COLLEGE 1 WAT IS POLITIEK
Oorzaken opmars radicaal rechts door: economische ongelijkheid, migratie?
De opmars van de populistische partijen zijn een bedreiging voor de bescherming milieu, ze
willen niks leren kennen.
Hoe kunnen wij de politiek beter begrijpen?
- Wat zijn de politieke gebeurtenissen
- Waar en wanneer
- Waarom
- Wat gevolgen hiervan
- Wat kunnen we doen om te beïnvloeden
Empirisch of conceptueel onderzoek
Empirisch: elke wetenschappelijke onderzoeksactiviteit die directe, eigen waarnemingen
gebruikt.
Conceptueel: a methodology wherein research is conducted by observing and analyzing
already present information on a given topic. Conceptual research doesn't involve
conducting any practical experiments. It is related to abstract concepts or ideas.
Theoretisch:
De domeinbenadering en aspectenbenadering
Domeinbenadering: politiek vindt plaats bij bepaalde sociale domeinen en wordt verricht
door bepaalde actoren. Politiek wordt vaak vereenzelvigd met de staat, of binnen de staat.
Kenmerkende zijn: regeringen, beleidsmaatregelen, bestuur en fysieke territoria (stadstaat,
provincie, stad)
“Politiek is de wetenschap die het leven van de staat bestudeert”
Dit soort definities impliceert dat andere actoren ondergeschikt zijn aan de staat. Zegt te
weinig over het proces en interactie die wij associëren met politiek
Aspectbenadering: Politiek kan overal zijn en door iedereen worden verricht, en de politiek
ligt in eigenschappen van gebeurtenissen/ontwikkelingen. Kenmerkend is: strijd om macht,
conflicten, verdelingsvraagstukken niet alleen door regeringen, maar ook door scholen,
kerken, families etc. Ook zonder helder organisatorisch verband: ‘buurt politiek’,
terreurbewegingen etc.
“Politiek is conciliatie door macht te verdelen in gemeenschappelijke besluitvorming”
(Vaak te breed of te nauw)
“De politiek is de interactie waardoor bindende Waarde toedeling plaatsvindt voor een
samenleving”
Essentie van een conflict betekent de aanleiding/reden tot ene conflict?
,Algemene aspecten van politiek
1. Politiek gaat om collectiviteiten (twee of meer mensen, groepen, samenlevingen,
staten, regio’s, van een huishouden tot mondiale toneel) -> de twee
vertegenwoordigers van noordelijke en zuidelijke staten.
2. Politiek gaat over zaken die een collectiviteit moet regelen/oplossen (iets wat
opgedeeld kan worden, gereguleerd kan worden, en/of bestaansrecht en identiteit
van groepen/leden) -> afschaffing of behouden van de slavernij door een
grondwettelijke verandering.
3. Politiek gaat om onenigheid, botsingen tussen verschillende belangen/identiteiten
van mensen/collectiviteiten(individuen/staten) -> zuiden vind slavernij nodig en
noordelijk afschuwelijk
4. Politiek gaat om verschillende vormen van actie en interactie/ regulering/beheersing
van zo’n onenigheid (conflict /samenwerking van deliberatie tot oorlog) ->
5. Politiek gaat om macht en machtsgebruik (van dwang tot omkoping tot persuasie)
Legitiem = als iets word erkend en geaanvaard
HOORCOLLEGE 2
Omstreden concept: complex, geen enkel aspect kan op zichzelf de volledige definitie geven
van het concept. (Clusterbegrippen). Omstreden begrippen bevatten ook evaluatieve of
normatieve elementen.
Soorten politieke debatten
- Beschrijvende debatten: Bijv. “wat is terrorisme” of “waar en wanneer gebeurt het”
- Verklarende (causale) debatten: gaat over de oorzaak gevolg verbinden tussen
verschijnselen. Waarom gebeuren deze ontwikkelingen?
Bijv. “Waar komen zij vandaan en hoe kunnen wij ze verklaren” Bijv. “in hoeverre
Wordt rechts-nationalistisch populisme beïnvloed door inkomensongelijkheid.”
X Y: hoe heeft X invloed op Y
? Y: waar komt Y vandaan, wat is de oorzaak
X ? : wat voor gevolgen heeft X
- Normatieve debatten: Hoe zou de wereld zou moeten zijn, probeert iets aan te
bevelen.
