H1 Fiscaal versus bedrijfseconomisch
De bedrijfseconomische jaarrekening wordt opgesteld vanuit het uitgangspunt: maatschappelijk
aanvaardbare normen. Voor aandeelhouders om een betrouwbaar beeld te schetsen van de
onderneming. De fiscale jaarrekening is deel van de VPB en wordt opgesteld t.b.v. bepalen belastbaar
bedrag met uitgangspunt: goed koopmansgebruik.
Hierom kunnen deze van elkaar verschillen.
In principe verschillen ze echter niet heel veel van elkaar. Ze worden namelijk beide opgesteld vanuit
bedrijfseconomische principes tenzij de wet anders voorschrijft. Het verschil komt zoals hierboven
aangegeven door de verschillende doelen die zij hebben.
Deze verschillen ontstaan bijvoorbeeld als gevolg van een verschillende waardering van voorraden
(fifo, lifo, gip etc.). Zo leidt gip t.o.v. fifo in tijden van prijsstijging tot een lagere voorraadwaardering
en daardoor een lagere winst. In de BE jaarrekening zal vaker gekozen worden voor een
voorraadwaardering zoals fifo (om een rooskleurig beeld te geven), terwijl bij de fiscale jaarrekening
gekozen zal worden voor de optie die zo laag mogelijke winsten oplevert. Daarnaast zijn er ook een
aantal fiscale bepalingen die bedrijfseconomisch niet, maar fiscaal wel van invloed zijn op het
resultaat.
Ook kunnen maatschappelijk aanvaardbare normen en goedkoopmansgebruik veranderen over de
tijd, waardoor verschillen kunnen ontstaan.
Daarnaast kunnen ondernemingen ook kiezen andere waarderingsgrondslagen te gebruiken, die
verschillen opleveren.
Ministerie van Justitie en Financiën probeert deze twee jaarrekeningen samen te brengen door
enerzijds waarderingsgrondslagen voor bepaalde rechtspersonen toe te staan te waarderen o.b.v.
fiscale grondslagen. Anderzijds moet er tot één rekening samen worden gekomen, dat uitbreiding
van de VPB vereist.
Bij de bepaling van het resultaat wordt in Nederland gekeken naar de toename van het EV, min
rechtstreekse vermogensmutaties. Bij de bepaling van dit resultaat wordt gekeken naar opbrengsten
en kosten, niet inkomsten en uitgaven. Een van deze uitgaven is de verschuldigde belasting over de
winst, welke wordt gezien als kostenpost en wordt toegerekend aan het jaar waar het betrekking op
heeft.
In beginsel is de totale belastinglast die is opgenomen in de W&V, van een onderneming gedurende
de hele levensduur, gelijk aan de afgedragen winstbelasting aan de belastingdienst. De te betalen
belasting wordt vastgesteld middels de VPB. Hierbij staat het matchingprincipe centraal, de
berekening is als volgt:
Winst vóór belasting € -
Belastinglast 25% € -
Winst na belasting € -
Dit betekent dat de belastinglast zoals die is opgenomen in de BE W&V niet gelijk hoeft te zijn aan de
te betalen winstbelasting vanuit de VPB.
Mocht het wel zo zijn is de boeking als volgt:
, 9… Belastinglast
a 1… Te betalen vennootschapsbelasting
Vaak zal dit echter niet het geval zijn. Er wordt namelijk bij de BE naar maximale winst, terwijl fiscaal
zo min mogelijk gestreefd. Maar de verschuldigde belasting moet hoe dan ook een keer betaald
worden, daarom stellen ze winsten zoveel mogelijk uit. Het kan ook voorkomen dat winsten fiscaal
gezien al worden genomen, terwijl ze later pas in de BE worden toegerekend. Kwestie van timen dus.
Met uitstel wordt bedoeld: als op grond van de bedrijfseconomische wet- en regelgeving de
belastinglast in een eerder jaar genomen moet worden dan in het jaar waarover volgens de fiscale
wetgeving de winstbelasting moet worden afgedragen aan de fiscale autoriteiten.
Voorbeeld uitgestelde belastingen: op grond van de BE wet- en regelgeving is de belastinglast in jaar
1 & 2 100.000. op grond van de fiscale wet- en regelgeving in jaar 1 60.000 en in jaar 2 140.000.
In jaar 1 wordt dan geboekt:
9… Belastinglast € 100.000,00
a 0... Uitgestelde belastingen € 40.000,00
a 1… Te betalen vennootschapsbelasting € 60.000,00
In jaar 2 wordt dan geboekt:
9… Belastinglast € 100.000,00
0... Uitgestelde belastingen € 40.000,00
a 1… Te betalen vennootschapsbelasting € 140.000,00
Dit uitstellen gebeurt natuurlijk voor rentevoordelen en speelruimte in de financiering.
Voorbeeld vervroegde belastingen: op grond van de BE wet- en regelgeving is de belastinglast in jaar
1 & 2 100.000. op grond van de fiscale wet- en regelgeving in jaar 1 120.000 en in jaar 2 80.000.
In jaar 1 wordt dan geboekt:
9… Belastinglast € 100.000,00
0... Vervroegde belasting € 20.000,00
a 1… Te betalen vennootschapsbelasting € 120.000,00
In jaar 2 wordt dan geboekt:
9… Belastinglast € 100.000,00
a 0... Vervroegde belasting € 20.000,00
a 1… Te betalen vennootschapsbelasting € 80.000,00
Voor het vervroegen ontstaan rentenadelen en moet er eerder financiering worden aangetrokken.
Als de BE en fiscale winst aan elkaar gelijk zijn c.q. de verschillen in winst zijn enkel tijdelijke
verschillen, dan is de belastinglast zoals die is opgenomen in de W&V gelijk aan de winst vóór
belasting vermenigvuldigd met het belastingtarief.
Balans: Te betalen belasting
+ Toename uitgestelde belasting
- Toename vervroegde belasting
W&V = Belastinglast
, Wanneer de winsten niet aan elkaar gelijk zijn door definitieve of permanente verschillen, gaat
bovenstaande berekening niet op.
Voorbeeld: de BE winst vóór aftrek van belastingen over jaar 1 bedraagt 100.000, bestaande uit
250.000 opbrengst, 150.000 kosten. Er zijn geen tijdelijke verschillen. Vanuit de fiscale wet zijn
10.000 v.d. 150.000 kosten niet aftrekbaar. Het belastingtarief is 25%.
Er moet dus over 110.000 winst belasting worden betaald. Omdat deze kosten nooit aftrekbaar
zullen zijn, spreken we van een definitief of permanent verschil. Dit leidt tot een belastinglast van
27.500 (110.000*0,25).
9… Belastinglast € 27.500,00
a 1… Te betalen vennootschapsbelasting € 27.500,00
De belastingdruk is daarmee hoger dan 25%, namelijk 27.5% (27..000) dit noemt men
overdruk.
H2 Aangifte vennootschapsbelasting
De kern van de boeking waar dit boek voor centraal staat is als volgt:
9… Belastinglast
(a) 0… Vervroegde belastingen
(a) 0… Uitgestelde belastingen
a 1… Te betalen VPB
Dit hoofdstuk gaat over de laatste regel: te betalen VPB.
Hoeveel VPB moet worden betaald, hangt af van het belastbare bedrag. Deze krijg je door van de
winst uit onderneming de aftrekbare giften af te halen. Hier houdt je dan de belastbare winst aan
over, waar je de te verrekenen verliezen nog vanaf moet halen om vervolgens het belastbare bedrag
te krijgen. Hieronder schematisch:
Winst uit onderneming
Aftrekbare giften -/-
= Belastbare winst
Te verrekenen verliezen -/-
= Belastbare bedrag
In de elektronische aangifte VPB wordt het belastbare bedrag berekend a.d.h.v. een
vermogensvergelijking. Hier wordt de niet in de wet VPB genoemde (tussen) post saldo fiscale
winstberekening gebruikt: de winst o.b.v. de fiscale grondslagen voor de waardering en
winstbepaling, zonder rekening te houden met de geldende fiscale faciliteiten (zoals
investeringsaftrek) en het feit dat bepaalde kostenposten fiscaal geheel of gedeeltelijk niet worden
erkend. Giften worden hier volledig buiten beschouwing gelaten. Om aansluiting te krijgen met het
wettelijke begrip belastbare winst, wordt in de aangifte in het onderdeel berekening belastbare winst
vervolgens de belastbare winstberekend door de post saldo fiscale winstberekening te corrigeren
voor de van toepassing zijnde bedragen van de fiscale faciliteiten, de aftrekbare giften en de fiscaal
niet-aftrekbare kosten. De aansluiting met het wettelijke begrip belastbare bedrag wordt in de
aangifte verkregen door de verrekenbare verliezen op de belastbare winst in mindering te brengen.
Zowel de fiscale W&V en de elektronische vermogensvergelijking uit de VPB leiden tot de saldo
fiscale winst. + of -/- uitkomst onderdeel berekening belastbare winst = belastbare winst.