Arbeids- en Organisatiepsychologie2 - Hoorcollege III
Onderwerp: Organisatiecultuur.
Thema’s die besproken zullen worden in dit HC:
A. De dimensies van Hofstede.
B. Definities en kenmerken van een organisatiecultuur.
C. Verschillende lagen in een organisatiecultuur.
D. Verschillende functies van een organisatiecultuur.
E. Typen van organisatieculturen.
F. De organisatiecultuur als risico/ risico’s van een organisatiecultuur.
G. Het socialisatieproces binnen een organisatie (= het eigen maken van de organisatiecultuur
door een nieuwe medewerker).
A. De 6 culturele dimensies van Hofstede.
1. Machtsafstand.
Hoe is de macht verdeeld?
Hoe snel stapt iemand naar een leidinggevende?
2. Individualisme versus collectivisme.
Zijn de eigen behoeften v.d. medewerkers prioriteit, of worden individuen beschouwd (en
handelen naar de belangen van) het grotere geheel?
3. Masculiniteit versus Feminiteit.
Domantie, assertiviteit (initiatief en leiding nemen) en agressie of gelijkwaardige
rolverdelingen tussen man en vrouw, en gelijke verantwoordelijkheden voor mannelijke en
vrouwelijke medewerkers.
4. Onzekerheidsvermijding.
Is er een gevoel van dreiging of angst door en/of voor onbekende situaties?
5. Lange- versus Korte termijnbevrediging.
Is een beloning (ver) in de toekomst nastreven de norm, of is de norm het leven in het hier
en nu?
6. Hedonisme versus Soberheid.
Wordt er direct aan impulsen/verlangens toegegeven of juist niet?
De ligging van een bepaald bedrijf op de 6 culturele dimensies van cultuur door Hofstede zijn
bepalend voor de organisatiestructuur en de organisatiecultuur.
Organisatiecultuur =
Een systeem van gedeelde betekenisgeving door leden van een organisatie, die organisatie x van
organisatie y onderscheidt (ofwel, wat als normaal en belangrijk wordt ervaren (= de
organisatiecultuur) in de organisatie, verschilt per organisatie.
B. Kenmerken van een organisatiecultuur.
Wat wordt gewaardeerd binnen de organisatie? Voorbeelden:
- Innovatie en risico’s nemen.
- Aandacht voor details.
- Gerichtheid op resultaten.
, - Gerichtheid op teams (en teamtargets/ opgestelde doelen voor teams).
- Gerichtheid op mensen.
- Agressiviteit (competentie/concurrentie, = masculiniteit).
- Stabiliteit, ofwel continuïteit.
C. Verschillende lagen in een organisatiecultuur.
Om de lagen in een organisatie cultuur en hun belang binnen de organisatie te analyseren
wordt gebruik gemaakt van het UI-model.
Een voorbeeld ter illustratie van het UI-model:
Bedrijf: Apple, dus de organisatiecultuur van het bedrijf Apple.
- Symbolen:
Het logo van Apple wat zo bekend is (appel met hapje eruit), maar bv. Ook het gebouw, wat erg
opvalt qua architectuur, een gigantisch, cirkelvormig gebouw met veel groen (tuin).
- Helden & verhalen:
Steve Jobs, de oprichter. Hij wordt als pionier beschouwd op het technologische vakgebied en zijn
verhaal, het oprichten van Apple in een kleine garage met weinig middelen, spreekt bij veel mensen
tot de verbeelding dit zorgt voor merkherkenning en sentiment.
- Traditie:
Het is traditie bij Apple dat wanneer er een nieuw product (bv. Apple 10 ofzo.) de lancering een ware
beleving, bijna een show is.
- Waarden en normen:
Deze kun je vaak vinden op de site van een bedrijf. Voor Apple geldt dat toegankelijkheid, diversiteit
in personeelsbestand, oog voor duurzaamheid, ‘have it first’ (gevoel van belangrijk zijn en bijzonder
bij klant) de waarden en normen zijn die zijn belangrijk vinden binnen het bedrijf en haar werkwijze.
Vooral normen en waarden zijn belangrijk om een bedrijf te leren kennen en te begrijpen!
D. Functies (nut en noodzaak) van een bedrijfscultuur.
- Je maakt door je eigen bedrijfscultuur onderscheidt met andere bedrijven, ook zorgt het
voor saamhorigheid onder werknemers.