Week 1 Week 2 Week 3
Perifeer Radiculair Plexus
Polyneuropathie
Anamnese ❖ Gevoel ❖ Scherpe, schietende ❖ Grote uitval
❖ Motor pijn ❖ Sensibel>Motor
❖ Pijn ❖ Ledematen>Rug ❖ Been>Arm
❖ ADL ❖ LWK en CWK ❖ Extensoren>Flexoren
beïnvloeden pijn ❖ Bovenhandse
handelingen
❖ Blauw, bleek
Provocatietesten ❖ Tinel Sign ❖ SLR → SNout ❖ TOS
(tikken) ❖ XSLR→Spin ❖ A+E+R
❖ Slump
❖ R-LRS N. femoralis L123
❖ Cervicaal
❖ Wainer 3=65%, 4=90%
❖ Arm squeeze
❖ Vasalva
❖ Schouder abductie
Kracht ❖ Spieren die ❖ Kennspieren/myotoom ❖ A. Nervina
worden
geïnnerveerd
door perifere
zenuw
Sensibiliteit ❖ Area nervina ❖ Area radicularis / ❖ A. Nervina
dermatoom
Reflex Kan als spier wordt Hangt af van het niveau
geïnnerveerd door
desbetreffende
zenuw
FAO +
behandelbare
grootheden
Gnostisch: Fijne tast, vibratiezin, proprioceptie, bewegingszin
Vitaal: Pijn, grove tast, temperatuur
Straight Leg Raising test: Hoge sensitiviteit, lage specifiteit = uitsluiten
Crossed Straight Leg Raising test: 28% sensitiviteit, 90% specifiteit = insluiten
Voornaamste symptomen van perifere zenuwletsels van de bovenste extremiteit…
,Myotoom: Alle spieren en gedeelten van spieren samen die motorisch geïnnerveerd worden door de
zenuwvezels van één spinale zenuw (ruggenmergsegment)
➔ Centrale spier in een myotoom is een Kennspier
Bovenste extremiteiten Kennbewegingen Kennspieren
C3 Elevatie schouder/scapula Trapezius pars descendens
Levator scapulae
C4 Elevatie scapula en retractie Trapezius
Rhomboidei
C5 ABductie schouder Deltoideus
Endorotatie schouder Supraspinatus
Exorotatie schouder
C6 Flexie elleboog Biceps brachii
Extensie pols Extensor carpi radialis
C7 Adductie schouder Triceps brachii caput longum
Extensie elleboog Flexor carpi radialis
Flexie pols Opponens pollicis
C8 Extensie duim Extensor pollicis
Pincetgreep
Th1 ABductie pink Interossei palmaris en dorsales
Onderste extremiteiten Kennbewegingen Kennspieren
L1, L2, L3 Flexie heup Iliopsoas
L3 Extensie knie Quadriceps femoris
L4 Dorsaalflexie enkel Tibialis anterior
L4, L5 Extensie 1e (grote) teen Extensor hallucis longus (L5)
L5 ABductie heup
L5, S1 Inversie voet
S1, S2 Op tenen staan met 1 been Triceps surae en peronei
S1 , S2 Billen aanspannen Gluteus maximus
,Week 1
Het neuron/zenuwcel
Korte uitlopers = Dendrieten
Lange uitlopers = Axon
Dendrieten en Axonen zijn uitlopers. Deze worden ook wel ‘neuriet’ genoemd.
De essentiële functie van een zenuwcel is het ontvangen en geleiden van prikkels.
De prikkelgeleiding van een zenuwcel/neuron geschiedt met elektriciteit, vandaar dat ook de
elektrische lading van een zenuwcel van belang is. Binnenin een cel relatief veel Kalium ionen,
buiten de cel relatief veel Natrium ionen.
1 prikkel is niet voldoende om een membraanpotentiaal tot
de drempelwaarde te doen stijgen. Hiervoor zijn meer prikkels
nodig en dit kan op 2 manieren:
❖ Summatie van plaats → meer dendrieten tegelijk
een actiepotentiaal ontvangen van een andere cel.
