Inhoud
Hoofdstuk 1: Invloed van medicatie van het EEG ........................................................................... 2
Hoofdstuk 2: Metabole encefalopathie .............................................................................................. 6
Hoofdstuk 3: Dementie: kliniek ......................................................................................................... 10
Hoofdstuk 4: Dementie: EEG ............................................................................................................ 16
Hoofdstuk 5: Ontstekingen centrale zenuwstelsel: kliniek ........................................................... 20
Hoofdstuk 6: Ontstekingen centrale zenuwstelsel: EEG .............................................................. 24
Hoofdstuk 7: Cerebrovasculaire stoornissen: kliniek .................................................................... 29
Hoofdstuk 8: Cerebrovasculaire stoornissen: EEG ....................................................................... 35
Hoofdstuk 9: Intracraniële tumoren: kliniek .................................................................................... 39
Hoofdstuk 10: Intracraniële tumoren: EEG ..................................................................................... 42
Hoofdstuk 11: Craniocerebrale letsels: kliniek ............................................................................... 44
Hoofdstuk 12: Craniocerebrale letsels: EEG .................................................................................. 48
Hoofdstuk 13: Eeg-monitoring I ........................................................................................................ 51
Hoofdstuk 14: Eeg monitoring II ....................................................................................................... 53
Hoofdstuk 15: Cerebrale aandoeningen bij pasgeborenen.......................................................... 57
Hoofdstuk 16: Eeg bij pasgeborenen .............................................................................................. 59
Hoofdstuk 17: Afwijkend eeg op de kinderleeftijd .......................................................................... 61
Hoofdstuk 18: Eeg in de psychiatrie ................................................................................................ 64
Hoofdstuk 19: Eeg bij hersendood en coma .................................................................................. 69
1
,Hoofdstuk 1: Invloed van medicatie van het EEG
Farmaco-eeg (pEEG)
- Onderzoek naar invloed van geneesmiddelen op eeg
- Door visuele analyse invloed herkenbaar (herkennen transiënten)
Quantified farmaco-eeg (qpEEG)
- Kwantificeren effecten
Geneesmiddelen die veranderingen in het eeg veroorzaken
Geneesmiddelen bij normaal gebruik weinig effect eeg
- Anti-parkinson-middelen
- Antivertigomiddelen
- Antimigrainemiddelen
Factoren van belang bij medicatie-invloed op het eeg
- Manier van toediening
o Oraal of rectaal -> darmen -> circulatie -> hersenen -> bloed-hersenbarriére->
neuronen
o Intraveneus (sneller)
- De dosis, soort geneesmiddel en fysiologische eigenschappen middel
o Benzodiazepinen
Hypnotica
nitrazepam, temazepam (normison)
zopiclon (imovane)
Flurazepam
Terughoudend gebruikt, effecten ouderen met
geheugenstoornissen, delirium, psychotische symptomen
o Anxiolytica
Diazepam (valium, stesolid)
Oxazepam (seresta)
Lorazepam (temesta)
o Anti-epileptische eigenschappen
Clonazepam (rivotril)
Clobazam (frisium)
Diazepam (valium, stesolid)
- Duur toediening
o Acuut/chronisch
- Leeftijd en fysiologische kenmerken
- Combinatie van middelen
Effecten: algemene principes
- Gevolg therapeutische effect/ overdosering/ acute intoxicatie
- Eeg kan klinische vermoeden overdosering/intoxicatie ondersteunen, bewijs dmv
bloedspiegel -> temporele discrepantie (serumspiegel ≠ concentratie hersenen)
- Medicatie niet staken voor eeg -> plasmahalfwaardetijd geneesmiddelen -> effect eeg
waarneembaar, kans op onttrekkingsinsult groot risico
- Achtergrondactiviteit
o Fysiologische oorzaken veranderen achtergrondpatroon uitsluiten
o Veranderingen achtergrondpatroon in tijd en met serumspiegels gerelateerd,
