100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting MBRT stralingsdeskundigheid jaar 1 periode 3 en 4 €3,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting MBRT stralingsdeskundigheid jaar 1 periode 3 en 4

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

Deze samenvatting bevat alle lesstof van de hoorcolleges, werkcolleges, zelfstudietaken en practica. Alle theorie die je nodig hebt als basis voor de SD sommentoets. Cijfer tentamen: 7,0

Voorbeeld 3 van de 17  pagina's

  • Ja
  • 2 november 2021
  • 17
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (26)
avatar-seller
VivianKampes
Samenvatting 1.1+1.2 SD
99,99% van een atoom is niks. Dus het aantal procenten in een atoom wat deeltjes bevat is heel erg
klein.

Stabiliteit van de kern is afhankelijk van de verhouding tussen het aantal protonen en het aantal
neutronen.

Isotoop = atomen van hetzelfde chemische element en zelfde aantal protonen maar het aantal
neutronen verschilt.
Isobaar = ionen die even zwaar zijn.
Isomeer = zelfde ion met verschillende structuurformule.
Gamma-verval = isomeer verval. Z en A zijn gelijk. Bij hogere atoomnummers zijn het aantal
neutronen meer dan het aantal protonen.

Primaire straling = remstraling
Secundaire straling = strooistraling

Op een nuclide kaart staat meestal op de:
Y-as: aantal protonen
X-as: aantal neutronen
Maar dat kan verschillen.
Zwarte vakjes = stabiele isotopen (evenveel neutronen als protonen), radioactief
Rood/blauw/geel/wit = niet stabiel

Elektronen schillen:
 Binding KLMN
 Bewegingsvrijheid
 Van K  L is energie nodig (van binnen naar buiten)
 Van L  K is energie vrij (van buiten naar binnen)
 2 n² (K=1, L=2, etc.)

Als een elektron (e-) en positron (p+) elkaar tegenkomen komt er energie vrij = annihilatie.
Algemeen geldt: stabiel systeem bevat minder energie.
E (stabiel) < E (protonen) + E (neutronen)
De rustmassa van p en n = 1,6726 x 10 -27 kg

Nuclide = instabiel
Niet radioactief = stabiel

SPANNING
De lading van elektron/proton/neutron = 1,6 ∙ 10 -19 C (= 1 eV)
Als 2 platen een verschillende lading hebben (plus of min), ontstaat er een spanning (U in V).
1 V = 1 J/C
Elektrische stroom loopt van +  - (kost energie)
Maar een elektronen stroom loopt van -  + (elektronen krijgen energie)

,IONISATIE
Straling = elke vorm van energie-overdracht vanuit een bron naar de omgeving, zonder dat hiervoor
een medium nodig is. 2 soorten:
1e indeling: fotonen straling (elektromagnetische straling)
- Niet ioniserende straling (bestaat niet, alle deeltjes zijn in staat tot ionisatie)
- Ioniserende straling
2e indeling: deeltjes-straling (corpusculaire straling)
- Fotonen-straling
(zichtbaar licht, keV-fotonen-straling, -straling)
- Deeltjes-straling
(MeV-elektronen-straling, -straling, -straling)

direct ioniserende straling: - en -straling
indirect ioniserende straling: neutronen, röntgenstraling en -straling

Elektromagnetische straling heeft:
- Golfkarakter (golflengte en frequentie)
- Deeltjeskarakter (energie ze kunnen botsen)




ROOD = niet ioniserend
BLAUW = wel ioniserend

Foton heeft een:
Rustmassa= 0
Lading = 0
Snelheid in vacuüm is ALTIJD constant = lichtsnelheid
Dus de snelheid van alle fotonen is gelijk.
Er is een direct verband tussen frequentie en golflengte, omgekeerd evenredig.
Als de frequentie 2x zo groot wordt, wordt de golflengte 2x zo klein.

Fotonen zetten zich om van elektrisch veld  energetisch veld, en andersom.
Geen massa = geen kinetische energie dus geen botsingen
Amplitude van de golf zegt niks over de energie.
Hertz = aantal trillingen per seconde.
Trillingstijd = de tijd van 1 trilling.
E=hxv
c
c=vx E=h ×


Dualistisch karakter = dat de fotonen zich soms in deeltjes en soms in golven voordoen.
Geel licht zijn onze ogen het meest gevoelig voor.

Geluid is geen straling, want geluid heeft een medium nodig en staling niet.

, VERVALREACTIES
n/p-verhouding is te groot, dus teveel neutronen voor het aantal protonen.
Binnen de kern wordt een neutron in een proton omgevormd:
N0  p+ + - + v
Resultaat is dat de n/p-verhouding kleiner wordt
En de totale energie-inhoud van de kern kleiner wordt
En de energie wordt meegegeven aan - en v (anti-neutrino)

Atoomnummer (Z) + 1 en atoommassa (A) + 0
n/p-verhouding is te klein, dus te weinig neutronen voor het aantal protonen.
Binnen de kern wordt een proton in een neutron omgevormd.
Resultaat: n/p-verhouding wordt groter
En de totale energie-inhoud van de kern wordt kleiner
En de energie wordt meegegeven aan + en v.
n  p = - + v deeltje wordt weggestuurd
p  n = + + v deeltje wordt weggestuurd

Alternatief voor + -emissie:
Elektron-vangst (EC, Electron-capture of K-vangst)
Het gevolg van EC = karakteristieke straling.
Kost minder energie dan + -emissie:
Elektron uit K-schil → karakteristieke X-straling.
p+ + e-  n0 + v ++
Dus uitstralen: +
Invangen: e-
Uitzending van - straling, dus atoomnr -1.

Als een p+ een n0 wordt, vangt er een e- in dus:
p+ + e- = n0
Bij - en + straling verandert het atoomnummer.

Auger electron = een elektron schiet naar de andere schil (bijv van L
 K) en daarbij komt karakteristieke rontgenstraling vrij en die
straling kan een ander elektron in dezelfde schil weer uit de schil
schieten.

A= aantal kernen dat per tijdseendheid vervalt. = desintegraties.
Eenheid is in becquerel (Bq)
1 Bq = 1 dps
Dps = het aantal kernen dat vervalt per seconde (Desintegraties Per Seconde)

Moedernuclide vervalt naar dochternuclide:
Als elke keer als er 1 kern vervalt ook 1 stralingsdeeltje wordt uitgezonden dan is de
emissiewaarschijnlijkheid voor dat stralingsdeeltje 200% ofwel “yield=2”, dus per vervallen -kern
ontstaan er dan 2 -fotonen.
Bij 100% = yield 1
Bij 50% = yield 0,5
Yield = de kans dat er een deeltje wordt uitgezonden.
Emissie = uitzenden.
Interactie = wisselwerking.
Ionisatie = elektronen die van een atoom losraken.
Excitatie = dat elektronen van de schil losraken, maar nog wel binnen het atoom blijven.
Waarom wordt een röntgenfoto, zoals hij is??

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper VivianKampes. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd