Inhoud
1. De aanleg en ontwikkeling van het zenuwstelsel............................................................................ 2
2. Cerebrale circulatie, hersenvliezen, liquorcirculatie, bescherming hersenweefsel ........................ 6
3. Bouw en functie van de zenuwcel ................................................................................................. 10
4. Bouw en functie van de zenuwcel en de spiercel ......................................................................... 13
5. Bouw en functie van het ruggenmerg ........................................................................................... 17
6. De hersenstam .............................................................................................................................. 22
7. De hogere cerebrale structuren .................................................................................................... 27
8. Cerebellum en de controle van de motoriek ................................................................................ 34
9. Sensoriek; opvang, verwerking en waarneming van informatie I ................................................. 40
10. Sensoriek; opvang verwerking en waarneming van informatie II ............................................. 47
11. De homeostase .......................................................................................................................... 52
12. Het ontstaan van de elektrische cerebrale activiteit, EEG ........................................................ 60
13. Het onderzoek van de neurologische patiënt ........................................................................... 62
14. Beeldvormende technieken in de neurologie ........................................................................... 72
1
, 1. De aanleg en ontwikkeling van het zenuwstelsel
Ontwikkelingsprocessen
Celvermeerdering (celdeling & celmigratie)
o Vroegste ontwikkeling zenuwstelsel celdeling
o Ongedifferentieerde neurale buiscellen groeien uit tot
Neuroblasten -> neuronen
Celmigratie onder invloed van
o Biochemisch en elektrofysiologisch
(Specifieke activiteit celmembraan -> bij elkaar passende
neuroblasten migreren naar elkaar toe)
o Geleiding
Gliacellen vormen geleidingsdraden, deze verdwijnen later
o Verplaatsing door afsterving
Vanuit celdeling op één plek doorschuiven
Spongioblasten -> gliacellen
Specialisatie
o Na migratie specialisatie neuroblasten
Rijping
o Uitgroeiing dendrieten en axonen
o 4de week tot puberteit
Myelinisatie
o Start ruggenmerg 20ste week tot 18de jaar
o Reparatieprocessen
Volwassen hersenen bevatten stamcellen, geconcentreerd in hippocampus + langs
ventrikels, kunnen uitgroeien tot nieuwe neuronen
Ontwikkelingsstadia
Ontogenese
= Ontwikkeling zenuwstelsel conceptie – geboorte
Vroegste stadium
o Mitose -> morula -> gastrula
o Entoderm
Spijsverteringkanaal + organen, longen
o Mesoderm
Spier- en bindweefsel, hart- en bloedvaten, skelet
o Ectoderm
Huid, receptororganen, gehele zenuwstelsel
Verdere ontwikkeling
o Vorming neurale buis
Neurale plaat met neurale groeve
Neurale lijst -> vorming ganglioncellen achterwortels + neuronen sympatische
gangliacellen die grensstreng vormen
o Sluiting neurale buis
Ependymlaag
Bekleding ventrikels en centrale kanaal
Mantellaag
Celkernen die grijze stof vormen
Marginale laag
Axonen perifere zenuwstelsel die witte stof ruggenmerg vormen
2
, Uitgroei van het zenuwstelsel
o Drieblaasjesstructuur naar vijfblaasjesstructuur (Neurale buis sluit bij 4 wk, 5,0cm lang)
o Caudale deel buis -> ruggenmerg
3 weken na conceptie
Somieten -> uit iedere somiet ontstaat een wervel + spiersegment dat
