Uitgebreide samenvatting van de hoofdstukken 1, 2, 8 en 9 van economie in het nieuws. Voor het tentamen economie & kunst van de opleiding Journalistiek aan de HU. Met begrippenlijst.
Hoofdstuk 1 Economische groei
1.1 Hoe kun je zichtbaar maken dat de economie van een land groeit?
Bij economische groei staat het maken van producten centraal. Je begint met het bepalen
van de waarde van de totale productie in een land, alles wat er aan goederen en diensten in
een bepaalde periode is gemaakt. De waarde die wordt geteld is niet de verkoopwaarde
maar alleen de toegevoegde waarde. (verschil met inkoop en verkoop = toegevoegde
waarde). Op deze manier tellen voorkomt dubbeltellingen. De toegevoegde waarde van de
totale productie in Nederland heet het Bruto Binnenlands Product (BBP). Dit is dus alles wat
er op Nederlands grondgebied is gemaakt. Ook heb je het begrip Bruto Nationaal Product
(BNP) als maatstaf voor de productie door Nederlanders. BBP wordt internationaal het
meeste gebruikt. Als verkoopprijzen stijgen stijgt het BBP ook. Bij economische groei gaat
het om enkel de groei van het BBP die is veroorzaakt door een stijging van het aantal
goederen of diensten en niet alleen om prijsstijging. Dus, alleen als er bijvoorbeeld meer
fietsen worden gemaakt kun je spreken van een reële groei van het BBP.
1.2 Aan wat voor bedragen moet je dan denken?
Het BBP gaat om grote bedragen. Die kun je toegankelijk maken voor je doelgroep door:
● Het BBP te delen door het aantal inwoners van een land. Dit heet het BBP per
hoofd van de bevolking.
● Overzicht te geven. Je kunt dit doen door het BBP te vergelijken met andere landen
(hier versus daar) of vergelijken met het verleden (toen versus nu). De verandering
hiervan is de economische groei. als de groei 4,8% is, waarvan 2,8% prijsstijging, is
2% de reële economische groei.
Andere dingen die het BBP kunnen beïnvloeden zijn:
● Het aantal werkdagen in een jaar
● Ook telt het BBP alleen maar ‘witte economie’ en dus niet zwart geld. (informele
economie) Alleen zwart geld dat besteed wordt leidt tot productie en telt mee in het
BBP.
1.3 Waarom wordt economische groei gezien als iets positiefs?
Reële economische groei is goed en een krimpende economie is zorgwekkend. Waarom is
dit? Voor productie moeten mensen aan het werk, om iets te maken, moeten
productiefactoren worden ingezet. Dit zijn arbeid, kapitaal, natuur, en ondernemerschap.
Productie leidt dus tot inkomen. Hoe meer er geproduceerd is, hoe meer inkomen er is
verdiend in het land. Inkomen zegt iets over welvaart.
Een deel van het verdiende inkomen gaat ook weer naar consumptie, wat weer aanspoort
tot meer productie en dat weer tot nog meer inkomen. Ook bedrijven kunnen gaan uitbreiden
en gaan investeren, waardoor de werkgelegenheid (vraag naar arbeid) toeneemt. Dat
effect, waarin productie- en inkomensstijgingen leiden tot stijgingen van bestedingen, die
weer leiden tot meer productie heet het sneeuwbal proces. Hoelang die sneeuwbal blijft
doorrollen hangt af van;
- De productiecapaciteit van bedrijven
- Het consument- en producentenvertrouwen. Als mensen veel vertrouwen hebben in
de economie gaan ze uitgeven, anders niet. De media speelt een grote rol bij angst
aanpraten. Zo brengt de media kale feiten uit, is er een bepaalde toon en ook is de
omvang van het bericht van belang.
1.4 Is economische groei wel zo positief?
, De stijging van de welvaart van een land zegt niks over de verdeling van dat extra inkomen.
Zo ontstaat er een kloof tussen arm en rijk. Ook kan toenemende productie nadelige
effecten hebben op het milieu. Actiegroepen spreken van ‘consuminderen’. Ook worden de
transportkosten (bv om worstjes naar china te brengen en weer terug naar nl) te laag
berekend. De kosten van milieuvervuiling worden helemaal niet meegerekend. Ten derde
zegt economische groei wel wat over welvaart, maar minder over hoe wij ons daarbij voelen.
Economen hebben het dan over welzijn. Dat is te meten. De mate waarin wij ons gelukkig
voelen gaat niet gelijk op met de economische groei. ‘Het BBP meet alles, behalve dat wat
ons leven de moeite waard maakt.’ Als laatste heeft een negatieve economische groei ook
voordelen. Zo worden producten goedkoper, wachttijden en levertijden nemen af,
kringloopwinkels, incassobureaus en deurwaarders doen goede zaken. Ook overleven
alleen efficiënte en gezonde bedrijven een crisis.
1.5 Waarom wisselen tijden van snelle en langzame groei elkaar af?
Gemiddeld duren de goede tijden in Nederland drie jaar. Daarna volgt een tijd met langzame
groei of krimp. In de reële economische groei zie je toppen en dalen. Dit heet een
conjunctuurcyclus. In goede tijden hebben we hoogconjunctuur en in slechte tijden
hebben we laagconjunctuur of recessie (of zelfs als het heel erg is, depressie). Een
depressie is heel zeldzaam, net als een officiële recessie. Volgens het CBS mag je pas bij
twee opeenvolgende kwartalen van dalen van het BBP spreken van een recessie. Hoe start
een opleving van de economie? Dit gebeurd met een stijging van de bestedingen. Er zijn
vier groepen besteders;
● De consumenten (consumptie)
● De producenten zelf (investeringen)
● De overheid (overheidsbesteding)
● Het buitenland (Nederlandse export)
Consumerende Nederlanders zwengelen niet alleen de Nederlandse conjunctuur aan, maar
ook die van landen die aan ons leveren. Voor Nederland is de bestedingscatogorie
‘buitenland’ (export) belangrijk. Het grootste deel van internationale handel vindt plaats met
Europese landen. Een opleving in de conjunctuur begint bij ons vaak bij een opleving in het
buitenland, waardoor er meer buitenlandse bestedingen op ons af komen. De bestedingen
van de overheid duwt de economie in de goede richting. Als de economie voortdurend
groeit, komt er een moment dat de productiecapaciteit volledig wordt benut. Dan raakt de
economische machine oververhit. Dan worden de prijzen verhoogd, zo ontstaat inflatie. Dit
is vaak het einde van de hoogconjunctuur.
1.6 Zijn de toppen en dalen in de conjunctuur te voorspellen?
Exact voorspellen wanneer er herstel komt na een recessie kunnen economen niet. De
betrouwbare voorspellers vallen in de regel op door hun bescheidenheid. Het Centraal
Planbureau (CPB) relativeert de cijfers door ze te vergelijken met die van andere instituten.
Bovendien kijken ze achteraf hoeverre de voorspellingen afweken van de realiteit. Het
voorspellen van een precies groeipercentage per jaar is lastig. Ook voorspelt het CPB de
conjunctuurgolf, minder dan 10% van de voorspellingen voor het lopende jaar waren fout. In
hevige economische stormen is voorspellen eigenlijk onmogelijk. Als journalist moet je geen
voorspellingen publiceren als waarheden.
Naast voorspellingen met wiskundige modellen, gebruiken economen
conjunctuurindicatoren die vooruitlopen op de economische ontwikkeling van de komende
tijd. Zo heb je bijvoorbeeld het CBS. Ook uitzendbranches kunnen voorspellen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rooscals. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.