Samenvatting van het boek (Personality Psychology: Domains of Knowledge about Human Nature) en de hoorcolleges van de cursus Persoonlijkheidspsychologie.
Persoonlijkheidspsychologie: psychologie van verschillen tussen mensen.
Interpersoonlijke verschillen: Verschillen tussen personen
Intrapersoonlijke verschillen: Verschillen in jezelf (want niet iedere situatie
dezelfde houding)
Verschillen beschrijven: Verschillende niveaus
- Tussen individuen interindividuele verschillen.
- Tussen groepen Intergroepsverschillen.
- Binnen één persoon: Intra-individuele verschillen.
Beschrijven van verschillen waarin?
Trek, motieven, emoties (positief, negatief, duur, fluctuaties) en zelf.
Soorten verklaringen:
- Proximale verklaringen: Factoren die in de tijd min of meer samengaan met te
verklaren verschillen.
(bijvoorbeeld meer kijken naar de sociale situatie).
- Distale verklaringen: Factoren die verderaf liggen in de tijd (bijv. evolutionaire
verklaringen of eigen levensgeschiedenis).
Theophrastus: Student van Plato, had een collectie van persoonlijkheidsschetsen
(karakters, persoonlijkheidstypen). Dit was een primitieve beschrijving van
persoonlijkheidstrekken.
Pas in de 19e eeuw ontstond weer interesse in persoonlijkheid; Galton, Cattell
en Binet.
Daarna in 3 stappen naar onderzoek van individuele verschillen in karakter:
1. William James en Sigmund Freud
2. WO I: recrutering, detectie van ‘combat stress’ (PTSS)
3. Gordon Allport ‘Personality: A Psychological Interpretation’ (definitie
persoonlijkheid).
Definitie persoonlijkheid:
‘Een verzameling psychologische kenmerken en psychologische mechanismen
die een individu typeren, die op relatief duurzame manier georganiseerd zijn, en
die de interactie van persoon met omgeving en diens aanpassing aan de
omgeving beïnvloedt.
Drie niveaus van persoonlijkheid:
- Menselijke natuur.
- Individuele en groepsverschillen.
- Uniek zijn.
Debat tussen nomothetisch (algemene regels stellend) vs. ideografisch
(beschrijving van één) onderzoek.
Criteria voor een goede persoonlijkheidstheorie:
,- Omvattendheid (comprehensiveness).
- Heuristische waarde (moet systematisch tot nieuwe bevindingen kunnen
leiden).
- Predicties toelaten (de theorie moet getoetst kunnen worden).
- Spaarzaamheid (parsimony, hij moet samen te vatten zijn in kernpunten).
- Mogelijkheid tot integratie met andere theorieën (interdisciplinair).
Op dit moment is er nog niet echt een persoonlijkheidstheorie die aan alle
criteria voldoet.
Complementariteit: De soorten gegevens vullen elkaar aan, zijn samen sterker
dan onafhankelijk.
Ze zijn complementair maar zijn niet gelijk.
De voordelen van zelfrapportage (interview, vragenlijst):
- Bepaalde info niet toegankelijk voor derden.
- Interview: grondige kijk.
- Vragenlijst: weinig tijdsintensief/grote steekproeven.
Ongestructureerde data bij zelfrapportage:
- Interview, open vragen (zorgen dat ze niet alleen met ja of nee hoeven te
antwoorden).
- Autobiografie
- Bijvoorbeeld ’20 statement test’; ‘ik ben….’. Vooral interessant voor meten van
centrale aspecten van iemands identiteit (en gebruikt in bijvoorbeeld
crosscultureel onderzoek).
Gestructureerde data bij zelfrapportage:
- Zelfrapporteringsvragenlijst met adjectieven (geef aan welke eigenschappen je
bezit).
- Zelfrapporteringsvragenlijst op basis van korte statements.
Maar je voelt je niet iedere dag hetzelfde, dit heeft invloed op je antwoord. Hoe
gaan we daar mee om? Aanpassingen klassieke persoonlijkheidsvragenlijst,
gecontextualizeerde vragenlijst of Experience Sampling (dagboekonderzoek).
Algemene nadelen van S-data:
- Afhankelijk van motivatie en capaciteit van persoon.
- Alexithymie: persoonlijkheidstrek die verwijst naar de capaciteit van een
persoon om zijn eigen gevoelens te herkennen of verwoorden.
- Gebrek aan zelfkennis.
- Bias (vertekeningen); sociaal wenselijkheid, zelfrepresentatie, geheugenbiassen.
Voordelen van O-data:
, - Sommige biassen zijn minder aanwezig.
- Toegang tot andere informatie, bijvoorbeeld indruk op anderen.
- Meerdere observatoren: interbeoordelaarsbetrouwbaarheid.
Wegwerken van idiosyncratische elementen.
Gecontroleerde aanpak: in lab.
Naturalistische setting: ecologische validiteit, bijvoorbeeld conflicthantering in
gezin.
Hostiele attributie: Agressieve mensen ‘zien’ meer agressie bij anderen.
Soorten gegevens T-data:
- Gestandaardiseerde tests: reacties op bepaalde stimuli.
Gedrag/antwoord indicatie van persoonlijkheid. Verschillende bronnen:
1. Experimentele methodes; vaak om causale relaties aan te duiden.
2. Impliciete tests (omdat meting van attitudes vaak beïnvloed wordt door sociale
wenselijkheid etc.)
3. Mechanistische registratieapparatuur (bijvoorbeeld actometer).
4. Fysiologische data (kijken naar lichamelijke functies, autonome zenuwstelsel).
5. Projectieve technieken (zoals Rorschach-test).
Soorten gegevens L-data:
- Gegevens over het leven van individuen
- S- en O-data gebruikt om deze te voorspellen.
Belang van convergentie tussen soorten data:
- Convergentie laag tot gemiddeld, afhankelijk van trek.
- Lage convergentie; bronnen vatten andere fenomenen/contexten, meetfout.
Aanpak: Triangulation: wegmiddelen van specificiteit van bron, je pakt de
gemiddelde score van de verschillende bronnen samen.
Betrouwbaarheid: Gevoeligheid van een meting voor onbedoelde fluctuaties of
variaties van de meetresultaten (meetfouten) bij dezelfde persoon.
Over tijd, tussen items van eenzelfde test, tussen onafhankelijke beoordelaars.
- Test-hertest betrouwbaarheid (bijvoorbeeld d.m.v. rangorde stabiliteit)
- Interne consistentie: consistent blijven antwoorden, berekenbaar met
Cronbach’s alpha met een antwoord tussen de 0 en 1, hoe dichter bij de 1 hoe
positiever/consistenter.
- Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (Cohen’s Kappa)
Validiteit:
- Gezichtsvaliditeit: Meet de test wat hij moet meten?
- Inhoudsvaliditeit: komen de essentiële elementen aan bod in de test?
- Predictieve validiteit: Kan de test een extern criterium voorspellen?
- Convergente validiteit: Correleert de test met andere tests over dezelfde
eigenschap?
- Discriminante validiteit: Meet de test behalve wat het zou moeten meten ook
niet wat het níet zou moeten meten?
- Constructvaliditeit: Meet de test het theoretische construct dat het moet
meten?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnoukVroegindeweij1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.