verzorgd wordt door een ruggenmergzenuw
Later herkenbaar in innervatiepatronen
Ontstaan plexus brachialis en lumbosacralis
6 weken na conceptie
Lamina alaris, dorsaal gelegen -> afferente deel ruggenmerg
Lamina basilaris, ventraal gelegen -> efferente deel ruggenmerg
Interneuronen -> reflexen en verbindingen niveaus onderling +
cellichamen autonome zenuwstelsel
Intumescentia cervicales en lumbalis = verbreding ruggenmerg, ophoping
celstructuren verantwoordelijk sturing arm- en beenspieren
3 maanden na conceptie
Ascensus medullae = ruggenmerg groeit trager dan wervelkolom, wordt
omhooggetrokken ten opzichte van wervels -> ruggenmerg eindigt L1
Zenuwbundels lopen door -> cauda equina
Dunne bindweefseldraad verbonden os coccygis -> filum terminale
o Craniale deel buis -> hogere structuren zenuwstelsel
Hersenstam (verlengde merg, pons en mesencefalon), diencefalon, cerebellum,
cerebrale cortex
Drieblaasjesstructuur Vijfblaasjesstructuur Belangrijkste volgroeide structuur
Voor sluiting voorste Bepaling positie delen binnen schedel
deel buis Ontstaan ventrikels
Prosencefalon Telencefalon Cortex cerebri
Voorste blaasje Vorming cerebrale hemisferen Rhinencefalon
Neocortex Reukverwerking, hersenzenuw N1
Basale ganglia Basale kernen
Diencefalon Thalamus
Commissura posterior en anterior Hypothalamus
Hypofyse
Retina + n. opticus
Ciasma opticum
Mesencefalon Mesencefalon Vierheuvelenplaat
Middelste blaasje Verbinding hersenstam en grote Cerebrale pedunkels
hersenen
Regulatie zintuigelijke en motorische
functies
NIII en NIV
Rhombencefalon Metencefalon Cerebellum
Achterste blaasje NV, NVI, NVII, NVIII Pons
Reticulaire formatie
Ponskernen
Myencefalon Verlengde merg
NIX, NX, NXI, NXII
o Microscopische opbouw archicortex (eerst gevormd) en neocortex (laatst
ontwikkelend) verschillend
Geeft verschillende ritmen op EEG
Sommige degeneratieve aandoeningen tasten eerst archi of neo cortex aan
3
, Ontwikkeling na de geboorte
o Cerebellum -> nog extra neuronen tot 2de levensjaar
o Toename aantal cellen
o Cellen worden groter, langere uitlopers
o Meer myeline (verbindingen beter en efficiënter)
o Door myelinisatie in perifere zenuwen ontwikkeling motorische vaardigheden
o Meer gliacellen
o Meer verbindingen neuronen onderling
Stoornissen in ontwikkeling
Aanlegstoornissen
Rijpingsstoornissen
Neurocutane aandoeningen
o Zenuwstelsel en huid ontwikkelen beiden uit ectoderm -> ontwikkeling niet goed
gescheiden -> huidafwijkingen & afwijkingen zenuwstelsel
o Neurofibramatose, craniofaciale angiomatose, tuberose sclerose
o Veelal erfelijk
Sluitingsdefecten aan de neurale buis
o Neurale buis sluit van midden naar buiten
o Erfelijke factoren, factoren van buitenaf (anti-epileptica tijdens zwangerschap)
o Craniale zijde -> anencefalie, grote hersenen niet aangelegd
o Caudale zijde -> spina bifida
Meningokèle -> breukzak bevat hersenvliezen en liquor
Myelomeningokèle -> breukzak bevat hersenvliezen, liquor, zenuwvezel,
ruggenmerg en uittredende zenuwvezels
Vetzuren
o Opbouw en werking zenuwstelsel
o Instandhouding myeline, communicatie zenuwstelsel
o Leukodystrofieën = myeline binnen CZS niet (goed) aangemaakt/ weer afgebroken
Heterotopieën
o = groepjes zenuwcellen bij migratieproces op abnormale plaats terechtgekomen
o Vaak ipv corticaal, blijven subcorticaal
o Alcohol, benzodiazepines tijdens zwangerschap
Alcohol
o Migratiestoornissen, verstoorde celaanmaak, abnormale vorm neuronen, vertraagde
groei verbindingen neuronen, versterkt celdood
o FAS = foetaal alcoholsyndroom
Laag geboortegewicht, afwijkingen gewicht, onderontwikkeling hersenen (vooral
corpus callosum en basale ganglia gevoelig)
4