Inleiding recht
Week 1
Kennisclip week 1
Lezen hoofdstuk 1 en hoofdstuk 4 paragraaf 9.
Opdrachten maken
In de samenleving heeft het recht de taak om zo mogelijk conflicten te voorkomen en
bestaande conflicten op te lossen. Het recht tracht de vrede in de samenleving te bewaren
door de belangen van de gemeenschap en de belangen van de individuele leden van de
samenleving te beschermen. Daarbij speelt de overheid een belangrijke rol.
Rechtsregels hebben als doel om menselijke gedragingen te ordenen en daarmee ook te
uniformeren, doordat ze voor iedereen gelijkelijk van kracht zijn.
Het recht ordent menselijk gedrag door het stellen van regels. Daarnaast zorgt het recht dat
die regels worden gehandhaafd door geschilbeslechting.
Recht is het geheel van geldende rechtsregels.
Een definitie: ‘het systeem van regels waarmee de mens de samenleving ordent. In het recht
staat wat je wel en niet mag doen’.
Andere regels:
- Fatsoensnormen
- Morele normen
- Spelregels
- Huisregels etc.
Kenmerk van rechtsregels
- Afkomstig van de overheid
- Naleving beoordeeld door rechterlijke instantie (niet het geval bij die andere soorten
regels).
- Doel/ functies van het recht: gedrag van mensen ordenen, handhaving van regels en de
rechtszekerheid.
Waar vind je recht? In de rechtsbronnen:
- Verdrag (internationale verdragen en afspraken)
- De wet
- Jurisprudentie (rechtspraak)
- Gewoonte
Indeling van het recht
- Publiekrecht (bestaat uit staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht)
Verticale verhouding, er is overheidsgezag bij betrokken.
Overheid
Burger
Algemeen belang
1
,- Privaatrecht (bestaat uit vermogensrecht, rechtspersonenrecht, personen en familierecht)
Horizontale verhouding, rechtsverhouding tussen burgers onderling. Er is geen
overheidsgezag bij betrokken.
Burger (overheid als burger) Burger
Individueel belang
Ons positieve recht bestaat enerzijds uit regels die aan personenrechten verlenen en/of
plichten opleggen, en anderzijds uit regels die aangeven hoe geschillen over de juiste
toepassing van deze regels in concrete gevallen moeten worden beslecht in een juridisch
proces.
Materieel recht inhoud van het recht (rechten en plichten). Regels die betrekking hebben
op de rechten en plichten van personen in hun onderling verkeer. Op de inhoud gericht.
Formeel recht Handhaving van de rechten en plichten (procesrecht). Regels over de wijze
van procederen bij de rechter. Wordt ook wel procesrecht genoemd.
Als de gemeente een koopovereenkomst aangaat voor de burgers, dan hoort dit tot het
privaatrecht. Want ze oefenen geen overheidsgezag uit.
Zodra er overheidsgezag wordt uitgeoefend spreken we over publiekrecht. Anders spreken
we over privaatrecht.
Nationaal en internationaal recht.
Nationaal recht het staat in ieder land in beginsel vrij in zijn wetgeving te regelen wat het
nodig acht, en te bepalen welke bevoegdheden aan het bestuur en de rechterlijke macht
toekomen. Dit noemen we soevereiniteit. Soevereiniteit is zowel naar buiten als naar binnen.
Naast het nationale recht geldt binnen staten ook recht van internationale oorsprong. Dit
noemen we kortheidshalve internationaal recht. Omdat in Nederland net als in veel andere
staten het verdrag een van de rechtsbronnen is, bevat het nationale recht ook regels van
internationale oorsprong.
Het deel van internationaal recht dat rechtsregels bevat over het verkeer tussen staten
onderling en het verkeer tussen staten en volkenrechtelijke organisaties, wordt het
volkenrecht genoemd. Dit bestaat voornamelijk uit verdragen, besluiten van volkenrechtelijke
organisaties en regels van gewoonterecht.
Als blijkt dat een regel van nationaal recht in strijd is met een regel of een besluit van
internationale herkomst, dan is de vraag welke regel geldt. Dit staat in art. 94 van de Gw.
Daarin is bepaald dat een regel of besluit van internationale herkomst voorrang heeft boven
de nationale regel.
Rechtsgebieden:
Publiekrecht =
1. Staatsrecht Het staatsrecht bevat de regels die betrekking hebben op de organisatie
van de staat en zijn organen en op de bevoegdheden van die organen. Het omvat de
verhouding van de burger tot de staat en de mogelijkheden die de burgers hebben om
invloed uit te oefenen op het functioneren van de diverse staatsorganen. Grondrechten die te
vinden zijn in de grondwet.
2
,2. Bestuursrecht Het bestuursrecht heeft de juridische bestuursactiviteit van de overheid
tot onderwerp. Administratief recht. In het bestuursrecht staat de rechtsverhouding tussen
overheid en burger centraal. Geeft regels over de uitoefening van bestuursbevoegdheid door
het openbaar bestuur. De belastingwetgeving, sociale zekerheid wetgeving de gemeente wet
maar ook milieu en vreemdelingenrecht.
3. Het strafrecht Het materiële strafrecht geeft aan welke gedragingen strafbaar zijn, wie
dader is en welke straffen voor het plegen van strafbare feiten kunnen worden opgelegd. =
Het wetboek van strafrecht.
Het formele strafrecht bevat voorschriften omtrent de gang van zaken bij de opsporing van
strafbare feiten, het onderzoek ter terechtzitting en de tenuitvoerlegging van de straf.
