Hoofdstuk 1 en 2
Collectieve belangen: veiligheid, volksgezondheid, onderwijs en het gebruik van de ruimt om ons
heen.
Staat: hier spreken we van als er een gemeenschap is van mensen op een bepaald grondgebied,
waarover een organisatie het hoogste gezag uitoefent.
Verdrag: overeenkomst tussen een of meer staten
Het grondgebied van een staat, ook wel het territorium genoemd, kent grenzen die soms na talloze
oorlogen tot stand zijn gekomen in een verdrag.
Gemeenschap: deze wordt gevormd door mensen die daartoe behoren vanwege hun afstamming of die
op eigen verzoek de nationaliteit van de staat hebben verkregen. Deze kan bestaan uit mensen met een
verschillende taal, godsdienst, cultuur en geschiedenis, die zich met elkaar verbonden voelen. Deze
verbondenheid uit zich in nationale symbolen bijvoorbeeld; vlag en een volkslied.
Gezag: het hoogste gezag van de staat is gericht op het scheppen en handhaven van orde en recht. Dit
is om te voorkomen dat burgers voor eigen rechten gaan spelen, mag alleen het hoogste gezag van de
staat geweld gebruiken (geweldsmonopolie).
Staat heeft dus twee betekenissen:
aan de 1e kant wordt hiermee het land aangeduid
aan de 2e kant wordt hiermee ook het gezag bedoeld
De staat is een soeverein: dit wil zeggen dat de staat in beide betekennissen kan worden beschouwd als
een zelfstandige en ondeelbare eenheid.
De Nederlandse staat is een rechtspersoon naar burgerlijk recht.
Erkenning van een staat door andere staten wordt ook als een kenmerk gezien
De overheid zorgt voor:
- bescherming van de burgers door de landsgrenzen te verdedigen en de orde te handhaven.
- ook zorgt de overheid ervoor dat het algemeen belang wordt gediend.
De overheid vervult taken door: ·- als wetgever op te treden
- de staat de besturen
- middel van rechtspraak
Figuur 1.2 op blz. 13 bekijken
koninkrijk der Nederlanden was vanaf het moment dat Aruba een zelfstandige staat werd maar wel bij
het koninkrijk te willen blijven horen een staatrechtelijk samenwerkingsverband tussen drie landen:
Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba
Figuur 1.3 op blz. 14
Statuut is een staatsregeling waarin afspraken zijn vastgelegd over de onderlinge verhoudingen in het
Koninkrijk en de samenwerking
Wetten die van toepassing zijn in het gehele koninkrijk heten rijkswetten.
,Nederlandse staat – Nederland
koninkrijk –
Aruba, curaçao en Sint Maarten hebben net als Nederland een eigen bestuur (regering), wetgever en
rechterlijke macht.
De staatsrechtelijke verhouding tussen de landen van het Koninkrijk vormt één van de redenen dat
Nederland een dergelijke regeling, als die juridisch gezien al toelaatbaar zou zijn, niet eenzijdig kan
invoeren. Het moet dus in overleg.
Rechtspositie: is het geheel van de rechten en plichten van vreemdelingen in Nederland.
Burgers die tot het Koninkrijk der Nederlanden behoren, hebben de Nederlandse nationaliteit anders
gezegd: zij bezitten het Nederlanderschap. De rechtsgevolgen hiervan zijn:
1. Nederlanders hebben vrije toegang tot Nederland en mogen hier vrij verblijven
2. Het Nederlandse Wetboek van Strafrecht is ook grotendeels van toepassing op Nederlanders die
buiten het territorium van het Koninkrijk bepaalde misdrijven hebben gepleegd. Deze wet heeft zoals
dat heet, exterritoriale werking. Gaat over de werking buiten Nederland
3. De Nederlander die in het buitenland gevangen genomen wordt, geniet diplomatieke bescherming,
dat wil zeggen dat vertegenwoordigers van Nederland zich ervoor zullen inzetten dat hij door de
buitenlandse staat goed wordt behandeld
4. Nederlanders worden niet aan andere staten uitgeleverd (overgedragen om berecht te worden)
5. Nederlanders vallen op grond van het zogeheten personeel statuut in de wet algemene bepalingen
6. Geeft Nederlanders het recht om onder anderen de leden van de tweede kamer, de
volksvertegenwoordiging, te kiezen. (actief/passief kiesrecht)
7. Sommige functies kunnen alleen door Nederlanders worden vervuld, bijvoorbeeld: Burgemeester
8. Nederlanders kunnen aanspraak maken op voorzieningen of uitkeringen (bijstand, kinderbijslag)
Vreemdeling: hij die de Nederlandse nationaliteit niet bezit.
Derde generatie: Kinderen van een Nederlandse ouder en kinderen van de derde generatie (dit zijn
kinderen van wie de niet-Nederlandse ouders ook in Nederland zijn geboren uit hier woonachtige
vreemdelingen) krijgen automatisch, de Nederlandse nationaliteit.
