Samenvatting 2.1
WEEK 1
JZMZ1 Interdisciplinaire context: multi- v.s interdisciplinair handelen
Multidisciplinair = Bekeken vanuit verschillende perspectieven maar de disciplines integreren niet.
De disciplines hebben elkaar niet nodig om het probleem op te lossen.
Interdisciplinair = verschillende disciplines hebben elkaar nodig om een probleem op te lossen. Er
kan verschil gemaakt worden tussen praktisch interdisciplinair werken en inhoudelijk interdisciplinair
werken.
T-shaped professional model = Iemand die specialistische vaardigheden en kennis heeft maar ook
een bredere kennis (niet alleen zijn of haar specialiteit). Met andere woorden veelzijdig.
Multidisciplinair team = meerdere disciplines, werken samen binnen hun eigen team met elk hun
eigen behandelplan. Er is wel overleg tussen de verschillende disciplines.
Interdisciplinair team = 1 behandelplan, benadering vanuit verschillende disciplines.
Negatieve punten van een interdisciplinair/multidisciplinair team:
- Gebrek aan communicatie, dit kan leiden tot onenigheden
- Patiënt kan moeite ervaren met de verschillende adviezen wanneer deze niet overeen
komen
- Kosten kunnen bespaard worden als er goed samengewerkt wordt (positief)
MDO = multidisciplinair overleg. Belangrijk omdat wanneer een patiënt meerdere professionals
tegelijk ziet en opdrachten krijgt de aandacht/concentratie bij bijvoorbeeld de fysiotherapeut minder
wordt.
MED1 Inleiding op algemene neurologische dysfunctie
Rode vlag: uitgebreide neurologische tekenen of symptomen
- Prikkelingen, tintelingen, gevoelsverlies
Signalen van een beroerte: FAST → Face, Arms, Speech, Time
- Hangend gezicht
- Motoriek (heffen arm)
- Spreken
Centraal neurologische aandoeningen
(aandoening van het centrale zenuwstelsel, hieronder vallen de hersenen, het ruggenmerg en de
zenuwen)
Neurologische tekenen en symptomen:
- Aanhoudende of plotselinge optredende hoofdpijn
- Veranderende of onbekende hoofdpijn
- Gevoelsverlies of tintelingen
- Gezichtsverlies of dubbelzien
- Aangedaan mentaal vermogen
- Spier rigiditeit (stijfheid)
- Rugpijn die uitstraalt in de voet, tenen of andere delen van het lichaam
- Spraakstoornis
- Zwakte of spierkrachtsverlies
- Verminderde coördinatie
- Tremors
,Ten gevolgen van:
- Vasculaire stoornissen: TIA (Transient Ischaemic Attack), beroerte, hematoom
- Infecties: meningitis, encefalitis, polio
- Structurele aandoeningen: hersen of ruggenmerg aandoeningen, cervicale spondylolyse,
tumoren
- Functionele aandoeningen: hoofdpijn, epilepsie, duizeligheid
- Degeneratie: Parkinson, multiple sclerosis, Alzheimer, ALS
5D’s And 3N’s (rode vlaggen voor CVA)
- Diplopia (dubbelzien)
- Dysvagie (moeite met slikken)
- Dysarthria (moeite met woorden)
- Dizziness (duizeligheid)
- Drop attacks (controle missen)
- Ataxia (motorische controle verlies)
- Nystagmus (heen en weer gaan van de ogen)
- Neusea (misselijkheid)
Tekenen en symptomen centrale (=ruggenmerg en hersenen) en perifere (= in het lichaam)
neurologische dysfuncties:
- Focale effecten (tekenen die overeen komen met een specifiek deel van de hersenen of het
ruggenmerg)
- Linker of rechter hemisfeer gerelateerde tekenen/symptomen
- Verminderd bewustzijns niveau
- Motorische dysfunctie
- Sensorische dysfunctie
- Hemianopsie (visuele aandoening, halfzijdige blindheid)
- Taal aandoeningen
Horner’s syndroom = een aandoening waarbij het ooglid van een oog wat meer hangt (ptose), de
pupil van dat oog ook klein is (miose) en de huid rondom het oog niet zweet (homolaterale
anhidroses) en daardoor droog is. De sympathische zenuw functioneert niet goed meer. Oorzaak
bijvoorbeeld een hersenbloeding, tumor, clusterhoofdpijn, ongeval.
Type CVI (Cerebro Vasculair Incident) – ander woord is CVA (Cerebro Vasculair Accident)
- Ischemisch infarct (klemming) – herseninfarct (80%)
- Hemorrhagic infarct (bloeding) – hersenbloeding (20%)
TIA (Transient Ischaemic Attack) = er gaat hierbij even iets mis in de bloedvaten van de hersenen en
daardoor krijgt een deel van de hersenen tijdelijk te weinig bloed. Binnen 24 uur gaan de klachten
over. Een TIA kan leiden tot nog een TIA of een CVA.
CVA diagnostiek
- Herkennen van de tekenen en symptomen (FAST)
- CT-scan
- Functie onderzoek door een neuroloog: sensorisch, motorisch en cognitief
, FH1 Beroerte bekeken vanuit een breed perspectief
15 miljoen mensen hebben wereldwijd per jaar een beroerte, hiervan gaan er 5 miljoen dood, 5
miljoen blijven met klachten zitten en 5 miljoen herstellen.
Meestal boven de 65 jaar, maar kan ook als je jong bent. Jonge mannen hebben veel kans, maar
omdat de hormoonhuishouding na de overgang veranderd, hebben oudere vrouwen ook veel kans
op een CVA.
FAST = Face, Arms, Speech, Time
2 soorten CVA
85% is een blokkade = ischaemic stroke
15% is een bloedig = hemorrhagic stroke
Beide een andere behandeling:
- Blokkade wordt opgelost door snel medicatie (asprin) toe te dienen, hierdoor kan de
bloedstolling/ophoping oplossen (thrombolysis)
- Bloeding is soms een operatie nodig, hierbij mag een patiënt de eerste dag niet te veel druk
op het hoofd geven.
Risicofactoren:
- Hoge hartslag
- Roken
- Hoog cholesterol
- Weinig bewegen
- Veel alcohol gebruik
- Ongezond eten
Wanneer de leasie door de cortico-spinale baan heen gaat dan heb je meer uitval.
Descenderende banen = naar beneden van cortex naar het lichaam toe – efferente systeem, dit zorgt
ervoor dat beweging kan plaats vinden. Het kruist op verschillende niveaus, de meeste kruisen op de
medulla, hierdoor is het links schade = rechts uitval en andersom.
Piramidaal systeem = ‘ik wil gaan bewegen’
- Laterale baan
- Bewuste contractie
➔ Corticospinale baan (motor cortex)
➔ Cortico bulbaire baan (motor cortex)
➔ Rubrospinale baan (red nuclei)
Extra piramidaal = bijv. organen/reflexen
- Ventromediale baan
- Onbewuste contractie
➔ Vestibulospinale baan (medulla)
➔ Reticulospinale baan (medulla/pons)
➔ Tectospinale baan (midbrain)
Het corpus callosum verbind de 2 hersenhelften, en bestaat voornamelijk uit witte stof.