100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Internationaal Publiekrecht collegeaantekeningen €5,49   In winkelwagen

College aantekeningen

Internationaal Publiekrecht collegeaantekeningen

 30 keer bekeken  0 keer verkocht

Zeer uitvoerig transcript van alle IPR college's + aanvullende informatie waar nodig.

Voorbeeld 3 van de 22  pagina's

  • 7 november 2021
  • 22
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • Brus
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (6)
avatar-seller
svengommans
Aantekeningen hoorcolleges Internationaal Publiekrecht

College 1 - Inleiding
Veel grote internationale problemen worden steeds meer beïnvloed of getracht te worden
aangepast door het internationale recht. Denk aan migratie, armoede, oorlog, klimaat, milieu
etc. etc etc. Wat de plaats van het internationale recht is en hoe het vormgegeven is, is het
onderwerp van dit vak.

Die elementen zijn te onderscheiden, (1) internationaal, (2) publiek, (3) recht. Internationaal
duidt op grensoverschrijdende actoren. Publiek duit op de bescherming van publieke belangen
en het reguleren van publiek gezag in de internationale gemeenschap. Recht onderscheidt
publiekrechtelijke normen van andere (internationale) normen.

Als juridische entiteit zijn staten soeverein en juridisch gezien dus gelijk aan elkaar, ongeacht
de politieke machtsverhoudingen. Soevereiniteit gaat uit van het beginsel dat staten op gelijke
voet met elkaar staan. Er is verder onderscheidt aan te brengen tussen interstatelijk recht
(tussen actoren) en wereldgemeenschapsrecht (nadruk op het collectief).

In het eerste gedeelte van het vak wordt vooral naar actoren gekeken in het internationale
recht. In het tweede gedeelte ligt de nadruk op de bronnen van het internationale recht. De
eerste en nog steeds meest belangrijke actor is de staat. Daarbij is de historische, politieke en
economische context. Context speelt een grote rol. De positieve benadering is dat recht het
pakket aan geldende regels is. Recht kan ook worden gezien als besluitvorming: het maken,
toepassen en handhaven van regels. Besluiten zijn ook afhankelijk van context. Zij worden
genomen in een maatschappelijke ontwikkeling, met veranderende waarden en schuivende
machtsverhoudingen. Regels veranderen soms niet terwijl de uitkomst/uitwerking daarvan
wel veranderd (Amerikaanse burgerrechtenbeweging). Zonder diezelfde context rondom
‘recht’ is internationaal recht ook moeilijk te begrijpen.

De uitwerking van het internationale recht ligt vooral in de vraag wat een staat is en hoe een
nieuwe staat kan ontstaan. Na WOI begint het idee van zelfbeschikking groot te worden.
Volken moeten over zichzelf kunnen beschikken, ergo: een staat te vormen. Zo ook bij
Israël/Palestina waar een Joodse staat wordt opgericht voor het Joodse volk. De staat Israël
wordt door sommigen andere staten wel erkent, en door sommigen niet. Welke gebieden wel
en niet onder een al dan niet statelijke entiteit vallen is een groot discussiepunt in het
internationale recht.


College 2 – Staten, volken en zelfbeschikking
In het internationaal recht bestaan enkele fundamentele dilemma’s. Deze dilemma’s vallen
vaak binnen zelfbeschikking of staatsvorming. Zelfbeschikking: menselijke waardigheid
tegenover statelijke soevereiniteit. Een internationale zaak tegenover een interne
aangelegenheid. Interventie tegenover non-interventie. Afscheiding tegenover territoriale
integriteit. Keuze van het volk tegenover de keuze van de hele bevolking. Staatsvorming:
objectieve criteria tegenover politieke opportuniteit. Collectieve erkenning tegenover staten
afzonderlijk. Niet-erkende staten als juridische persoon tegenover geen persoonlijkheid voor
niet-erkende staten.

Het recht op zelfbeschikking stelt dat een volk het recht heeft om zichzelf te organiseren in
een nationaal verband. Het recht op zelfbeschikking wil niet altijd betekenen dat ook het recht

,om af te scheiden van een bestaande staat bestaat. Het zelfbeschikkingsrecht van volken werd
na WOI vaak als politieke aspiratie gezien en als politiek instrument gebruikt. Dit met het
zicht op (uiteindelijk) dekolonisatie en de situatie met de nationaliteiten binnen de grenzen
van de voormalige Oostenrijkse en Ottomaanse rijken. Binnen deze grenzen bestonden veel
nationaliteiten met de behoefte aan een staat. Externe zelfbeschikking is dus meestal het
vormen van een nieuwe staat. Zie bijvoorbeeld VN-resolutie 1514 (1960) en 1541. Daarnaast
heeft het Palestijnse volk het recht op zelfbeschikking uitdrukkelijk toegewezen gekregen
door het IGH. De grenzen van deze staten worden beschermd door het uti possidetis beginsel,
het respecteren van internationale en interne grenzen. Deze problematiek is terug te vinden bij
de dekolonisatie van Afrika waar de koloniale grenzen gehandhaafd zijn gebleven.

Interne zelfbeschikking ziet op het recht betekenisvol mee te doen in het publieke leven van
een staat en het hebben van recht op het uitoefenen van sociale/culturele/taalkundige of
andere (minderheids)rechten. Territoriale integriteit is in beginsel leidend en staat dus
tegenover afscheiding. Belangrijke zaken hierbij zijn the Secession of Quebec case en ICJ
advisory opinion on Kosovo.

