100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
samenvatting organisatiekunde €7,49
In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting organisatiekunde

 0 keer verkocht

hoofdstukken 1 t/m 8

Voorbeeld 3 van de 28  pagina's

  • Ja
  • 2 november 2021
  • 28
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5)
avatar-seller
bentewesselink
Samenvatting Organisatiekunde/Interne Analyse



Hoofdstuk 1 – inleiding

Organisaties kunnen sterk van elkaar verschillen maar hebben 3 dingen met elkaar gemeen:

- Ze beschikken over: doelstellingen, mensen en middelen

Mensen werken samen om doelstellingen te bereiken  gebruik van middelen



Organisaties zijn daarom ook wel doelgerichte samenwerkingsverbanden

Sommige mensen voegen daar het continuïteitsstreven aan toe  meeste gevallen correct

Uitzondering: Bijv. organisatie/stichting die probeert roken tegen te gaan



Onder “organisatie” vallen bedrijven (met daarbinnen ondernemingen en non-profitorganisaties) en
overige organisaties (niet afhankelijk van klanten om te bestaan: de kerk)

Bedrijven gericht op producten en/of diensten met doel om winst te maken  Onderneming
(profitorganisatie)

Niet gericht op winst maken (mag wel), voorzien in een behoefte in de markt meestal ten dienste van
het algemeen nut  non-profitorganisatie

Overige organisaties  bieden geen producten of diensten op de markt aan



Organisaties kunnen ook juridisch worden ingedeeld  rechtsvormen

- Organisaties zonder rechtspersoonlijkheid (eenmanszaak, maatschap, vennootschap onder
firma en de commanditaire vennootschap)
- Organisaties met rechtspersoonlijkheid (besloten vennootschap, naamloze vennootschap,
vereniging, coöperatie, onderlinge waardborgmaatschappij en de stichting

Nv  aandelen worden op beurs verhandeld, in beginsel toegang tot grotere groep beleggers dan
bijvoorbeeld een bv

Bv  aandelen in handen van een beperkte groep aandeelhouders die aandelen slechts onder
bepaalde voorwaarden kunnen verkopen

Nv heeft dus meer mogelijkheden om vermogen aan te trekken, wat wenselijk kan zijn als er grote
investeringen gedaan moeten worden.



Eerste aanzet tot organisaties  Eerste Industriële Revolutie

,Begin 20e eeuw

Scientific management (Frederick Taylor) = wetenschappelijke analyse van werkzaamheden en
verregaande taakverdeling en training van de arbeiders, waarbij iedere handeling nauwkeurig was
voorgeschreven.

Het streven naar efficiency stond voorop, in deze periode werd ook de lopende band
geïntroduceerd. De arbeider was als het ware een verlengstuk van de machine. Taylor geloofde dat
iedere medewerker een rationeel wezen was dat door middel van geldprikkels tot hogere
productiviteit zou kunnen worden gebracht  invoeren prestatiebeloning

In de Eerste Industriële Revolutie speelde de gedachte van Laisser-faire (een minimale
overheidsbemoeienis). Het was een periode waar het kapitalisme bloeide en de bescherming van
vakbonden en socialeverzekeringswetgeving nog niet bestond.



General management theory (Henri Fayol)  hierin geeft hij de benodigde vaardigheden om een
organisatie als geheel te leiden:

- Prévoir (vooruitzien = plannen)
- Organiser (organiseren)
- Commander (opdracht geven)
- Coordonner (afstemmen = coördineren)
- Contrôler (controleren)



Max Weber  vooral bekend om zijn ideeën over de rationele samenleving, een
samenwerkingsverband waarin de functievervulling onafhankelijk zou moeten zijn van de personen
die de functies op een gegeven moment vervullen. Er zou een bureaucratischer
samenwerkingsverband moeten bestaan met duidelijk door systemen en procedures afgebakende
werkzaamheden, bevoegdheden en verantwoordelijkheden  werknemers zouden moeten worden
geselecteerd op basis van objectieve criteria (kennis en vaardigheden) en niet op basis van
vriendjespolitiek.

