Hoofdstuk 1 WC/01
De drie meest voorkomende vormen van bewijs beschrijven
o Anekdotisch bewijs
o Observeren
o Experimenteren
Uitleggen wat het voordeel van het blind of dubbel blind uitvoeren van een experiment
o Bij een blind experiment weet 1 van de 2 elementen het onderzoek en dan ander niet. Een
heeft kennis bij het onderzoek
o Bij een dubbel blind experiment weten beide elementen niet wat er onderzocht wordt.
Niemand heeft kennis bij het onderzoek.
Uitleggen waarom in een experiment controlegroepen meegenomen worden
Om effect van een variabele te onderzoeken bij uitsluiting van de invloed van andere variabelen
Uitleggen wat statistisch een sample is
Een klein aantal gegevens uit een veel grotere hoeveelheid
Uitleggen wat de term biased betekent in statische context
Systematische fout, een afwijking ten opzichte van het juiste resultaat
Op correcte wijze at random een sample kiezen uit een gegeven populatie van waarde
o Creëer een sample lijst: Een lijst met alle leden van de populatie met een unieke
identificeren nummer voor elk lid. Alle identificeren nummers moeten dezelfde aantal
cijfers bevatten; bijvoorbeeld, als de populatie 75 items bevat, worden de nummers 01,
02, . . . , 75.
o Lees de nummer van tabel 1, rekenmachine of computer. Vermijd de nummer die niet
overeenkomen met een lid van de populatie. (For example, if the population has 75 items
that have been assigned identification numbers 01, 02, . . . , 75, then skip over the numbers
76, 77, . . . , 99, and 00.) Ga door tot de n nummers voltooid is. (negeer het herhalen van
hetzelfde nummer.)
o De populatie leden met de gekozen identificatie nummers vormen de sample.
Onderscheid maken tussen sampling error en non-sampling error
o A sampling error is een statistische fout dat gebeurd wanneer een analist niet een sample
heeft dat overeenkomt met de hele populatie van data en de resultaten van de sample komt
niet overeen met de uitkomsten die verwacht worden over de hele populatie.
o Non-sampling error is een statistische fout dat niet gebeurd bij het sample, maar tijdens
het proces.
, Hoofdstuk 2
Onderscheid maken tussen categoriale en numerieke variabelen en tussen discrete en continu
variabelen
o Categoriale en numerieke variabelen:
bij categoriale variabele (nominaal) worden de te onderzoeken groep benoemd
op naam, geen getallen bv vrouw/man of bloedgroep.
Bij numerieke variabelen (ordinaal) gaat het om waardes die gemeten worden
als hoeveelheden. Bijvoorbeeld leeftijden.
o Discrete en continu variabelen:
Discrete variabele is een numerieke variabele waarin mogelijke uitkomsten in
voorkomen. Bijvoorbeeld hoeveel eieren een kip legt (0,1,2,3) of aantal bacterie
kolonies.
Bij continu variabelen gaat het om een numerieke variabele waarin de
mogelijke uitkomsten steeds groeien, continu doorgaan, bijvoorbeeld de lengte
van een baby of een concentratie van iets in je bloed.
Data weergeven in de vorm van een staafdiagram, histogram en boxplot
o Staafdiagram: aantal frequenties van een bepaald onderdeel (discreet)
o Histogram: of kolommendiagram is de grafische weergave van de frequentieverdeling
van in klassen gegroepeerde data, afkomstig uit een continue kansverdeling. Dit
diagram toont kolommen met oppervlakte ter grootte van de frequenties opgericht
boven de klassen.
o Boxplot: m.b.v. de kleinste waarneming, Q1, mediaan, Q3 en grootste waarneming
wordt er een boxplot gemaakt.
Hoe maak je boxplot:
Zet alle getallen van klein naar groot.
Splits de rij in twee helften en bepaal de mediaan. Oneven: middelste
getal, oneven: 2 middelste getallen/2.
Q1 en Q3 bepalen door de twee helften weer door twee te doen.
Een histogram interpreteren waarbij de termen skewed to the left/right, unimodaal, bimodaal,
exponentieel en symmetrisch gebruikt worden
o Skewed to the left: dit betekent dat de linkerkant meer uitgestrekt (verspreid) is
o Skewed to the right: dit betekent dat de rechterkant meer uitgestrekt (verspreid) is.
o Unimodaal er is een piek
o Bimodaal: er zijn twee pieken
o Exponentieel
o Symmetrisch: de histogram is klokvormig
o Modus: waarde met de hoogste frequentie
De mediaan, het rekenkundig gemiddelde, de range en standaarddeviatie van een dataset bepalen
o De mediaan: Wanneer de dataset een even aantal getallen bevat is er geen middelste
waarde. In dit geval is de mediaan het gemiddelde van de twee middelste getallen.
o Rekenkundige gemiddelde: alle waardes optellen en delen door het aantal resultaten
o De range: het verschil tussen de kleinste waarde en de grootste waarde
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper xizalm. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.