Bijv. “wat zouden gevestigde partijen moeten doen o steun voor rechts-
nationalistisch populisme te verminderen.” Of “hoe kunnen wij slechte
ontwikkelingen vermijden en goede realiseren” (deze vorm kan je koppelen aan de
andere soorten debatten)
Omvang van politieke debatten
- Context-specifieke debatten: duidelijk waar het om gaat, zoals een specifieke
gebeurtenis. Context-specifiek in tijd en plaats en probleem-specifiek gedeeltelijk
oplosbaar door empirisch onderzoek.
, Bijv. “waarom heeft Trump de verkiezing gewonnen in 2016” of “wat verklaart de
eerste wereldoorlog”
- Mid-level debatten: probleem specifiek, gedeeltelijk oplosbaar door empirisch
onderzoek.
Bijv. “wat zijn de oorzaken van interstatelijke oorlogen” of “wat ligt achter rechts-
nationalistisch populisme”
- Eeuwige debatten: alles omvattend, niet oplosbaar voor empirisch onderzoek.
Bijv. “wat is de relatie tussen de politiek en de economie” of Bijv. debat tussen
realisme vs liberalisme vs marxisme
Transparante twijfel: de onzekerheid over het antwoord inschatten en aangeven.
Concepten
Concepten (begrippen) zijn bouwstenen van alle theoretische stellingen/ verachtingen.
Zonder concepten kunnen wij geen antwoord geven op politieke vragen. Concepten vragen
expliciet om conceptualisering als concepten
Conceptualisering = aanduiden wat je bedoelt met een concept
Abstracte of omstreden concepten
- Kunnen Abstract zijn
Zeer concreet: minister, kamerlid, banklening
Abstracter: milieubeweging, oorlog, internationale investering
Zeer abstract: liefde, rechtvaardigheid, democratie, politiek
- Of kunnen Omstreden zijn
Onomstreden: cabinet Rutte, Amerikaans leger, internationale handel
Omstreden: terrorisme, groene energie, fake news, Uber werknemer
Minimale definities en ideaaltypen (Max Weber)
Minimale definities: heel omvatten en weinig aspecten
Minimale definitie -> globalisering: wereldwijd verwevenheid)
Ideaaltypen: laag omvattend en veel aspecten
Ideaaltypische definitie -> globalisering: hoge €waarden van stromingen van en openheid
t.o.v. goederen, investering, arbeid in verhouding tot nationale zaken
Extension: hoe omvattend is de toepassing van het concept (hoog – toepasbaar op alles)
Intension: hoeveel aspecten zijn er van een concept
Soorten empirisch bewijs
- Anekdoten
- Kwalitatieve casussen (historisch, etnografisch etc.)
- Beschrijvende kwantitatieve informatie -> grafiek lijn vergelijken
- Inferentiele kwantitatieve informatie
, COLLEGE 3
Stappen wetenschap politicologie
1. Formulering van vragen/conversen/problemen
2. Conceptualisering van begrippen en ideeën
3. Theoretische argumentatie (beschrijvend, verklarend, normatief)
4. Empirisch illustreren en toetsen van concepten van argumenten
Theorieën en benaderingen
Alle stappen van politicologisch onderzoek worden altijd geïnformeerd door wat wij
al verbeelden en verwachten.
1. Theorieën en benaderingen zijn de bewuste gedachten achter zo’n verbeelden
everwachten.
2. Theorieën en benaderingen zijn conceptuele modellen van, lenzen om te kijken naar,
de politiek, die antwoord geven op politieke vragen.
Theorie kan simplificatie en essentie van de politiek proberen te benadrukken (bijv.
meer begrip door simpelere/mindere stellingen)
Theorie kan de complexiteit van de echte politiek ook juist benadrukken (bijv. meer
begrip door alle nodige stellingen)
“maak dingen zo simpel mogelijk, maar niet simpeler” – Albert Einstein
3. Theoretische benaderingen ontstaan vanuit context-specifiek, mid-level of eeuwige
debatten
… Maar zij worden soms toegepast ver van de controversen waar ze vandaan komen.
Daarom kunnen benaderingen gepresenteerd worden als ‘scholen van gedachten’
hoewel ze zijn ontstaan van verschillende uiteenlopende debatten
(bijv. institutionalism vs behaviorisme vs structuralisme vs rationaal choice vs
interpretivism)
Theorieën en benaderingen kunnen helderder gezien worden in het licht van het
belangrijkste, specifieke vragen waarover zij het oneens zijn
Voorbeelden eeuwige debatten
- Wat is de relatie tussen de politiek en de economie? :
realisme vs. Liberalisme vs. Marxisme
- In hoeverre kunnen wij realiteit onderscheiden van zijn representatie?
Positivisme vs. Constructivisme/reflectivisme/post-positivisme