Geschiedenis leerdoelen H1 t/m H4
Hoofdstuk 1
1.1 Van jager-verzamelaars naar boeren
1. Je kunt kenmerken noemen van de levenswijze van jager-verzamelaars;
Nomaden, leven jacht en verzameling eten, weinig bezittingen, eenvoudige tijdelijke
onderkomens, sociale verschillen beperkt.
2. Je kunt uitleggen waar en waardoor de landbouwrevolutie ontstond;
De overvloed aan wilde dieren en graan in het Midden-Oosten nam af door het
klimaatsverandering, hierdoor zijn mensen zelf graan gaan verbouwen. De gevolgen
hiervan waren heel groot en daarom spreken we van landbouwrevolutie. Ook de
veeteelt ontstond hierdoor.
3. Je kunt uitleggen hoe en waardoor de landbouwrevolutie zich verspreidde naar
Europa.
De landbouw in het Midden-Oosten zorgde voor meer voedsel dan het jagen en
verzamelen, waardoor het aantal mensen toe nam. Er ontstond een bevolkingsdruk
en sommige boeren trokken, samen met hun kennis over de landbouw, naar Europa.
4. Je kunt de gevolgen van de landbouwrevolutie beschrijven en verklaren.
Sedentair leven, mensen bouwden een vaste plaats om te wonen. Ze maakten andere
gebruiksvoorwerpen, landbouwwerktuigen en aardewerk. En de sociale verschillen
namen toe doordat mensen met bezit meer aanzien kregen.
1.2 Dorpen en steden
1. Je kunt uitleggen waardoor in Mesopotamië stedelijke gemeenschappen
ontstonden.
Veel boeren gingen zich vestigen in Mesopotamië, omdat het rivierwater daar gunstig
was voor hun landbouw. De boeren zorgden voor irrigatie (irrigatielandbouw) en
daardoor hadden ze overvloedige oogsten, waardoor er zo veel eten was dat de
bevolking snel kon groeien en de boerendorpjes steeds groter werden. Hierdoor
ontstonden de eerste steden.
2. Je kunt enkele stedelijke gemeenschappen uit de Tijd van jagers en boeren noemen
en daarvan de kenmerken geven, verklaren en herkennen.
Slaven (krijgsgevangenen), boeren (grootste deel bevolking), ambachtslieden en
soldaten, priesters.
Hoofdstuk 2
2.1 De Griekse wereld
1. Je kunt met behulp van het begrip polis uitleggen dat de Griekse wereld op
bestuurlijk gebied verdeeld was, maar op cultureel gebied verenigd;
Elke polis had zijn eigen wetten en bestuur, maar de Grieken vereerden dezelfde
goden, spraken dezelfde taal en genoten van dezelfde heldenverhalen.
, 2. Je kent vier bestuursvormen die in Griekenland voorkwamen;
- Monarchie, koning aan de macht door erfopvolging.
- Aristocratie, bestuur door een groep edelen.
- Tirannie, bestuurd door (vaak wrede) alleenheerser.
- Democratie, volk heeft hoogste macht.
3. Je kunt beschrijven hoe de Atheense democratie werkte;
Vrouwen, slaven en inwoners van niet-Atheense afkomst hadden geen politieke
rechten. Verder mochten alle mannen stemmen. Om in de Raad van Vijfhonderd te
komen, deze raad had de dagelijkse leiding over de polis en deed de voorstellen
waarover gestemd kon worden, moest je ingeloot worden, maar moest je als burger
persoonlijk aanwezig zijn bij elke vergadering.
4. Je kunt uitleggen wat de ontwikkeling van wetenschappelijk denken van de Grieken
inhield;
Filosofen gingen kijken naar logische oorzaken van verschijnselen, zo ontwikkelden ze
theorieën over de atoom, getallen en formules en geneeskunde. De arts Hippokrates
kwam erachter dat ziektes minder verspreiden als je water kookt voor je het drinkt. Ze
kwamen dus met logische argumenten en bewijzen. Hierdoor voerden de Grieken
filosofische discussies over politiek en burgerschap.
5. Je kunt uitleggen waar en waardoor de Griekse cultuur zich ook buiten Griekenland
verspreidde;
Alexander de Grote veroverde het Perzische Rijk, dat na zijn dood weer uiteenviel.
Toch waren er veel Grieken die zich zijn gaan vestigen in de veroverde gebieden, zij
hielden hier vast aan hun taal en gewoontes. Zij vormden de bovenlaag van de
samenleving, en wilde je hierbij horen? Dan moest je Grieks leren en de cultuur
overnemen.
2.2 Het Romeinse Rijk
1. Je kunt uitleggen hoe de Romeinen hun imperium uitbreidden en onder controle
hielden;
De overwinning op Carthago, een Noord-Afrikaanse grootmacht, betekende een
enorme Romeinse gebiedsuitbreiding. Daarna volgden Spanje, Noord-Afrika en het
oostelijke Middellandse Zeegebied, waardoor Rome een Imperium werd.
2. Je kunt uitleggen waardoor zich in het Romeinse Rijk een Grieks- Romeinse
mengcultuur verspreidde;
Door de verovering van de Griekse koloniën in Zuid-Italië raakte de Romeinse cultuur
beïnvloed door die van de Grieken. De Romeinen voegden aan de Griekse architectuur
beton en boogconstructies toe. De Romeinen namen hun manier van bouwen mee
naar de veroverde gebieden en verspreidde daar de Grieks-Romeinse stijl.
3. Je kunt voorbeelden herkennen van de Grieks-Romeinse vormen in architectuur;
Symmetrie, beton, boogconstructies. Dit pasten ze op allerlei manieren toe: koepels,
amfitheaters, bovengrondse waterleidingen en luxe villa’s.
4. Je kunt uitleggen wat de oorzaken en gevolgen waren van romanisering;
Oorzaken: door de aanwezigheid van Romeinen in een gebied, werd dat gebied
beïnvloed door de Romeinse cultuur.