Toets doelen uitgewerkt BS1 en BS2 (Jaar 1):
1. Kan op globaal niveau de inhoud van het beroepsprofiel verpleegkundige 2012 weergeven.
(BS1,HC6)
- Landelijke afspraak van wat verpleegkundigen doen.
- Het landelijke opleidingsprofiel Bachelor of nursing 2020 is daarvan afgeleid.
- Jouw taakomschrijving is daarvan afgeleid.
- De zorgvragen, nieuwe kijk op verpleegkunde, verpleegkunde in 2020;
competentiegebieden en de werkomgeving staan hierin beschreven.
2. Kan benoemen wat de beroepscode inhoudt. (BS1,HC6)
- Afspraken over hoe verpleegkundigen zich moeten gedragen (beroepsnormen- en
waarden).
o Algemene punten met betrekking tot de beroepsuitoefening.
o De verpleegkundige/ verzorgende in relatie tot de zorgvrager.
o De verpleegkundige/ verzorgende in relatie tot de (in)formele
samenwerkingspartners.
o De verpleegkundige/ verzorgende in relatie tot de samenleving.
o De beroepscode is een leidraad voor je handelen als professional…→ geeft
aanknopingspunten om te bepalen hoe je als professional te gedragen.
o De code biedt handvatten om in complexe situaties een weloverwogen afweging
te maken over wat goede zorg in deze situatie vraagt.
o De beroepscode beschrijft niet in detail hoe je moet handelen… → blijf zelf
nadenken!
3. Kan de CANMEDSgebieden en -rollen benoemen in relatie tot het verpleegkundig beroep.
(BS1, HC6)
- 1. Vakinhoudelijk handelen → De zorgverlener
o Heeft kennis van anatomie en fysiologie
o Kennis van levensfasen
o Kennis over coping met stress
o Kennis van bronnen van verpleegkundig handelen, actuele richtlijnen en
professionele standaarden.
o Kent de theoretische modellen
- 2. Communicatie → De communicator
o Heeft kennis van communicatieniveaus
o Kent de belangrijkste gesprekstechnieken
o Kent de manieren van gedragsbeïnvloeding en empowerment
o Is op de hoogte van ICT
- 3. Samenwerking → De samenwerkingspartner
o Inschakelen andere professionals
o Inschakelen voorzieningen etc.
o Inschakelen vrienden, bekenden, collega’s……
o Afstemmen en jezelf profileren
- 4. Kennis en wetenschap → De reflectieve EBP-Professional
o Kritisch zijn op wat je doet en waarom je het zo doet
o Uitvoeren van interventies naar aanleiding van onderzoek (literatuur, de mening
en wens van de patiënt zelf en jouw eigen expertise)
, o Kunnen lezen en interpreteren van (wetenschappelijk) onderzoek
- 5. Maatschappelijk handelen → De gezondheidsbevorderaar
o Gericht op preventie
o Leefstijlen
o Zelfmanagement
o Coping
- 6. Organisatie → De organisator
o Kent organisatievormen en principes
o Heeft bedrijfsmatig inzicht en kennis van de bekostiging van zorg
o Weet hoe het beleid van de organisatie te beïnvloeden is
o Tonen van verpleegkundig leiderschap
- 7. Professionaliteit en kwaliteit → De professional en kwaliteitsbevorderaar
o Kent de wet- en regelgeving wet BIG
o Heeft kennis van monitoring resultaten van zorg
o Kennis van actuele richtlijnen en standaarden
o Kent de beroepscode
o Neemt initiatieven om kwaliteit van de verpleegkundige zorg te verbeteren
4. Kan benoemen wat de wet BIG inhoudt. (BS1, HC6)
- De wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (wet BIG) is bedoeld om de
kwaliteit van de beroepsuitoefening in de individuele gezondheidszorg te bevorderen en
te bewaken en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen
door beroepsbeoefenaren. Daarom staan er in de wet bepalingen over zaken als
titelbescherming, registratie, herregistratie, voorbehouden handelingen en tuchtrecht.
- Wet BIG 2? → Al jarenlang onduidelijkheid over verschil van taken en functies MBO en
HBO-verpleegkundige → vraag vanuit de werkgevers en werknemers: leg dat vast in een
wet.
- Nieuw wetsvoorstel (juni 2019) BIG 2:
o Maakt nieuwe functie mogelijk: de regieverpleegkundige.
o BIG 2 zorgt ervoor dat verpleegkundigen beter worden ingezet op de taken waar
ze voor zijn opgeleid en waar ze deskundig in zijn (dit is nodig omdat de
(toekomstige) zorgvraag complexer wordt).
