KENNISTOETS STAGE OUDEREN SAMENVATTING
Inhoudsopgave
KLINISCH REDENEREN.................................................................................................................................... 2
ProActive Nursing: klinisch redeneren in zes stappen bladzijde 1 t/m 50...........................................................2
Klinisch redeneren voor verpleegkundigen Hoofdstuk 2.3 en 2.4......................................................................13
Klinisch redeneren bij ouderen Hoofdstuk 4 en 5...............................................................................................14
GENEESKUNDE............................................................................................................................................. 20
Geriatrie hoofdstuk 3.1 t/m 3.9.........................................................................................................................20
Geriatrie hoofdstuk 12.......................................................................................................................................21
Geriatrie hoofdstuk 17.......................................................................................................................................22
Inleiding in de gerontologie en geriatrie Hoofdstuk Polyfarmacie....................................................................24
Farmacotherapie voor de zorgprofessional Hoofdstuk Evalueren van geneesmiddelgebruik bij een oudere
vrouw met obstipatie.........................................................................................................................................26
Inleiding in de gerontologie en geriatrie Hoofdstuk 12 Bloedarmoede.............................................................26
Anatomie en Fysiologie Hoofdstuk 11.1 t/m 11.6 Het cardiovasculaire stelsel: bloed......................................28
Boek oncologie Hoofdstuk 18.1 en 18.2.............................................................................................................33
Boek Inleiding in de gerontologie en geriatrie Hoofdstuk 18............................................................................37
Boek Anatomie en fysiologie Hoofdstuk 18.8....................................................................................................42
Boek Pathologie Hoofdstuk 10.1 t/m 10.4.........................................................................................................43
VEILIGHEID EN KWALITEIT............................................................................................................................ 50
V&VN Hoofdstuk 1, 2 en 6..................................................................................................................................50
Copyright content Toelichting op de Wet BIG....................................................................................................55
Boek Gezondheidsrecht Hoofdstuk 2.1.2 t/m 2.2.6...........................................................................................57
,KLINISCH REDENEREN
ProActive Nursing: klinisch redeneren in zes stappen bladzijde 1 t/m 50
Klinisch redeneren is het continue kritisch nadenken-meedenken over de situatie van de
patiënt en de kleine en grote beslissingen die voortvloeiende daaruit genomen moeten
worden met betrekking tot de bestaande en de te verwachten problematiek en de zorg.
In het denkproces van het redeneren zijn drie onderdelen te onderscheiden de drie O’s
van redeneren:
- Observeren dit is het uitgangspunt van het klinisch redeneren. Het gaat hier over
allerlei mogelijke feiten die je waarneemt (klinische symptomen, klachten, controles,
laboratoriumwaarden, bloedwaarden etc.).
- Ordenen a.d.h.v. observaties ga je je gedachten ordenen. Wat heb je
waargenomen, waar zit het probleem, wat is het probleem, zijn er verbanden met
andere problemen en hoe breng ik dit alles onder woorden?
- Oordelen gaat om diagnosticeren, constateren of vaststellen. Dit d.m.v.
stoplichtsysteem met drie keuzes voor de status van de problematiek:
Rood = stop moet actie ondernomen worden
Oranje= waarschuwing verhoogd risico/bedreigde functie
Groen = veilig geen probleem/geen disfunctie
Het denkproces van het redeneren is weer te geven in vier O’s de extra O is er voor het
overdenken van het geheel en drukt het heen-en-weer denken uit. Je controleert of het
redeneren wel klopt: wat vertellen de observaties precies, zijn de observaties voldoende en
objectief genoeg om het probleem vast te kunnen stellen.
Het geeft dus duidelijk aan dat het redeneren een cyclisch denkproces is.
De zes-stappen-methodiek is ontwikkeld om het redeneren op een gestructureerde manier te
laten verlopen.
Essentie van de stap Redeneerhulp
1 Oriëntatie op de situatie/klinisch beeld - SBAR-methode
Beoordeel de situatie op grond van klinisch - EWS-score
beeld/voorgeschiedenis en geef je aanbeveling - SIRS-criteria
2 Klinische probleemstellingen - Zorgthema’s ProActive
Beredeneer de problematiek en de prioriteiten Nursing-model
3 Aanvullend klinisch onderzoek
Beredeneer welke informatie (nog) nodig is
4 Klinisch beleid
Beredeneer hoe de problematiek effectief aangepakt kan worden
5 Klinisch verloop - Zorgthema’s ProActive
Beschrijf het verloop voor de korte en lange termijn Nursing-model, vooral
zorgthema ‘Activiteiten &
Participatie’
6 Nabeschouwing - VMS-thema’s patiëntveiligheid
Beschouw de zorg en jouw aandeel daarin en wat je geleerd - Kwaliteit van
hebt beroepsuitoefening
- Principlistisch model ethiek
,Stap 1: Oriëntatie op de situatie
Deze stap is bedoeld om de actuele gezondheidssituatie (klinisch beeld) van de patiënt in
kaart te brengen. Een goede beschrijving hiervan is een belangrijke basis voor het (bij)stellen
van de medische diagnose en/of medisch beleid.
Klinisch beeld de zo nauwkeurig mogelijke beschrijving hoe een ziekte/aandoening zich
op dat moment openbaart bij een patiënt. Dit wordt ondersteunt door concrete observaties en
metingen.