Tweede generatie: Niet-Nederlandse jongeren tussen 18 en 25 jaar die sinds hun geboorte in
Nederland hebben gewoond, kunnen Nederlander worden door een zogeheten optieverklaring af te
leggen op het gemeentehuis in hun woonplaats.
Vreemdelingen die vijf jaar legaal in het Koninkrijk hebben gewoond of hier al drie jaar getrouwd zijn
met een Nederlandse partner en ouder zijn dan 18 jaar, kunnen bij de minister van Veiligheid en
Justitie een naturalisatieverzoek indienen en daarmee het Nederlanderschap verkrijgen. Voorwaarde is
wel dat zij geen gevaar vormen voor de openbare orde en veiligheid, ingeburgerd zijn in de
Nederlandse samenleving en de Nederlandse taal beheersen.
Om een examen te halen moet de vreemdeling zich in het Nederlands verstaanbaar kunnen maken en
iets weten over werk en inkomen, wonen, gezondheid, verkeer, staatsinrichting en alledaagse zaken
De hoofdregel is dat degene die het Nederlanderschap verkrijgt in principe afstand moet doen van zijn
oorspronkelijke nationaliteit, blijft bestaan. Van vreemdelingen die sinds hun vierde jaar rechtmatig in
Nederland verblijven en Nederlander willen worden, wordt nu echt concreet geëist dat zij al het
mogelijk doen om afstand te doen van de eigen nationaliteit.
, Het is mogelijk om het Nederlanderschap te ontnemen aan Nederlanders die onherroepelijk zijn
veroordeeld wegens een misdrijf waarbij de essentiële belangen van het Koninkrijk of één van de
daartoe behorende landen zijn geschaad
Bij de naturalisatie in de overzeese landen van het Koninkrijk is nu ook kennis van het Nederlands
verplicht.
De Wet op de identificatieplicht geeft aan met welke documenten iemand zijn identiteit, dus ook
nationaliteit, kan aantonen. Dit zijn het paspoort, het rijbewijs en vreemdelingendocumenten zoals een
visum of de verblijfsvergunning.
Eu-verdrag is onder andere vastgelegd dat burgers uit de EU-landen zich vrij door Europa mogen
bewegen. De grenzen zijn dus gesloten/afgeschaft dit betekent wel dat er in Nederland zelf iemands
identiteit gecontroleerd kan worden.
Visum: hiermee verleent Nederland toestemming aan een vreemdeling om gedurende korte tijd in
Nederland te verblijven.(Max 3 maanden)
Machtiging tot voorlopig verblijf: voor een langer verblijf bijvoorbeeld: werk, studie of
gezinshereniging, moet de vreemdeling op een Nederlandse ambassade een zogeheten machtiging tot
voorlopig verblijf aanvragen.
Hierna kan een zogenoemde verblijfsvergunning regulier worden aangevraagd. Deze vergunning
wordt altijd afgegeven onder de beperking, dat wil zeggen voor het doel van het verblijf.
Het verblijven van andere burgers van andere staten van de Europese Unie, zijn minder strenge regels
voor toegang en verblijf in Nederland. Voor hen geldt geen visum plicht, hun vrije termijn is zes
maanden en de drempels voor een langer verblijf zijn lager dan voor andere vreemdelingen.
Naast reguliere vreemdelingen zijn er vreemdelingen die hun toevlucht zoeken in Nederland vanwege
een bedreigende situatie of slechte economische omstandigheden in hun eigen land. Voor deze
asielzoekers gelden niet dezelfde regels.
Aan de asielprocedure gaan een rust en voorbereidingstermijn van zes dagen vooraf. Daarna duurt het
nog 8 dagen om te kijken of de aanvraag kans van slagen heeft. Wanneer de IND meer tijd nodig heeft
kan de verlengde asielprocedure maanden duren. Asielzoekers die via Schiphol binnen komen moeten
daar eest in gevangenschap. Kansrijke asielzoekers mogen daarna een definitieve beslissing van de
Nederlandse overheid afwachten in een opvangcentrum of asielzoekerscentrum.
Een asielzoeker die op grond van vrees voor eigen land vervolgd wordt door zijn/haar ras, godsdienst,
nationaliteit, politieke overtuiging of omdat hij/zij tot een bepaalde sociale groep behoord wordt tot
een vluchteling gezien
Een verblijfsvergunning wordt alleen verleend:
1. Als Nederland hiertoe verplicht is vanwege een verdrag zoals het vluchtelingenverdrag
2. Als met de aanwezigheid van de vreemdeling een wezenlijk Nederlands belang is gediend
3. Als er klemmende redenen zijn van humanitaire aard, zoals ziekte of hereniging met een kind of
partner.
Vreemdelingen die zijn uitgeprocedeerd, verblijven illegaal in Nederland en kunnen worden uitgezet.
Bij asielzoekers die geen identiteitsbewijs bezitten, is het uitzetten een probleem als de staat waartoe
zij behoren hen niet meer als staatsburger erkent.