Signaleren, adviseren en verwijzen 1 College Tony Attwood (Syndroom
van Asperger)
Deel 1: Wat is het Syndroom van Asperger?
Drie vormen van autisme:
1. Aloof (zwaarste vorm van autisme, klassiek autisme):
Houdt er niet van om met anderen mensen samen te zijn, vermijdt interactie.
Gebruikt strategieën zodat anderen uit zijn buurt blijven.
Spraakproblemen.
Gefascineerd door zintuigelijke waarnemingen (zien, horen, voelen, proeven
en ruiken).
2. Passive
Gaan om met mensen omdat ze iets van hen nodig hebben.
Kunnen lang achterelkaar alleen spelen, met hetzelfde speelgoed.
Gefascineerd door lichamelijke dingen (bijv. klimmen of zwemmen).
Kan alleen praten door je na te praten (echoën).
o Je moet een woord zeggen zodat het kind het na kan zeggen.
o Je moet het kind een plaatje laten zien zodat hij het bijbehorende woord
kent.
Geïnteresseerd in symmetrie; iets wat anders is valt meteen op.
o Veranderingen? Het kind hierdoor snel in paniek.
Geïnteresseerd in het verzamelen van dingen als gevoel van bescherming.
o Vooral vreemde dingen zoals wc-borstels.
Raakt snel gestrest wanneer hij iets terug moet leggen van een ander.
3. Active, but Odd
Stapt of mensen af, maar vertoont dan vreemd gedrag.
Houdt van aandacht (doet rare dingen om aandacht te krijgen), maar weet
niet hoe hij met aandacht moet omgaan.
Herhaalt vragen waarvan hij het antwoord wel weet
Geïnteresseerd in volwassenen of vreemden, niet in leeftijdsgenoten
Gefascineerd voor een bepaald onderwerp (vaak transport zoals treinen of
fietsen)
De ene vorm van autisme kan volgens Attwood overgaan in een andere vorm.
Active, but Odd leidt vaak tot het syndroom van Asperger. Kinderen met Asperger
hebben een hoog IQ, maar een gebrek aan sociale competentie.
Sociale vaardigheden:
Interactie (reciprocity): een autist is dominant in interactie. Hij komt naar je
toe en vraagt; heb je dit, heb je dat, of hij praat met je maar blijft ondertussen
doen waar hij mee bezig is.
Inclusie: autisten gebruiken strategieën of geweld zodat anderen weggaan.
Oogcontact (eye contact): oogcontact kunnen we gebruiken vor twee redenen.
(1) Om de interactie te starten of te eindigen of (2) als je iets belangrijks te
zeggen hebt (gezicht van een ander lezen). Kinderen met Asperger vinden het
lastig om emoties van ander af te lezen van het gezicht. Ze pikken non-
verbale signaleren niet snel op. Waarom zou iemand met het syndroom van
Asperger zijn ogen open doen om te weten waar je bent? Het gedrag van
kinderen met Asperger lijkt vaak onbeleefd, maar zij zijn zich er niet van
1
, bewust hoe hun gedrag op anderen overkomt. Oogcontact is cruciaal om te
controleren of het kind weet wat je bedoelt.
Vriendschap (definition of friendship): kinderen met autisme gaan vaak om
met veel jongere kinderen of juist met kinderen die veel ouder zijn dan
henzelf. Dit doen zij omdat zij die mensen heel aardig vinden.
Beschrijving van de leraar (description of teacher): autisten zien een leraar als
aardig of als niet aardig.
Beschrijving van de ouder (description of parent): autisten hebben een kleine
vocabulaire om mensen te beschrijven. Daarom gebruiken zij vaak dezelfde
woorden voor verschillende beschrijvingen van mensen.
Omgaan met leeftijdsgenoten (play with peers): kinderen met autisme zijn
niet gemotiveerd om met anderen te spleen. Als hij iets niet leuk vindt, dan
zegt hij dat.
Concurrentie vermogen (competitiveness): kinderen met autisme vinden het
lastig om om te gaan met regels. Hij vindt het lastig om samen te werken en
houdt vaak niet van teamsporten. Het kind heeft hele hoge verwachtingen
van zichzelf. Als iets fout gaat, moet meteen alles opnieuw. Volwassenen
moeten hen aanmoedigen om te accepteren dat dingen fout kunnen gaan.
Autisten hebben ook moeite met een rangorde, omdat ze graag elke keer op
dezelfde plek terecht willen komen.
Gedragscode (code of conduct): kinderen met autisme hebben moeite met
gedragsregels. Zij zijn zich niet bewust van hoe iets op een ander overkomt.
Wanneer zij een dik iemand tegenkomen in de supermarkt, maken ze dit vaak
kenbaar (‘Hij is echt dik!’). Autisten zeggen waar het op staat en vertellen
vaak de waarheid (eerlijk).
Speel activiteiten (playground activities): voor kinderen met autisme is spelen
een grote hel. Het is ongestructureerd en vaak sociaal ingesteld omdat er
meerdere kinderen spelen op een speelplaats. Hierdoor raken kinderen met
autisme erg gefrustreerd van spelen.