echter zwakke verhouding
- Epileptiforme activiteit
o De eeg aanvalsdempel en de klinische aanvals-bereitschaft niet exact gelijk
o Registratie 30 minuten geen betrouwbaar monster voor 24uur
2
,Medicatie-effecten op het eeg per categorie
Hypnotica (induceren/onderhouden slaap) en axiolytica (angst onderdrukken)
- Benzodiazepinen
o (diffuse toename bèta, afname frequentie alfa, gegeneraliseerde epileptiforme
activiteit onderdrukt, carry-over effect waarneembaar)
o diazepam (valium, stesolid)
Achtergrondactiviteit
1/2u na inname bloedspiegelpiek
Toename bèta-activitet, carry-over effect (tot 2 weken)
Afname amplitude alfa (en overige activiteit)
Lichte toename thèta
Epileptiforme activiteit
Pieken mogelijk verborgen tussen bèta
Bij status epilepticus
o gegeneraliseerde epileptiforme ontladingen onderdrukt
o focale cerebrale ontladingen houden aan
o gebruikt bij voorkomen gegeneraliseerde epileptiforme
ontladingen en twijfel over lateralisatie focale epilepsie
acute intoxicatie
prominente snelle activiteit gesuperponeerd op polymorfe
delta-activiteit
geen reactie op stimuli
o clonazepam (rivotril)
achtergrondactiviteit
eeg veranderingen voor bloedspiegel
toename frequenties 11-40Hz
epileptiforme activiteiten
intraveneuze toediening vermindert gegeneraliseerde en focale
epileptiforme activiteit in interictale eeg bij 75% patiënten
acute intoxicatie
veel delta activiteit, gesuperponeerd met snelle activiteit
o clobazam
achtergrondactiviteit
toename 16-20 Hz activiteit
afname alfa ritme
epileptiforme activiteit
75% pt vermindering van epilepsie, normalisering eeg
o Nitrazepam, temazepam
Globale toename snelle activiteiten
- Barbituraten
o Hypnotica, vroeger ook als sedativa gebruikt
o Fenobarbital
o Slaperigheid, vaak enzyminductie in de lever
- Chloraalhydraat
o Vooral voor jonge kinderen en rusteloze psychosomatisch gehandicapte
kinderen
o Achtergrondpatroon snelle activiteit
3
, Antipsychotica
- (alfaritme neemt toe in amplitude en uitbreiding, afname frequentie, algehele
vertraging eeg, paroxismaal optredende deltagolven, potentieel epileptogeen)
- Verbindingen die psychotische verschijnselen verminderen/doen verdwijnen
- Eeg bij therapeutische dosering
o Alfaritme + tragere activiteit: trager, lichte toename in voorkomen
o Lichte afname bèta (geheel wat trager)
- Intoxicatie
o Overdosering
Onrust, verwardheid, extrapirimidale symptomen, convulsies, coma
o Hoge doseringen
Gegeneraliseerde epileptiforme afwijkingen, trage en scherpe golven
Chronische epileptische patiënten -> toename aanvalsfrequentie
o Eeg
Overwegend trage golven, gegeneraliseerde paroxismen
o Doodsoorzaak bij acute intoxicatie is cardiaal
- Eeg bij clozapine
o Toename delta- tot thètaspectra & >21 Hz activiteiten
o Chronisch gebruik 60% kans paroxismale vertraging met soms pieken
o Kan insulten uitlokken, eeg controle bij hoog gebruik zinvol
Antidepressiva
- Normaliseren sombere stemming, verlies interesse/plezier, gevoels
waardeloosheid/schuld en suïcidale pogingen of gedachten
- Eeg bij therapeutische dosering
o Toename hoeveelheid trage en snelle frequenties
o Vermindering alfaritme en variabiliteit frequenties en amplituden
o Eeg soms epileptische afwijkingen
o Kans toename aanvalsfrequentie chronische epileptici
o Hoge doseringen kans gegeneraliseerde aanvallen niet-epileptici
- Acute intoxicatie
o Cardiale ritmestoornissen, onverwachte dood, epileptische aanvallen, coma
o Prognose afhankelijk cardiovasculaire gevolgen
o Eeg diffuus verspreide onregelmatige, weinig reactieve 8-10Hz activiteit,
epileptiforme afwijkingen met pieken
Lithium
- Gebruikt bij acute manie (bipolaire stoornis), cluster-hoofdpijnen
- Eeg
o Vertraging alfa-ritme
o Paroxismaal optredende gegeneraliseerde vertraging, soms pieken
o Focale vertraging (niet duidend op hersenbeschadiging)
- Acute intoxicatie
o Eeg diffuse vertraging, epileptiforme afwijkingen, trifasische golven
o Klinisch herstel-> verbetering eeg, afwijkingen persisteren na normale
bloedspiegels
Psychostimulantica
- Methylfenidaat (ritalin)
o Behandeling narcolepsie, kinderen met ADHD
o Eeg toename 11-20 Hz
o qpEEG
relatief vertraagde effecten 6u na toediening
toename alfaritme
geringe afname thèta- en delta activiteiten
4