Is interne zelfbeschikking nou een recht van volken of een verantwoordelijkheid van staten?
En hoe zit het met de zelfbeschikking van inheemse volken? De internationale gemeenschap
mag tegenwoordig ingrijpen wanneer er ernstige gevaren of bedreigingen voor volkeren op de
loer ligt. Dit moet dan vanzelfsprekend wel via de internationale gremia.

Waarom is het belangrijk dat een (potentiele) staat lid kan worden van de VN? Art. 4 VN-
Handvest spelt uit welke ‘staat’ er lid kan worden. Een non-member observer state kan wel
partij worden bij andere internationale verdragen als dat zo door de General Assembly is
aangenomen.

Wanneer iets in het internationaal recht als een staat wordt gezien is uitgewerkt in het
Montevideo verdrag van 1933. (1) Een permanent grondgebied, (2) een vaste bevolking, (3)
een functionerend gezag en (4) de mogelijkheid om internationale relaties aan te gaan met
andere staten. D.w.z. dat de politieke entiteit staat juridisch onafhankelijk is en de capaciteit
heeft voor het aangaan van nationale implementatie van internationale verplichtingen. Dit
staat dus niet gelijk aan de erkenning van andere staten!

Wat moeilijk is aan het identificeren van een staat is dat er verschillende organisaties de
pretentie kunnen hebben het gezag te zijn in een staat. Dat doet niet af aan het feit dat het een
staat is, slechts wie het gezag in die staat heeft.

Het kenmerkende aan extern zelfbeschikkingsrecht t.o.v. intern zelfbeschikkingsrecht is dat
extern zelfbeschikkingsrecht vooral op oude koloniale verhoudingen en de volken die daar
leven (niet zelfbesturende gebieden) ziet en het interne zelfbeschikkingsrecht meer op het
beschikkingsrecht in de al bestaande staat. Bijvoorbeeld: Palestina als niet-zelfbesturend
gebied onder bezetting van Israël. Bij ernstige aantasting van de interne zelfbeschikking kan
eventuele externe zelfbeschikking volgen. Daar zijn echter zeer zwaarwegende eisen aan
verbonden. Externe interventie om van interne zelfbeschikking externe zelfbeschikking te
maken tast altijd de integriteit van de bestaande staat zeer aan en is in het internationale recht
dus ‘not done’. Zelfbeschikkingsrecht volgt voor deze casus voornamelijk uit de Advisory
opinion on the wall.

, College 3 – Internationale organisaties
De vraag of een land een staat is, is vooral ook relevant voor de vraag of een entiteit
internationaalrechtelijke rechtspersoonlijkheid bezit. Er moet daarbij ook onderscheid
gemaakt worden tussen het erkennen van staten en regeringen. De declaratoire theorie houdt
in dat wanneer een land verklaart dat ze een land erkennen (dat het aan de vier eisen voldoet),
dan is het een staat (de staat bestond voor erkenning dus eigenlijk ook al). De constitutieve
theorie houdt in dat een staat pas bestaat bij gratie van de erkenning, de staat bestond daarvoor
dus nog niet.

Collectieve niet-erkenning komt in een aantal situaties voor (Rhodesië, Zuid-Ossetië).
Collectieve erkenning wordt vooral vormgegeven door lidmaatschap van de Verenigde
Naties, als een ‘staat’ lid wordt bij internationale verdragen of internationale organisaties. De
huidige internationale theorieën bieden een onvoldoende oplossing voor hedendaagse
situaties.

De effecten van erkenning zijn ontzettend belangrijk. Op basis van de declaratoire theorie is
internationaalrechtelijke erkenning vooral politiek (het aangaan van feitelijke diplomatieke
betrekkingen). Dat heeft geen directe rechtsgevolgen, behalve dat het een mogelijke bijdrage
aan bewijs dat aan de feitelijke criteria zijn voldaan. De praktische effecten van internationale
bevestiging van Palestina als staat is het wegnemen van twijfel over het bestaan van die staat.

Internationale (gouvernementele) organisaties zijn een onlosmakelijk onderdeel geworden van
het internationale recht en de internationale politiek. Zijn zij dienaren van staten (die de
organisaties oprichten) of een meer autonome rol? Wat is de reikwijdte van de
rechtspersoonlijkheid van een dergelijke organisatie naar internationaal recht? Welke rol
spelen deze organisaties in het vormen van internationaal recht. In hoeverre zijn
(internationaal) verantwoordelijk voor het eigen handelen?

Er zijn drie centrale perspectieven op internationale samenwerking en internationale
organisaties (IOs). Coexistence, Cooperation en Community.

Coexistence omvat het naast elkaar (vreedzaam) bestaan van soevereine staten. De
rechtssubjectiviteit is beperkt, leven vreedzaam naast elkaar en gaan in beginsel uit van eigen
belang.

Cooperation voegt daar een extra laag aan toe. Er is functionele samenwerking in IOs, er is
gecoördineerde besluitvorming door uitvoerende organen met een gezamenlijk functioneel
belang.

Community houdt in dat de organisatie de gemeenschappelijke belangen gebaseerd op
gedeelde waarden en doelen vertegenwoordigt. Dit kenmerkt zich vaak duur supranationale
besluitvorming.

Aan de bestaande internationale organisaties vallen vele labels te plakken. Bijvoorbeeld of ze
intergouvernementeel of supranationaal van aard zijn. Ze kunnen statelijk of niet-statelijk,
algemeen of gespecialiseerd, politiek of functioneel, open of gesloten & universeel of
regionaal zijn.

Kernpunten voor het recht van internationale organisaties zijn de oprichting en de
beëindiging. Vaak is dat bij verdrag. Internationale rechtspersoonlijkheid zorgt ervoor dat een

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper svengommans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 82191 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49
  • (0)
  Kopen