Bedrog (deceit): kinderen met autisme zijn open en eerlijk. Ze praten als
volwassenen en gedragen zich als volwassenen. Dit kan vaak voor verwarring
zorgen.
Gezichtsuitdrukking (facial expression): een kind met autisme heeft moeite
met het lezen van iemand anders gezicht. Voor een normaal mens is het lastig
om de gezichtsuitdrukking van een kind met autisme af te lezen. Wanneer je
aan kinderen met autisme vraagt of zij een bepaald gezichtsuitdrukking willen
uitbeelden, zullen zij dit heel overdreven of niet doen.
Communicatie: kinderen met autisme hebben meer tijd nodig om antwoord te
geven op een gestelde vraag. Het kind is zich niet bewust van het feit hoe
ongemakkelijk het is voor degene die de vraag heeft gesteld, om een lange
tijd te wachten op het antwoord. Het is belangrijk om een kind met autisme
veiligheid zinnen (safety phrases) te leren. Door deze situatie wordt de
situatie voor beide partijen beschermd. Het is belangrijk om het kind de tijd te
geven om antwoord te kunnen geven op de vraag. Het is dan ook van belang
om een kind met het syndroom van Asperger niet te onderbreken. Wanneer je
dit wel doet, moet je weer bij het begin beginnen. Naast de tijd om antwoord
te geven op een vraag, moet er ook rekening gehouden worden met het
schakelen tussen onderwerpen (switch topics). Bereid het kind met autisme
hierop voor.
Wederkerigheid: er moet een balans zijn in de interactie tussen mensen.
Kinderen met het syndroom van Asperger hebben een beperkt vermogen om
een wederkerig gesprek te voeren.
2
, Gevoel voor humor: is bij kinderen met autisme anders dan bij kinderen
zonder autisme. Kinderen met autisme vatten humoristische zinnen vaak als
letterlijk op waardoor er misverstanden kunnen ontstaan.
Toon van stemgeluid: kan erg monotoon klinken.
Volume: volume kan soms erg luid zijn, omdat kinderen met autisme het lastig
vinden om rekening te houden met anderen.
Precisie: kinderen met autisme zijn vaak erg exact en precies. Wanneer
iemand anders een fout maakt, wordt je door iemand met autisme meteen op
je plaats gezet en kun je kritiek verwachten. Kinderen met autisme willen niet
laten zien dat zij slim zijn, maar dat je een fout hebt gemaakt.
Ongepast commentaar: wanneer je niet op de hoogte bent van je eigen
(negatieve) eigenschappen, kan een kind met het syndroom van Asperger je
dit goed vertellen. Dit doen zij dan vaak in het openbaar.
Letterlijke interpretatie: sommige dingen worden door kinderen met autisme
vaak letterlijk opgevat. Wanneer je zegt dat iemand nog 5 minuten wachten,
zal een kind met autisme de 5 minuten letterlijk gaan aftellen. Je moet met
uitspraken ook erg voorzichtig zijn.
Sarcasme: anderen mensen moeten rekening houden met het feit dat
kinderen met autisme dingen letterlijk opvatten. Sarcastische uitspraken
snappen ze niet, ze vatten het letterlijk op.
Stem geven aan gedachten: het is belangrijk om als autist stem te geven aan
je gedachten. Het is van belang om kenbaar te maken dat je het niet alleen
moet denken, maar het ook moet uitspreken. Bij kinderen met autisme kan je
soms hun lip zien bewegen wanneer zij aan het nadenken zijn. Hierdoor is te
zien dat zij wel stem geven aan hun gedachten, maar dit niet uitspreken.
Plagen: kinderen met Asperger snappen niet dat mensen plagen.
Theory of Mind: het vermogen om zich een beeld te vormen van het perspectief
van een ander.
Wanneer een kind graag en pop voor haar verjaardag wilt, maar deze niet krijgt
zal zij erg teleurgesteld zijn. Wanneer het kind afleest dat bijvoorbeeld de moeder
het jammer vind dat ze niet tevreden is met het andere cadeau, zal het kind
alsnog zeggen dat ze blij is met het cadeau. Dit komt doordat de Theory of Mind
bij het kind is ontwikkeld. Verondersteld wordt dat mensen met autisme beperkte
vermogens hebben tot de theory of mind.
Cognitieve vaardigheden:
Lange termijn geheugen: mensen met autisme hebben een goed lang termijn
geheugen vergeleken met kinderen zonder autisme.
Lezen: kinderen met autisme zijn vaak gespecialiseerd en geïnteresseerd in
een bepaald onderwerp, dit is dan ook het onderwerp waar zij veel over lezen.
Ze hebben en hele sterke belangstelling voor één bijzonder onderwerp.
Computervaardigheden: kinderen met autisme zijn erg goed in het omgaan
met de computer. De oorzaak hiervan ligt in het feit dat als wanneer je bezig
bent met de computer, je geen contact hoeft te maken met anderen, het geeft
je geen commentaar, het is logisch en visueel. Computers zijn voor kinderen
met autisme erg aantrekkelijk.
Specifieke leerproblemen: kinderen met Asperger zijn vaak niet goed in één
specifiek vak.
Fantasierijk spel: een slipper zal voor kinderen met Asperger nooit een boot
worden.
3