Week 1 (wk 46)
Materiële strafrecht: het geheel van rechtsvoorschriften dat aangeeft voor
welke gedragingen welke straf moet worden toegepast en waaruit die straf
dient te bestaan.
Formele strafrecht (strafprocesrecht): het geheel van voorschriften dat
aangeeft hoe het strafrecht op de concrete feiten moet worden toegepast.
Penitentiaire recht:
Het strafrecht heeft zowel een misdaadbestrijdende functie als een
individu beschermende.
Er wordt vanuit gegaan dat het strafrecht als zodanig dreigend en
afschrikkend genoeg is om preventief te werken.
Legistische (criminaliteit bestrijdende) zienswijze: de rechter dient de wet
restrictief te interpreteren. Gehoorzaamheid van autoriteiten aan de wet
en van de burger aan autoriteiten.
Individuele (rechtsbeschermende) zienswijze: bewaken van op
tegenspraak ingestelde procedures, machtsuitoefening van de overheid
beperken.
Welzijn zienswijze: Conflictoplossing en gedragsbeïnvloeding. Welzijn van
de mens zo min mogelijk schaden.
Bronnen strafrecht: wetboek van strafrecht
Een strafbepaling bestaat uit een delictsomschrijving en een sanctienorm.
In enge zin: menselijke gedraging is strafbaar gesteld in een wettelijke
bepaling
In ruime zin: enge zin + wederrechtelijk en aan schuld te wijten
Misdrijven zijn rechtdelicten, gedragingen die worden afgekeurd.
Overtredingen zijn wetsdelicten, gedragingen die zelfvastgestelde regels
overschrijdt
Extensieve interpretaties zijn niet goed uit het oogpunt van democratische
legitimatie aangezien de rechter zich voor gaat doen als wetgever-
plaatsvervanger.
Het legaliteitsbeginsel geeft de voorkeur aan de taalkundige en
grammaticale interpretatie aangezien het legaliteitsbeginsel zijn grondslag
in de rechtszekerheid vindt.
Bestandsdelen zijn onderdelen van de wettelijke delictsomschrijving
Strafuitsluitingsgronden bestaan uit rechtvaardigingsgronden en
schulduitsluitingsgronden.
Het legaliteitsbeginsel blijkt onder andere uit art. 16 Gw en art. 7 EVRM
Legaliteit dient ter rechtszekerheid en bescherming tegen machtsmisbruik
van de overheid.
Deelnormen van het legaliteitsbeginsel zijn:
- verbod van terugwerkende kracht
, - lex-certa vereiste (zo precies en duidelijk mogelijk beschrijven)
- verbod van interpretatie naar analogie
- geen straf op basis van een gewoonte
Art. 350 Sv:
1. Is er bewezen dat de verdachte het feit heeft begaan?
Alle bestandsdelen van het strafbare feit moeten opgenomen zijn in
de tenlastelegging. De bestandsdelen moeten wetten en
overtuigend bewezen zijn.
2. Is het feit strafbaar?
Welk strafbaar feit wordt gedekt door de bewezenverklaring
(kwalificeerbaar).
a. Rechtvaardigingsgronden? OVAR
3. Is de verdachte strafbaar?
Er wordt vanuit gegaan dat verwijtbaarheid aanwezig is, tenzij er
een indicatie is voor het tegendeel.
a. Schulduitsluitingsgronden? OVAR
4. Welke straf/maatregel dient opgelegd te worden?
Soms wordt vaagheid in delictsomschrijvingen gelegitimeerd door
gewenste flexibiliteit. Dat kan het geval zijn bij delicten op een terrein met
veel technologische ontwikkelingen of bij delicten waarvoor
maatschappelijke verandering belangrijk zijn. Er moet immers wel worden
opgepassen met het toepassen van te veel open normen aangezien dit
willekeur in de hand werkt. Regelmatige heroverwegingen door de
wetgever houdt ook de interpretatiemogelijkheden voor de strafrechter
binnen perken en geeft bovendien de mogelijkheid voor de wetgever om
te reageren op rechtspraak.
Week 2 (wk 47)
Misdrijven bevatten als regel steeds een schuldbestanddeel: opzet of culpa
(subjectieve zijde, betreft de geestesgesteldheid)
Een verschil tussen doleuze en culpoze delicten is dat er tegen doleuze
delicten nooit een hechtenisstraf wordt gesteld.
Opzet kan je niet altijd meteen afleiden uit de wet. De werkwoorden
mishandelen en dwingen wijzen en de woorden wetende dat en oogmerk
ook op opzet.
Commissiedelicten: handelen is strafbaar Ommissiedelicten:
nalaten is strafbaar
Oneigenlijk ommissiedelict: het nalaten een kind eten te geven waardoor
het sterft
Materieel omschreven delicten zijn delicten die niet nader geconcretiseerd
zijn betreft de handeling, zoals moord.
Een formeel omschreven delict is een delict waarvan de handeling wel
concreet beschreven is.
, Schuldgradaties (culpa en opzet als bestanddeel)
Opzet: willens en wetens
Noodzakelijkheidbewustzijn/zekerheidsbewustzijn: het primair niet gewilde
gevolg staat onvermijdelijk vast. (willen en weten)
Voorwaardelijke opzet: het primair niet gewilde gevolg wordt alsnog voor
lief genomen.
Elementen: bewust (kennis) aanmerkelijke kans (risico) aanvaarden (wil)
(weten en willen, want op koop toenemen)
Zie arrest aannemelijke kans (de criteria zijn hierboven gegeven) en
Porsche (voor wilscomponent, verschil Spookrijder) en hof in
Koolmonoxide.
Mogelijkheidbewustzijn: de mogelijkheid van het gevolg is aanwezig
Het verschil tussen bewuste culpa en voorwaardelijke opzet zit in het
‘willen’ wat bij de bewuste culpa ontbreekt.
Bewuste culpa: het primair niet gewilde gevolg wordt op lichtvaardige
wijze onwaarschijnlijk geacht. (wel weten, niet willen want niet op de koop
toenemen)
Vragen bij bewuste culpa:
1a) is het wederrechtelijk? (anders moeten handelen)
1b) aanmerkelijkheid? (grove schuld, garantenstellung)
2) verwijtbaarheid (anders kunnen handelen)
Onbewuste culpa: men denkt niet waar men had moeten denken. (niet
weten, niet willen)
(Hoe zou een mens normaal gehandeld hebben? Op deze manier kan je
culpa bewijzen)
Zie verpleegsterarrest!
Culpa: verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid
Eisen:
1. behoorde de verdachte anders te handelen? (afmeten aan norm,
aanmerkelijke onvoorzichtigheid)
2. Valt de verdachte daarvan een verwijt te maken? (is er in beginsel)
3. Garantenstellung? (verantwoordelijkheid en zorgvuldigheid die bij
beroep of functie hoort. Zie HR Verpleegster)
OF
1. Aanmerkelijke onvoorzichtigheid (verwijtbaarheid)
a) Had de persoon anders moeten handelen?
b) Dus: Is het wederrechtelijk?
2. Is er een groot risico genomen?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LindavanderVaart. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.