Hierbij een samenvatting voor het vak persoonlijkheidsleer, de volgende hoofdstukken komen aanbod: Hoofdstuk 5, Hoofdstuk 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5.1, 6.5.2, Hoofdstuk 9.1, 9.2, Hoofdstuk 10.1, 10.2, 10.3, 10.4, Hoofdstuk 14.4.1, 14,3.2 en Artikel persoonlijkheid als voorspeller van werkprestatie en ...
Persoonlijkheidsleer
Hoofdstuk 5
3 functies van het geheugen
Ons geheugen kan veel meer dan alleen maar het opslaan van informatie. Het geheugen wordt
tegenwoordig gezien als een informatieverwerkingsmodel. Het is een cognitief geheugen systeem.
Cognities gaan over gedachtes en mentale processen in je hersenen. Het geheugen krijgt
informatie van alle zintuigen en een deel van deze informatie word omgezet in betekenisvolle
patronen. Deze patronen kunnen op een later moment weer terug gehaald worden. Ook vormen
deze patronen een basis voor je gedachten en het gedrag.
1. Een belangrijke functie van het geheugen is dat informatie opgeslagen wordt. Voor dit
mogelijk is moet de informatie eerst gecodeerd worden. Coderen: het omzetten van
informatie in een vorm die het beste in het geheugen past. Dit gebeurt door informatie te
selecteren (de informatie waar je aandacht aan wil besteden en opgeslagen moet worden
in je geheugen, bijvoorbeeld lesstof), identificeren, labelen (dat wat je ziet of hoort koppel je
aan concepten die al in je geheugen zitten, zodat dat daar aan toegevoegd kan worden) en
elaboreren (verbinden met kennis die al in het langetermijngeheugen is opgeslagen).
2. Opslaan: nieuwe informatie koppelen aan informatie die je al hebt. Ook probeer je er een
betekenis aan te geven, zodat je snapt wat de nieuwe informatie inhoud. Door te repeteren
kan informatie ook opgeslagen worden.
3. Terughalen: dit kan door de juiste aanknopingspunten (cues).
Informatieverwerkingsmodel: een cognitieve benadering van het geheugen, die de nadruk legt
op de wijze waarop informatie systematische verandering ondergaat bij het coderen, opslaan en
terughalen ervan.
3 stadia van het geheugen
Om de werking van het geheugen goed te begrijpen, is het belangrijk om de 3 stadia van het
geheugen te kennen. Als eerste zien we het sensorische geheugen, vervolgens het
werkgeheugen en het langetermijngeheugen.
Stadium 1: sensorisch geheugen
Dit is de opslagplaats voor alle informatie die via de zintuigen bij ons binnen komen. Dit is visuele
informatie, geluiden, geuren en alle andere sensorische indrukken. Voor elk zintuig bestaat er een
eigen buffer. Een sensorische buffer kan ongeveer 12 tot 16 items vasthouden. In het sensorische
geheugen zit veel meer informatie dat ooit in ons bewustzijn terecht komt. De informatie zit er
maar heel kort, het zit er niet langer dan een paar seconden. In het sensorische geheugen zit
geen betekenisvolle codering. De informatie blijft net lang genoeg hangen om geselecteerd te
worden.
Stadium 2: Werkgeheugen
Vindt de bewusten verwerking van je ervaringen plaats. De informatie blijft ongeveer 20 seconden
zitten. Er is nog minder capaciteit dan in het sensorisch geheugen. Je kan 7 items even in je
werkgeheugen bewaren. Sommige mensen zijn hier heel goed in en hebben een goed werkend
werkgeheugen en kunnen 9 items onthouden. Anders mensen hebben een minder goed
werkgeheugen en kunnen ongeveer 5 items onthouden. Soms is het mogelijk om meer dingen te
onthouden in je werkgeheugen, door bijvoorbeeld wat je moet onthouden vaker te repeteren.
Chunking is ook een mogelijkheid, zo kan je een hele boel items klusteren tot minder items
waardoor het makkelijk te onthouden is (bijvoorbeeld door een ezelsbruggetje te gebruiken). Het
werkgeheugen bestaat uit 5 onderdelen”
Centrale bestuurder: Dit is het distributiecenter voor informatie. Het coördineer welke
informatie verwerkt moet worden en welke informatie niet.
Fonologische lus: is het werkgeheugen voor geluiden.
Schetsboek: is het werkgeheugen voor visuele beelden.
Episodische buffer: zorgt ervoor dat de informatie in het werkgeheugen met elkaar
verbonden kan worden tot betekenisvolle episodisch bijvoorbeeld verhaallijnen of een
, gebeurtenis waar iets gebeurd en vervolgens iets anders, zorgt ervoor dat je de lijn van het
verhaal kan onthouden.
Semantische buffer: hierin zit de betekenis van woorden opgeslagen.
Theorie van verwerkingsniveau: verklaring voor het feit dat informatie de gronding wordt
gekoppeld aan betekenisvolle items in het langetermijngeheugen beter herinnerd wordt dan
oppervlakkig gekoppelde informatie.
Stadium 3: Langetermijngeheugen
In je langetermijngeheugen zit alle kennis over de wereld en over jezelf. Dus de dingen die je
geleerd hebt om school, gelezen hebt in een boek, gezien hebt op tv en de dingen die je zelf hebt
meegemaakt. De informatie in je langetermijngeheugen kan eindeloos bewaart worden. Ook kun
je er oneindig veel informatie in opslaan. Het langetermijngeheugen kan opgedeeld worden in
verschillende soorten geheugen:
Procedureel: is een archief voor procedures van motorische handelingen, waarvan je weet
hoe je ze moet verrichten. Bijvoorbeeld fietsen, het besturen van een auto, lopen, een
kopkoffie op pakken en naar je mond brengen enz.
Declaratief: het geheugen waarover je iets kunt vertellen. Aan de ene kant is dit het
semantische geheugen en aan de andere kant het episodisch geheugen.
Semantisch: hier zit taal, woordenschat, feiten kennis en algemene kennis. Bijvoorbeeld
de hoofdstad van Frankrijk.
Episodisch: is je persoonlijke infromatie, over wat jezelf hebt meegemaakt. Bijvoorbeeld je
verjaardag of wat je gisteren hebt gegeten.
Hoe krijgen we informatie uit het werkgeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit kan
bijvoorbeeld door informatie betekenisvol te ordenen. Dit betekend dat je geen feiten moet gaan
stampen, maar dat je bijvoorbeeld concrete voorbeelden moet koppelen aan de informatie die je
wilt onthouden. Dat wat je al weet kun je bijvoorbeeld activeren en als kapstok laten fungeren
zodat de nieuwe informatie hier aan op gehangen kan worden.
Schema: een cluster van kennis in het semantisch geheugen die ons een context geeft waarin we
gebeurtenissen kunnen begrijpen. We gebruiken een schema om een betekenis aan nieuwe
ervaringen te geven.
Infantiele amnesie: de onmogelijkheid om zich gebeurtenissen uit de eerste twee of drie jaar van
het leven te herinneren.
Retrograde amnesie: is een vorm van geheugenverlies waarbij iemand geen toegang meer heeft
tot herinneringen van vóór het moment dat het geheugenverlies begon. Voornamelijk het
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Britt457253. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.