan uit medisch oogpunt
wenselijk en noodzakelijk
De wondgenezing had niet ongestoord plaatsgevonden bij het litteken.
Dat kon arts niet wijten dat dat zou gebeuren
In vakliteratuur stond niet dat het invloed kon hebben op seksueel
genot. Is geen bekend gevolg van ingreep die gedaan werd, dus arts
kon patiënt niet daarvoor waarschuwen
Alternatieve behandelingsopties hoefden niet te worden besprokene
omdat de andere behandelingen niet voldoende effectief zouden zijn
voor zijn aandoening
Wat nu als circumsisie de enige optie was en de nadere opties zijn niet effectief en niet
verantwoord. Niet bewezen effectief. Moet je de patiënt daar ook over informeren. Of
alleen de bewezen opties?
Hoeft niet over alle alternatieven geïnformeerd te worden. Het gaat over zinvolle opties.
Dubieuze alternatieven en met risico’s hoef je patiënt niet te informeren. Op zn minst kan je
benoemen dat ze niet effectief zijn bewezen.
Besluit moet van de patiënt zelf komen maar wel goed geïnformeerd zijn. Het hangt dus af
van de interventie en effectiviteit van alternatieven. Art. 448, je moet geïnformeerd zijn en
ook benoemen met daarbij aangeven dat ze niet effectief zijn.
2 antwoordopties:
Niet voldoende geïnformeerd niet voldaan aan informed consent, artikel 7:448
BW dus aansprakelijk
Voldoende geïnformeerd want alternatieven zijn niet effectief bewezen
verklaard voor de rest van zijn klachten is geen bewijs in literatuur dat dat komt
door de interventie. Dus voldaan aan informed consent.
Casus 3. Beslissen over het staken van medisch zinloos handelen
, Ouders willen om religieuze redenen dat hun kind behandeld wordt, maar zal dan
waarschijnlijk zijn hele leven afhankelijk zijn van invasieve beademing waarbij de kwaliteit
van leven bovendien in veel opzichten zeer beperkt zal zijn. Het behandelteam wil de
behandeling staken.
Vraag: wie mag beslissen?
art. 7:465 lid 4/ lid 5 BW
Arts mag beslissen obv art. 453 WGBO, goed hulpverlenerschap. Als wens ouders niet
verenigbaar is met wat een goed hulpverlener zou moeten doen in belang van kind dan
moet arts de behandeling staken.
Staken van behandelingen: arts moet goed beoordelen wanneer het nog zinvol is om te
behandelen en of het zinloos is Aan de hand van objectieve medische criteria
beoordelen. Obv goed hulpverlenerschap. Soms zijn er richtlijnen door beroepsgroep. Maar
die kunnen ook ontbreken dan is het ogv goed hulpverlenerschap. Er is richtlijn, dat onder
deze omstandigheden zijn acties mogelijk, beademing, medicatie toedienen voor bepaalde
periode, niet onder bepaalde norm zitten. In fase dat het geen toegevoegde waarde heeft
de behandeling, dan moet je stoppen! Medisch zinloos handelen mag je niet doorgaan.
Ondanks dat ouders dat wel zouden willen, anders dan ben je als arts tuchtrechtelijk
aansprakelijk. Ook nog specifiek artikel bij de wil van vertegenwoordigers 465 lid 4 :
vertegenwoordigers (van patiënten onder 12, boven 12, ook volwassenen die
handelingsonbekwaam zijn, is namelijk algemeen artikel en is daarbij dus niet van belang om
wat voor handelingsonbekwame patiënt het gaat) zouden kunnen zeggen we willen
doorbehandelen. Echter, hier is vastgesteld dat het gaat om zinloos handelen als hij
doorgaat. Dus hulpverlener kan dan toch het toestemmingsartikel van art. 450 achterwege
laten en dus de wil van de ouders overrulen.
Veelal ouders proberen te overtuigen dat ze willen stoppen. Als ouders door willen dan kan
worden bepaald dat doorgaan tegen goed hulpverlenerschap in gaat. Dus arts mag beslissen
ogv goed hulpverlenerschap. De beroepstandaarden zijn de standaard.
Ouders worden ook niet aangemerkt als zijnde goed vertegenwoordiger als ze door willen
met behandeling terwijl er geen leven meer bestaat voor het kind, ingevolge art. 465 lid 5.
Als patiënt wel door wilt gaan, ondanks dat het zinloos handelen is?
Richtlijn medisch zinloos handelen.
Casus 4: Informatie