HC BS2 Samengevoegd
In dit document staan de hoorcolleges van BS2 (2020) van de HBO-V aan Hogeschool Viaa. De uitwerkingen van
de doelstellingen van de volgende colleges staan in dit bestand:
Inhoud
HC EBP 1 (BS2, week 2)...............................................................................................................................................2
HC Ethiek 2 – Mens en Zorg (BS2, week 2).................................................................................................................4
HC Ethiek - Seksualiteit en intimiteit (BS2, week 5)....................................................................................................6
HC Gastcollege Stomazorg (BS2, week 5)...................................................................................................................8
HC Gastcollege Infectiepreventie (BS2, week 2).......................................................................................................11
HC Klinisch redeneren I (BS2, week 1)......................................................................................................................14
HC Kwaliteitszorg 1 (BS2, week 4).............................................................................................................................17
HC Levenslooppsychologie I - kindertijd (BS2, week 4).............................................................................................20
HC Levenslooppsychologie II (BS2, week 5)..............................................................................................................26
HC Organisatiekunde 1 (BS2, week 3).......................................................................................................................28
HC Patiëntveiligheid (BS2, week 6)...........................................................................................................................30
HC Sociologie – Diversiteit (BS2, week 5)..................................................................................................................32
HC Verpleegkundig rekenen I (BS2, week 7).............................................................................................................33
HC Verpleegkundig Leiderschap (BS2, week 7).........................................................................................................35
HC Zingeving II (BS2, week 8)....................................................................................................................................37
,HC EBP 1 (BS2, week 2)
Doelstellingen
1. De student kan beschrijven wat EBP is ;
EBP is Evidence Based Practice. EBP is het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste
bewijsmateriaal en evidence om beslissingen te nemen voor individuele patiënten.
De 3 peilers van EBP:
1. Klinische beslissingen op basis van bewijs;
2. Kennis en ervaring verpleegkundige;
3. Ervaring en wens individuele patiënt.
Dus: het integreren van individuele klinische expertise met het beste externe bewijsmateriaal dat vanuit
systematisch onderzoek beschikbaar is. Voorkeuren, wensen en verwachtingen van een cliënt spelen bij
besluitvorming een centrale rol. We spreken over EBP als de drie peilers overlappen. Een vierde aspect is de
context waarin we EBP moete bedrijven: het ziekenhuis is heel anders dan de thuiszorg
2. De student kan beschrijven wat het doel van EBP is ;
Een belangrijk doel van EBP is het toepassen van resultaten van wetenschappelijk onderzoek en andere evidence
in de beroepspraktijk, om de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid te verbeteren en de geleverde zorg te
verantwoorden. Het is een manier om betere klinische besluiten te nemen.
Nut van EBP:
• Hogere kwaliteit van zorg;
• Verantwoorden van zorg;
• Verlagen zorgkosten;
• Ontwikkelen verpleegkundig beroep;
• Versterkt positie verpleegkundige;
• Eerder vergoeding zorgverzekeraar;
• Reduceren ongewenste variatie in klinisch handelen;
• Voldoet aan verwachting patiënten.
3. De student kan beschrijven welke stappen er zijn binnen EBP ;
5 stappen van EBP:
1. Formuleer een beantwoordbare vraag: de PICO;
2. Efficiënt zoeken naar het beste bewijsmateriaal;
3. Beoordeling op kwaliteit en toepasbaarheid;
4. Toepassen van het resultaat in de praktijk;
5. Evaluatie van proces en resultaat.
Je gaat op systematische wijze klinische onzekerheden analyseren
en onderzoeken. Wetenschappelijk onderzoek is een
verbijzondering van het proces van EBP.
In het Engels 5A: ask, acquire/access, apprise, apply, audit/act.
Stap 1: beantwoordbare vraag:
Een klinische onzekerheid in de praktijk herkennen of vaststellen. Fouten in klinische besluitvorming, of je loopt
gewoon ergens tegenaan: dat is een klinische onzekerheid. Hierbij heb je een kritische beroepshouding nodig:
waarom doe ik wat ik doe? Twee soorten vragen:
1. Achtergrondvraag: boeken, algemene informatie
2. Voorgrond vraag: specifieke vraag mbt zorg van individuele patiënt.
,De vraag staat centraal: de vraag wordt gesteld vanuit een klinische onzekerheid en is gerelateerd aan het
probleem en het doel van de patiënt. Het eerste doel is dan genereren van kennis. Het durven uitspreken van
klinische onzekerheden vormt dus uiteindelijk de drijvende kracht achter zorgverbetering.
Hoe zet je een vraag op PICO:
• P = patiënt of probleem (wie)
• I = interventie (wat)
• C = comparison / co-interventie (standaard) wat ben je nu aan het doen?
• O = outcome / resultaat (waarom) waarom zou je het doen?
Deze vraag betreft een behandeling (therapie). De kernbegrippen zijn de P en de I: dit zijn de elementen waarop
je uiteindelijk gaat zoeken naar literatuur.
