Hoofdstuk 2: Klimaat
Paragraaf 1: de stralingsbalans van de aarde
We hebben twee soorten zonnestraling: kortgolvige en langgolvige straling. Er komen zonnestralen
binnen door de atmosfeer. Een deel word teruggekaatst. Een ander deel word geabsorbeerd. Dit is
kortgolvige straling. Langgolvige straling is de straling die het aardoppervlak uitstraalt nadat de
kortgolvige erop is gevallen. Dit alles noemen we de stralingsbalans. Doordat er stralen tussen het
aardoppervlak en de atmosfeer blijven kaatsen warmt de aarde op.
Doordat de mensen extra broeikasgassen in de atmosfeer brengt door bijvoorbeeld verbranding van
fossiele brandstoffen word de atmosfeer dikker en worden de stralen nog meer teruggekaatst. Dit
noem je het versterkt broeikaseffect. De aarde warmt hierdoor meer op.
De invalshoek van de zonnestraling bepaalt hoe groot oppervlak er verwarmt word.
Paragraaf 2: wereldwijde luchtstromen
Warme lucht stijgt op. Verschil tussen warme en koude lucht zorgt voor luchtstromen. Je spreekt van
een lagedrukgebied als de lucht warm is en de lucht uitzet. Er zijn dan per volume-eenheid minder
luchtdeeltjes. De lucht is minder zwaar en drukt minder hard op het aardoppervlak. Als de lucht
zwaar en afgekoeld is spreken we van een hogedrukgebied. Alle luchtstromen bij elkaar noemen we
atmosferische circulatie.
De wet van Buys Ballot of het corioliseffect is dat je een afwijking in luchtstromen krijgt omdat de
aarde draait.
In de tropen waait de wind op het noordelijk halfrond meestal uit het noordoosten en op het
zuidelijk halfrond uit het zuidoosten. Deze winden heten passaten. Het lagedrukgebied rond de
evenaar heet intertropische convergentiezone (ITCZ). Moessons zijn passaten die vaak voor veel
regen zorgen.
Paragraaf 3: oceaan- en zeestromen
Wind neemt water mee. We hebben 2 zeestromen. Warme zeestromen komen uit een relatief warm
gebied. Koude zeestromen komen uit gebieden waar het kouder is. Het koude zeewater koelt de
lucht erboven af waardoor het weinig vocht kan vasthouden. Op het land warmt deze lucht op, maar
hier kan het geen vocht vasthouden (land) en valt er geen neerslag. Zeewater dat op grote diepte
stroomt noemen we thermohaliene circulatie. Dit wordt veroorzaakt door temperatuurverschillen en
verschillen in zoutgehalte. Diepwaterpomp is een proces waar door verdamping het zeewater extra
zout word en het gaat zinken (onder het zoetere water). Zie bron 12. Het geheel van alle oceaan en
zeestromen en ook luchtstromen heet oceanische circulatie.
Paragraaf 4: El Niño – zuidelijke oscillatie
Het meest bekende voorbeeld van atmosfeer – oceaaninteracties is ENSO. ENSO verwijst naar het
oceanische deel van dit systeem in de Grote oceaan. Zuidelijke oscillatie verwijst naar het
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dirknagel13. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.