- Wat staat er in wetsvoorstel:
o De regieverpleegkundige is verantwoordelijk voor het indiceren en organiseren
van zorg in alle werkvelden, klinisch redeneren in complexe zorgsituaties en EBP
(gebaseerd op onderzoek) integreren in de uitvoering van de zorgverlening.
o HBO-verpleegkundige die na 2012 zijn afgestudeerd kunnen volgens BIG 2 zich
direct als regieverpleegkundigen laten registreren.
o HBO’ers die voor 2012 hun opleiding hebben afgerond MBO’ers en inservice-
opgeleide verpleegkundigen moeten eerst slagen voor een toets of een
aanvullend opleiding doen.
5. Kan uitgangspunten bij enkele verpleegkundige visies/ theorieën benoemen. (BS1, HC8)
- Een verpleegkundige theorie is een verzameling van samenhangende begrippen,
definities en proposities die de verpleegkundige activiteiten beschrijft, verklaart,
voorspelt en voorschrijft.
- Concepten zijn bouwstenen van een theorie. Bijvoorbeeld adaptie, stress en angst.
- Theoriën:
o Grand theories (domein verplegen)
, o Middle- range theories (ouderen)
o Micro- level interventies
- Concepten in grand theories:
▪ Omgeving
▪ Cliënt
▪ Gezondheid
▪ Verpleging
- Florence Nightengale: eerste die ging klinisch redeneren
- D. Orem (1971): nadruk op cliënt (aanvullen) zelfzorg en zelftekorten. Wat kan/ wil/ weet
iemand?
- C. Roy (1970): concept = client. Adaptatie, aanpassing. In hoeverre kan iemand zich
aanpassen aan de omgeving. (Psychiatrie en ouderen). Niet een manier van opleggen,
maar kijken hoe iemand zich vroeger aanpaste, dat weer gebruiken.
- I. King (1971): verpleegkunde verklaren. Sociaal systeem → werk, sociale klasse.
Interpersoonlijke systeem → omgang met anderen. Persoonlijk systeem. De drie
systemen moeten kloppen, anders kun je je werk als verpleegkundige niet doen.
- M. Rogers (1970): de mens zien als geheel → holistisch. Psychisch en sociaal, niet alleen
somatisch.
- B. Neuman (1984): systeemtheorie → de mens zien als systeem. Stress en copingtheorie
→ omgang met stress en aanpassing. Preventietheorie → voorkomen stress.
Basisstructuur is mens omgeven door fysiologisch, spiritueel, ontwikkeling, psychologisch
en sociaal- cultureel. Kernbegrippen: stress (primaire) taxatie (beoordeling van situatie of
gebeurtenis), hernieuwde taxatie (de situatie anders gaan zien).
6. Kan benoemen wat de verpleegkundig kennis is en welke kennis tot het verpleegkundig
domein behoort. (BS1/ KR (KL3, KL9)
- Het specifieke domein van verplegen is dat van de unieke reacties op en ervaringen van
mensen met gezondheid, ziekte, kwetsbaarheid of beperkingen, in welke omgeving of
omstandigheid zich zij ook bevinden. Reacties van mensen kunnen lichamelijk, psychisch,
sociaal, cultureel of spiritueel van aard zijn, en vaak gaat het om een combinatie hiervan.
‘Mensen’ wil zeggen: personen van alle leeftijden, families en gemeenschappen, in alle
levensfasen.
- Verpleegkundige bril/ kennis:
o 1. Betekenisvolle relaties met cliënten ontwikkelen
o 2.Betekenissen achter ontmoetingen met cliënten begrijpen.
o 3.Verpleegkundige activiteiten deskundig uitvoeren.
o 4.Rationeel te denken bij het kiezen van juiste interventies
o 5.Het verpleegkundig beroep ethisch uitvoeren.
7. Kan de stappen in het verpleegkundig proces benoemen en ziet de samenhang tussen de
stappen. (BS1/ KR (KL6)
- Anamnese; verzamelen en ordenen van gegevens.
- Diagnose; vaststellen van de huidige gezondheidstoestand.
- Planning van resultaten; bepalen van de wenselijke situatie.
- Planning van de interventies; selecteren van de verpleegkundige interventies.
- Uitvoering; uitvoeren van het zorgplan.
- Evaluatie; vaststellen of de beoogde resultaten zijn bereikt. Resultaten niet zoals
verwacht of gepland? → Terug naar stap 1.