Wetboek van strafvordering.
Privaatrecht =
4. Het vermogensrecht alle op geld waardeerbare rechten en plichten. Zoals het
overdragen en verkrijgen van eigendom, recht van hypotheek en het sluiten van een
koopovereenkomst en aansprakelijkheid voor schade.
5. Het rechtspersonenrecht Regelt het recht met betrekking tot rechtspersonen zoals bv
en nv. Hoe opgericht, welke eisen ervoor gelden, regels over het uitgeven van aandelen en
bestuurdersaansprakelijkheid.
6. Personen en familierecht Gaat over de familierechterlijke betrekkingen van personen.
Regels over afstamming, erkenning en adoptie, huwelijk en echtscheiding
Het burgerlijk recht Het burgerlijk recht is geregeld in het burgerlijk wetboek.
Het arbeidsrecht en het sociaal zekerheidsrecht Het arbeidsrecht wordt omschreven als
het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de arbeidsverhouding van personen die
in loondienst werkzaam zijn.
Publiekrecht:
- Staatsrecht
- Bestuursrecht: Materieel en formeel: Bestuursrecht en bestuursprocesrecht
- Strafrecht: Materieel en formeel: Strafrecht en strafprocesrecht
Privaatrecht
- Materieel: privaatrecht: personen- en familierecht & rechtspersonenrecht & vermogensrecht
- Formeel: Burgerlijk procesrecht
Gewoonterecht Van gewoonterecht is alleen sprake als er aan de twee voorwaarden
voldaan is:
- Een bepaald gedrag moet ononderbroken gedurende lange tijd zijn gevolgd en herhaald in
een bepaalde maatschappelijke kring. Aangeduid met de term bestendig gebruik.
- Het bestendig gebruik als rechtsnorm worden ervaren. Dit betekent dat in de betreffende
maatschappelijke kring de overtuiging moet hebben postgevat dat men verplicht is zich aan
het bestendig gebruik te houden en er geen sprake is van een rechtsregel. Rechtsnorm.
Voornamelijk bij het burgerlijk recht en staatsrecht. Term rechtsnorm.
3
, Opdrachten
Opdracht 1
Lees onderstaand nieuwsbericht.
Bron: Brabant dagblad, 25-06-19, Ton Rooms
Aanvraag vergunning voortaan makkelijker in Boxtel
BOXTEL - Het houden van kleine evenementen in Boxtel wordt gemakkelijker. Ze hoeven
voortaan alleen nog gemeld te worden, aanvragen van een vergunning kan achterwege
blijven.
Voor een evenement van één dag, dat zich afspeelt tussen 09.00 en 23.00 uur met minder
dan 250 bezoekers, hoeft in Boxtel voortaan geen vergunning meer worden aangevraagd.
Tien werkdagen van tevoren melden is voldoende.
Het is een van de aanpassingen van de Algemene Plaatselijke Verordening die de
gemeenteraad volgende week krijgt voorgelegd. Het is niet bezwaarlijk, dergelijke
evenementen hebben vrijwel nooit een grote impact op openbare orde en veiligheid'', stellen
B en W. De burgemeester heeft na de melding vijf dagen de tijd om een evenement alsnog
te verbieden als er zich eventueel wél problemen kunnen voordoen met de openbare orde
Tot welk rechtsgebied behoort het wijzigen van de APV? Valt dit rechtsgebied onder het
publiekrecht of onder het privaatrecht? Motiveer je antwoord.
- Het wijzigen van de APV valt onder het rechtsgebied publiekrecht, omdat het wel langs de
gemeenteraad en de burgermeester gaat dus langs de een overheidsorgaan, het bestaat
daarna uit het bestuursrecht. De overheid oefent druk uit op de burger, want alleen zij
kunnen dit wijzigen.
Opdracht 2
Is onderstaande stelling juist of onjuist?
‘De rechtsregels in het Wetboek van Strafrecht behoren tot het materiële publiekrecht’.
- Juist, want de rechten en plichten omtrent de inhoud van het recht worden hierin
beschreven. Materieel publiekrecht.
Opdracht 3
De gewoonte geldt ook als een algemeen erkende rechtsbron. Uiteraard is het niet zo dat
iedere gewoonte in de zin van een vaste gedragslijn er automatisch toe leidt dat er sprake is
van gewoonterecht. Daarvoor is nog iets extra’s nodig.
Stel dat het in Eindhoven bij een bepaald benzinestation de gewoonte is om te tanken
zonder te betalen en dat de beheerder van dit tankstation geen enkele actie pleegt te
ondernemen om dit gedrag tegen te gaan, zodat dit telkens onbestraft blijft. Is deze
handelwijze - die heel gewoon is geworden - daarmee ook gerechtvaardigd en heeft deze
zich herhalende gedragswijze daarmee het predicaat van (gewoonte)recht verworven?
A). Leg uit aan welke twee voorwaarden moet zijn voldaan om te kunnen spreken van
“gewoonterecht”?
- De twee voorwaarden waaraan moet worden voldaan bij gewoonterecht is, het moet een
vast gebruik zijn in een bepaalde groep en men moet de overtuiging hebben dat men voldoet
aan de rechtsnormen.
B). Geef aan waarom in het hierboven beschreven geval geen sprake kan zijn van
“gewoonterecht”?
- Er kan geen sprake zijn van gewoonterecht, omdat er aan de tweede voorwaarde niet
voldaan wordt.
C). Behoort het gewoonterecht tot het geschreven of het ongeschreven recht?
- Het gewoonte recht bestaat tot het ongeschreven recht.
4