Vb: Wat is het effect van het desinfecteren van de huid bij een sc of im injectie in vergelijking tot het niet
desinfecteren van de huid van een chirurgisch patiënt op infecties?
Stap 2: Bewijs zoeken
- Zoekstrategie of zoekplan
- Opbrengst zoekstrategie
- Gebruik artikelen uit databases maar ook boeken
- Viaa Search
Soorten literatuur (van belangrijk naar minder belangrijk):
1. EB richtlijnen
2. Synthesis en synopsis
a. Synthesis: een onderwerp wordt samengevat en beoordeeld (meerdere onderzoeken)
b. Synopsis: kort artikel dat 1 onderzoek samenvat en beoordeeld.
3. Systematische reviews
4. Oorspronkelijke studies
Stap 3: Kritisch beoordelen bewijs:
1. Zijn de resultaten valide?
2. Zijn de resultaten belangrijk?
3. Kan ik het toepassen bij mij patiënt?
- Pas selectiecriteria toe: onderwerp, vraagstelling, praktijk, resultaten, soort onderzoek.
Beoordeling op kwaliteit en toetsbaarheid (goed naar minder goed):
1. Meta-analyse en systematic reviews
2. RCT
3. Case control studie en Cohort studies
4. Case study, n=1 studie
5. Best practice
Stap 4: Toepassen:
- Evidence gevonden en beoordeeld
- Toepassen
- Vergelijken met voorheen gegeven zorg,
Stap 5: evalueren:
- Procesevaluatie;
- Evaluatie van het resultaat;
- Passen verpleegkundigen EBP toe?
- Kijken verpleegkundigen kritisch naar het handelen?
4. De student kan beschrijven hoe EBP kan worden toegepast .
Als je evidence gevonden en beoordeeld hebt, ga je het uittesten/uitproberen op de patiënt: je gaat het
toepassen. Daarna ga je het vergelijken met de voorheen gegeven zorg.
, HC Ethiek 2 – Mens en Zorg (BS2, week 2)
Doelstellingen
1. De student kan een definitie geven van ethiek ;
Ethiek is de bezinning op goed en kwaad bij het handelen van een verpleegkundige.
2. De student kan 2 in het college genoemde gangbare opvattingen over de mens benoemen en kort toelichten ;
1. De mens is een vrij autonoom: Dit is een neo-liberaal mensbeeld: ‘Ik maak het allemaal zelf uit’.
2. De mens is gedetermineerd: Dit is een reductionistisch / naturalistisch mensbeeld: ‘Ik kan er niks aan doen’, vb.
ziekte wordt door je genen, omgeving, opleiding, etc. bepaald.
De (neo-liberale) autonome mens De (bijbels) zorgende mens
Zelfstandig Betrokken
Vrijheid Verbondenheid
Zelfbeschikking Duurzaamheid
Zelfontplooiing Vrijheid
Gelijke kansen Beeld van God: relationeel & van waarde
Zelfredzaamheid Context en dus geen gelijkheid: iedereen en iedere situatie uniek
Onafhankelijk Solidariteit
Zelfbewust Afhankelijk
Eigen verantwoordelijkheid Sociale verantwoordelijkheid en persoonlijke aansprakelijkheid
3. De student kan uitleggen wat het betekent dat de mens volgens de christelijke opvatting beeld van God is ;
De mens is een beeld van God (Imago Dei). Dat betekent op structureel niveau dat de mens eigenschappen heeft,
die bij elk mens horen, die een afspiegeling van God zijn. Contextueel betekent dat dat de mens altijd samen is:
de mens leeft altijd in een verband van de geschapen wereld. Dit is allemaal relationeel: het hoort bij het leven en
staat in verband.
De mens als zodanig komt niet voor in de bijbel
- Veel diversiteit, veel verschillende mensen
- God maakte de mens de mens is gewild
- God weet wat goed is voor de mens de mens is uit op zijn redding
- Gord werd mens in Jezus zo relevant is de mens.
- Joh. 3:16 God houdt van de mens.
Relationeel geschapen en dus is de mens:
- Betrokken op God
- Betrokken op jezelf
- Betrokken op de ander
- Betrokken op de wereld om ons heen
4. De student kan uitleggen uit welke componenten een levensbeschouwing bestaat en op welke wijze deze
levensbeschouwing invloed heeft op moraal;
Levensbeschouwing (levensvisies): het geheel van iemands geloofsopvattingen aangaande de aard van de
werkelijkheid. Dit kan vanuit 3 componenten:
1. Theocentrisme: God is het uitgangspunt, gebaseerd op openbaring in Bijbel en Schepping
2. Naturalisme, natuurcentrisme: alles is gedetermineerd, evolutionistisch, mens en dier essentieel niet
anders, alleen gradueel
3. Antropocentrisme: de mens(heid) staat centraal. Vertrekpunt vaak de rede, het zoeken naar eigen
vervulling
Je kunt deze componenten combineren als je er meerdere belangrijk vindt. Door wat je belangrijk vindt kun je je
moraal bepalen.