Je brengt dit in kaart met behulp van de SBAR-methode:
S de mentale en fysieke gezondheidstoestand
B de bestaande of eerder doorgemaakte ziekten, allergieën, behandelingen,
zwangerschap, huidige behandeling c.q. medicatiebeleid, behandelingsbeperking etc.
A de meetgegevens, observaties, bloedwaarden; mogelijke oorzaken (werkdiagnose);
urgentie van de situatie
R jouw aanbeveling ten aanzien van consultatie, aanvullend onderzoek, aanpassingen
klinisch beleid en eventuele (over)plaatsing van patiënt
De SBAR-methodiek geeft richting aan het verzamelen, ordenen en interpreteren van
informatie over de patiënt maar ook aan de volgorde waarin je erover communiceert.
Stap 2: Klinische problematiek inzichtelijk
Deze stap draait erom dat je duidelijk maakt wat de gevolgen van de ziekte of aandoening
voor het functioneren van de patiënt zijn. Dit wordt gedaan aan de hand van zogenoemde
zorgthema’s.
Je stelt prioriteiten in het selecteren van zorgthema’s. Er zijn twee principes om de volgorde
van betrokken zorgthema’s op te stellen.
- Volgorde bepalen door het principe ‘oorzaak en gevolg’ (voordeel is meer onderlinge
verbanden)
- Volgorde bepalen door de ABCDE-methodiek (volgorde staat grotendeels vast
‘threath first that kills first’)
Als verpleegkundige wordt van je verwacht dat je kunt beredeneren:
1. Welke zorgthema’s betrokken zijn
2. Wat de bestaande of te verwachten problematiek is
3. Wat de prioriteiten zijn
Om je bij de (moeilijkste) stap 2 te helpen zijn er mindmaps bij de zorgthema’s ontwikkeld. Er
wordt gebruik gemaakt van een stoplichtensysteem. Daarmee kun je eenvoudig en
overzichtelijk de status en eventuele problematiek in een zorgthema aangeven.
- Rood = actueel probleem c.q. actiepunt
- Oranje = verhoogd risico, bedreiging
- Groen = geen probleem
Als het goed is, levert stap 2 de zogenoemde toestandsdiagnose op. Per zorgthema geeft
deze diagnose inzicht in het actuele functioneren maar ook in e te verwachten problematiek.
Stap 3: Aanvullend onderzoek
Aanvullend onderzoek is gericht op het bevestigen van de diagnose, het uitsluiten van de
differentiaal diagnosen en het (dis)functioneren van organen en orgaansystemen.
Er zijn verschillende vormen:
, - Anamnese ALTIS: simpele manier om klachten gericht uit te vragen (A = aard van
de klacht, L = locatie, T = tijd, I = intensiteit, S = samenhang).
- Lichamelijk onderzoek algemene/specifieke onderzoek naar werking van
orgaansystemen en symptomen van een ziekte.
- Laboratoriumonderzoek microbiologisch, serologisch, anatomisch/pathologisch
- Beeldvormend onderzoek beeld van inwendige anatomie zoals echo, röntgen,
MRI, CT
- Fysiologisch functieonderzoek wordt gebruik gemaakt van fysische parameters
zoals biopsie, punctie, scopie, drukmeting, ECG, EEG, EMG, longfunctietest
Als verpleegkundige wordt van je verwacht dat je kunt beredeneren:
- Welke vormen van aanvullend onderzoek van belang zijn en wat er uitgezocht moet
worden.
- Wat de verwachte uitkomsten zijn en wanneer uitkomsten urgent zijn.
Het is de taak van de arts om de aanvraag te doen en met de uitkomsten verder te gaan
maar in de praktijk is dit minder scherp afgebakend en zijn verpleegkundigen op allerlei
manieren direct of indirect betrokken.
De eerste 3 stappen zijn de diagnostische stappen. In de volgende stap wordt gekeken naar
het beleid in de betreffende situatie.
Stap 4: Klinisch beleid
In deze stap wordt beredeneerd welke zorg nodig is.
Zorg het geheel aan interventies om de gezondheid van de zorgvrager in stand te houden
of in goede conditie, of zo goed mogelijk te doen zijn of te maken.
De interventies worden verdeeld in drie gebieden: somatisch, psychosociaal en
zelfzorgfuncties.
Te alle tijden is en blijft de arts verantwoordelijk voor het stellen van de diagnose en het
beleid (vpk denkt proactief mee).
Als verpleegkundige wordt van je verwacht dat je kunt beredeneren:
- Welke interventies en protocollen nodig zijn
- Wie er geconsulteerd moet worden
- Hoe de patiënt begeleid moet worden
- Hoe de zelfzorgfuncties benaderd worden
De diagnose, bijkomende verstoringen en de context van de situatie zijn bepalend voor het
klinisch beleid.
Voordat we tot uitvoering komen, zijn er nog een paar overwegingen:
- Is er een behandelingscode? (behandelingsovereenkomst in vorm van code waarin
staat aangegeven hoe intensief de behandeling mag zijn/worden).
- Zijn er wettelijke of ethische bezwaren? (denk aan religie/cultuur van patiënt).
- Is er een specifiek protocol?
Stap 5: Klinisch verloop
In deze stap kijk je naar zaken als kans op restschade van de ziekte, complicaties,
ongewenste effecten van het beleid of fouten.