❖ Summatie van tijd → meer prikkels vaker achter
elkaar, waardoor de waarde stijgt.
Gemyeliniseerde zenuwcel (120msec) heeft cellen van Schwann, waardoor de geleiding
sprongsgewijs gaat en dus sneller dan ongemyeliniseerde die maar 2msec gaat.
In het lichaam komen beide soorten
zenuwvezels voor en deze kunnen ook variëren
in dikte. Hoe dikker een zenuwvezel, des te
sneller is de geleiding. Bij sensorische
neuronen vind je de dunne ongemyeliniseerde
vezels voor pijn, jeuk en temperatuur. Tastzin
en de huid zijn de iets dikkere vezels en de
dikste zijn voor skeletspieren.
Buiten naar binnen: - Epineurium
- Perineurium
- Endoneurium
Prikkeloverdracht vindt plaats in synapsen. Er kunnen
nieuwe gevormd worden en verdwijnen. Synapsen
vormen de basis van plasticiteit/vervormbaarheid van
ons lichaam. Plasticiteit is de basis om te kunnen leren.
Overdracht van een neuron op een spier = Motorisch
eindplaatje. Van een neuron op een spier is ALTIJD
faciliterend
, Uitvalssymptomen
Symptomen van perifere zenuwaandoeningen kunnen worden veroorzaakt door stoornissen van het
afferente (gevoelsvermindering) en/of het efferente (krachtsvermindering) neuron. Vaak komen
deze symptomen beide voor. Naast uitval zijn er ook symptomen door een verhoogde
prikkelbaarheid van een zenuw of spiervezelmembraan (tintelingen) en een tekort aan informatie uit
de periferie zoals bewegingsonrust, pijn en ‘vreemde’ gevoelens.
Gnostische sensibele informatie is noodzakelijk om bewegingen gecontroleerd uit te voeren. Bij
ernstige uitval van de gnostische sensibiliteit kan de patiënt niet meer goed voelen waar de
ledematen zich bevinden.
Door een tekort aan sensibele prikkels kunnen sensibele verschijnselen optreden als spontane pijn,
onaangename gevoelens bij lichte aanraking en abnormale temperatuurgewaarwording. Dit zijn
voorbeelden van neuropatische verschijnselen.
Autonome verschijnselen:
❖ Zweetsecretie
❖ Orthostatische hypotensie
❖ Verkleuring van de huid (licht oedemateus gezwollen kan ook)
❖ Viscerale autonome stoornissen (gestoorde seksuele functie, blaasfunctiestoornissen)
❖ Trofische stoornissen (veranderde haargroei, huid-, bot-, gewrichtsafwijkingen)
o Er is sprake van axonale polyneuropathie als de zenuwgeleidingssnelheden normaal zijn,
terwijl de samengestelde spieractiepotentiaal verlaagd is en er neurogene stoornissen
worden gevonden. Dit kan worden vastgesteld middels EMG (Elektromyografie)
o Er is sprake van demyeliniserende polyneuropathie als de geleidingssnelheden vertraagd zijn
of als er geleidingsblokkaden van de zenuwen worden gevonden.
Radiculopathie
Radiculopathie gaat vaak gepaard met uitstralende pijn en wordt gekenmerkt door
1. uitval van de segmentale motoriek (myotoom=spieren die worden geïnnerveerd door
betreffende zenuwwortel), van de
2. sensibiliteit ( dermatoom) van het huidgebied dat door de betreffende wortel wordt
verzorgd en door een
3. verlaagde of afwezige spierrekkingsreflex, indien de betreffende wortel een reflex verzorgt).
Een ander kernsymptoom is
4. pijn in het verloop van de zenuw, wat soms kan toenemen door drukverhogende momenten
Soms zijn er alleen gevoelsstoornissen, of is er alleen krachtsverlies; dit is afhankelijk van de
lokalisatie waar de zenuwwortel wordt gecomprimeerd of wordt geprikkeld.
De voornaamste oorzaken voor radiculopathie zijn: - compressie door hernia
- trauma
- infectie