Werk zou moeten worden uitgevoerd in kader van eenheid-van-bevelprincipe  iedere werknemer
één baas. Hierdoor zijn werknemers makkelijk controleer- en vervangbaar.

“bureaucratie” had in die tijd een positievere klank dan tegenwoordig  werd beschouwd als zeer
functioneel en gericht op efficiencyverbetering.



Begin jaren 30

Humanrelationsbenadering  een reactie op starre denkbeelden van scientific management

Door de Hawthorne-experimenten begon het besef door te dringen dat arbeidsprestaties niet alleen
tot stand komen op basis van rationele overwegingen, maar dat sociale aspecten evenzeer een
belangrijke rol spelen  meer oog voor de intermenselijke verhouding (human relations)  meer
succes behaald

, In de jaren 50 ontstond kritiek op humanrelationsbenadering  zou tevredenheid leiden tot betere
prestaties of zou tevredenheid een gevolg zijn van de goede prestaties?

- Humanrelationsbenadering zou te eenzijdig gericht zijn op het individu en te weinig rekening
houden met de technische aspecten van de organisatie.



Het revisionisme (= herziening) probeerde scientific management en human relations te integreren
 revisionisme = denkrichting met als motto “mensen en organisatie”



Eind jaren 50 brak een periode aan van grote economische bloei. Maar in deze periode vertrokken
zich tevens grote maatschappelijke veranderingen.

In deze periode groeit het besef dat de organisaties moeten worden beschouwd als open systemen
 systemen die invloed uitoefenen op hun omgeving, en door die omgeving worden beïnvloed.

Hiermee werd de aanzet gegeven tot de ontwikkeling van de systeemtheorie:

 besef dat tal van problemen in de wereld alleen kunnen worden opgelost door samenwerking te
hebben  oprichting Europese Gemeenschap in 1958  grote gevolgen (kansen en bedreigingen)
voor het bedrijfsleven, dat steeds meer gedwongen werd over de nationale grenzen te kijken 
besturen van ondernemingen werd daardoor een stuk gecompliceerder.



Besef dringt door dat organisatiekunde als vakgebied een interdisciplinair karakter heeft.
Oplossingen voor praktische bedrijfskundige problemen kunnen niet langer worden gezocht in
eenzijdige monodisciplines zoals de economie en de psychologie

- Problemen moeten vanuit andere invalshoeken worden aangepakt, omdat daarmee
synergievoordelen (1+1 = 3) worden bereikt  het geheel is meer dan de som der delen
(impact is groter dan de handeling)



Objectieve rationaliteit verandert in een subjectievere rationaliteit. Men realiseert zich dat beslissers
niet alle alternatieven kunnen kennen en dat gevoelsmatig handelen ook een rol speelt in
besluitvorming  afstand genomen van gedachte dat er slechts 1 beslisser is in een organisatie

Verschillende vormen van betrokkenheid (werkoverleg), medezeggenschap en delegatie komen op
 betrokkenheid en invloed op lagere niveaus nemen toe

- Wet op de ondernemingsraden (WOR-1950), ondernemingsraad wordt vanaf nu beschouwd
als volwaardig orgaan binnen de organisatie. Dat naast advies- en informatierecht nu ook
instemmingsrecht heeft.
- Europese Ondernemingsraad (EOR-1996), het is nu mogelijk om als werknemer invloed uit te
oefenen op de besluitvorming in een concern buiten Nederland  houdt zich bezig met
raadplegen en uitwisselen van informatie over grensoverschrijdende onderwerpen.
- Contingentiebenadering (eind jaren 80)  er is niet 1 beste manier van leidinggeven en
structureren. Wat de beste manier is, wordt bepaald door de situatie.  contigency factor
(omstandigheid)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bentewesselink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64450 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd