Samenvatting aardrijkskunde hoofdstuk 2
2.1 Druk! En het wordt nog drukker!
In sommige landen woont de bevolking heel dicht op elkaar en in andere landen niet. Dat
heet bevolkingsdichtheid, er kunnen verschillende redenen voor zijn, zoals een stad dicht bij
een vruchtbare rivier. Dat zal dichtbevolkt zijn en een hele droge plek bijvoorbeeld niet. Elke
seconde worden er baby’s geboren, maar er gaan ook elke seconde mensen dood. Om de
bevolkingsgroei te berekenen, moet je eerst het geboortecijfer van het sterftecijfer
aftrekken. Dus stel het geboortecijfer is 9 promille en het sterftecijfer 8 promille, houd je 1
promille over. In arme landen worden er meer kinderen geboren, want door de hygiëne en
gezondheid die er niet is in een arm land, overlijden ze sneller en daarom als ze meer
kinderen hebben houden ze er misschien nog een paar over.
2.2 De bevolking groeit en vertrekt
Veel mensen gaan migreren om verschillende redenen, zoals beter werk zoeken, oorlog,
armoede, een natuurramp. Daardoor ontstaat bevolkingsgroei.
2.3 Cultuur
De belangrijkste kenmerken van een cultuur noem je cultuurelementen, er zijn drie soorten
cultuurelementen:
1. Taal en godsdienst
2. Wetten, familiebanden en opvoeding
3. Kleding, voedsel, gebouwen en kunst
Er bestaat ook cultuurvermenging, dat betekent dat je bijvoorbeeld ergens op vakantie gaat
en je bijvoorbeeld daar met stokjes hebt leren eten en dat in je eigen land ook gaat doen.
Drie voorbeelden van cultuurvermenging zijn:
1. Door massamedia
2. Migratie
3. Toerisme
Er is één cultuur die zich over het sterkste doordringt, amerikanisering.
2.4 Cultuurgebieden
De belangrijkste cultuurgebieden van de islamitische wereld zijn dat de meeste vrouwen een
hoofddoek dragen, ze doen aan de ramadan en eten geen varkensvlees. Van de westerse
wereld zijn dat dat de meningsuiting en gelijkheid bijvoorbeeld heel belangrijk, niet iedereen
gelooft maar vaak wel een christelijke achtergrond. Bij Afrika ten zuiden van de Sahara is dat
dat ze meerdere stammen hebben, ze spreken veel verschillende talen en de belangrijkste
religies zijn het christendom en de islam. In het Latijns-Amerika is de voertaal Spaans en
Portugees, de inheemse inwoners zijn het armst en houtkappers, oliebaronnen en grote
boeren nemen het leefgebied van de inheemse bevolking steeds meer in. Rusland en de
voormalige Sovjet-Unie, spreken voornamelijk een Slavische taal, hebben een apart schrift