Samenvatting van het LWEO Havo Economie boekje Markt en Overheid. In deze samenvatting worden alle hoofdstukken uitgelegd en samengevat voor je eindexamen inclusief alle begrippen plus uitleg en de leerdoelen per hoofdstukken beschreven. Hoofdstuk 1 tot en met 7.
H1: De telefoniemarkt, H2: Van vo...
Volkomen concurrentie
Een markt van volkomen concurrentie of volledige mededinging kenmerkt zich door:
– een groot aantal aanbieders: een individuele producent is klein en heeft geen invloed op de prijs.
– een homogeen product: voor de consument zijn alle exemplaren van het product identiek.
– transparante (doorzichtige) markt: vragers naar en aanbieders van het product zijn op de hoogte
van het totale aanbod. Op een transparante markt is slechts één prijs mogelijk, namelijk de laagste.
– vrije toe- en uittreding: er zijn geen belemmeringen om tot een markt toe te treden of eruit te
stappen.
Hoeveelheidsaanpasser
De individuele aanbieder heeft geen invloed op de prijs. De prijs is voor de individuele aanbieder een
gegeven. Omdat hij streeft naar maximale winst, zal hij net zoveel producten aanbieden dat zijn
winst maximaal is. Hij past dus zijn hoeveelheid aan. Daarom heet een aanbieder op een markt van
volkomen concurrentie een hoeveelheidsaanpasser.
Prijselasticiteit van de vraag
= Procentuele verandering van de vraag
Procentuele verandering van de prijs
Optimale allocatie van productiefactoren.
Het vrije spel van vraag en aanbod wordt ook wel het marktmechanisme of prijsmechanisme
genoemd. Als de vraag naar een product toeneemt, stijgt de prijs en krijgen aanbieders de prikkel om
meer te gaan produceren, zodat in de extra vraag wordt voorzien. Omgekeerd zullen aanbieders bij
een afnemende vraag en dalende prijzen minder aanbieden omdat de productie minder winstgevend
is. Door het prijsmechanisme worden de productiefactoren (arbeid, kapitaal, natuur en
ondernemerschap) zo ingezet dat zij het beste in de behoeften voorzien. Dit heet optimale allocatie
van productiefactoren.
Maximale totale winst
Marginale kosten (MK) zijn de kosten van een extra geproduceerde eenheid.
Marginale opbrengsten (MO) zijn de opbrengsten van een extra geproduceerde en verkochte
eenheid.
Zolang de MO groter zijn dan de MK, stijgt de winst.
Constante en variabele kosten
Constante kosten zijn kosten die niet veranderen bij een toe- of afname van de productie.
Variabele kosten zijn kosten die veranderen bij een toe- of afname van de productie.
Bij proportioneel variabele kosten zijn de marginale kosten gelijk aan de gemiddeld variabele kosten.
Bij degressief variabele kosten dalen de gemiddeld variabele kosten bij toename van de productie
(kortingen) en bij progressief variabele kosten stijgen de gemiddeld variabele kosten bij een toename
van de productie (overwerk).
1
,Leerdoelen hoofdstuk 1
Leerlingen kunnen:
• de kenmerken van de marktvorm volkomen concurrentie benoemen.
• uitleggen hoe het marktmechanisme werkt.
• met behulp van een vraagfunctie en aanbodfunctie de evenwichtsprijs, de evenwichtshoeveelheid
en de evenwichtsomzet berekenen.
• de vraaglijn en de aanbodlijn in een grafiek tekenen en het marktevenwicht aangeven.
• verschuivingen van de collectieve vraaglijn en collectieve aanbodlijn verklaren.
• gevolgen van verschuivingen van de vraaglijn en de aanbodlijn voor het marktevenwicht
beschrijven.
• de prijselasticiteit van de vraag berekenen en gevolg van de waarde van de prijselasticiteit van de
vraag voor de omzet uitleggen.
• kostenfuncties en opbrengstenfuncties in een grafiek tekenen.
• voorbeelden geven van constante kosten en variabele kosten.
• verklaren dat een producent winst maakt als de totale opbrengst hoger is dan de totale kosten en
dit zowel grafisch als rekenkundig onderbouwen.
• uitleggen dat het break-evenpunt een belangrijk omslagpunt is bij de afweging om wel of niet toe
te treden tot een markt.
• de relatie tussen totale kosten en gemiddelde kosten verklaren en berekenen.
• met behulp van de kosten- en de opbrengstenlijn de afzet met maximale totale winst afleiden.
• met behulp van de kosten- en de opbrengstenfunctie de afzet met maximale totale winst
berekenen.
• uitleggen dat de totale winst toeneemt zolang de marginale opbrengst hoger is dan de marginale
kosten.
• uitleggen dat de totale winst afneemt als de marginale opbrengst lager is dan de marginale kosten.
• uitleggen dat de totale winst maximaal is als de marginale opbrengst gelijk is aan de marginale
kosten.
Begrippenlijst hoofdstuk 1
break-evenafzet
De afzet waarbij de totale opbrengst gelijk is aan de totale kosten: er wordt geen winst gemaakt.
constante kosten
Kosten die niet veranderen als de omvang van de productie/afzet verandert.
doorzichtige markt (= transparante markt)
De vragers naar en aanbieders van een product zijn op de hoogte van het totale aanbod (prijs en
andere voorwaarden).
gemiddelde variabele kosten
De variabele kosten per product. Berekening: de totale variabele kosten gedeeld door de
geproduceerde hoeveelheid.
heterogeen product
Goederen en diensten waarvan de exemplaren in de ogen van de consument verschillen. Het maakt
uit van welke aanbieder het product afkomstig is.
homogeen product
Goederen en diensten waarvan alle exemplaren in de ogen van de consument identiek zijn. Het
maakt niet uit van welke aanbieder het product afkomstig is.
marginale kosten
De extra kosten als de productie met één product wordt uitgebreid.
marginale opbrengst
2
, De extra opbrengst als de productie (en afzet) met één product wordt uitgebreid.
marktmechanisme (= prijsmechanisme)
De prijs en de verhandelde hoeveelheid van een product komt tot stand door het vrije spel van vraag
en aanbod. Er wordt precies evenveel aangeboden als gevraagd.
prijselasticiteit van de vraag
De verandering van de vraag als gevolg van een verandering van de prijs.
prijsmechanisme (= marktmechanisme)
De prijs en de verhandelde hoeveelheid van een product komt tot stand door het vrije spel van vraag
en aanbod. Er wordt precies evenveel aangeboden als gevraagd.
transparante markt (= doorzichtige markt)
De vragers naar en aanbieders van een product zijn op de hoogte van het totale aanbod (prijs en
andere voorwaarden).
variabele kosten
Kosten die veranderen als de productieomvang verandert.
volkomen concurrentie (= volledige mededinging)
Een markt met homogene producten, waarop sprake is van vrije toetreding en transparantie. De
aanbieder heeft geen invloed op de prijs. De aanbieder is een hoeveelheidsaanpasser.
volledige mededinging (= volkomen concurrentie)
Een markt met homogene producten, waarop sprake is van vrije toetreding en transparantie. De
aanbieder heeft geen invloed op de prijs. De aanbieder is een hoeveelheidsaanpasser.
vrije toe- en uittreding
Er zijn geen belemmeringen om tot een markt toe te treden of eruit te stappen, bijvoorbeeld geen
vestigingseisen
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper thomvernhout. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,28. Je zit daarna nergens aan vast.