holistische zorg = de manier hoe er naar een patiënt gekeken wordt, maar dan meer
dan alleen de lichamelijke gezondheid. Het gaat ook om het geheel van de psychisch, lichamelijke en sociale
functies. Zelfredzaamheid wordt bevorderd door de patiënt te stimuleren en de mantelzorgers in het
zorgproces te betrekken.
zelfmanagement = een eigen koers kiezen en weten te realiseren in en
buiten de organisatie. Rekening houden met de eigen sterke en zwakke kanten, interesses, waarden en
ambities.
zelfredzaamheid = het vermogen van iemand om voor zichzelf te zorgen en je eigen
problemen op te lossen. Dit wordt onderverdeeld in groot (eigen regie over gezondheid en ziekte, centraal
staat wat iemand nodig heeft om zo gelukkig mogelijk te zijn) en klein (het kunnen uitvoeren van praktische
handelingen om zelfstandig te kunnen functioneren)
Zelfmanagement <> zelfredzaamheid = Het belangrijke verschil tussen
zelfredzaamheid en zelfmanagement is dat je bij zelfmanagement zelf alles regelt, zoals dat er een
wijkverpleegkundige komt en bij zelfredzaamheid doe je alles wat je nog zelf kunt.
Zes dimensies van positieve gezondheid =
1. Lichaamsfuncties = medische feiten, medische waarnemingen, fysiek functioneren, klachten en pijn,
energie
2. Mentale functies en -beleving = cognitief functioneren, emotionele toestand, eigenwaarde/zelfrespect,
gevoel controle te hebben, zelfmanagement en eigen regie, veerkracht
3. Spiritueel/existentiële dimensie = zingeving/meaningfulness, doelen/idealen nastreven,
toekomstperspectief, acceptatie
4. Kwaliteit van leven = het functioneren van een persoon op fysiek, psychisch en sociaal gebied en de
subjectieve evaluatie daarvan; kwaliteit van leven/welbevinden, geluk beleven, genieten, ervaren
gezondheid, lekker in je vel zitten, levenslust, balans
5. Sociaal maatschappelijke participatie = sociale en communicatieve vaardigheden, betekenisvolle relaties,
sociale contacten, geaccepteerd worden, maatschappelijke betrokkenheid, betekenisvol werk
6. Dagelijks functioneren = basis Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL), instrumentele ADL,
werkvermogen, health literacy
Legt de relatie uit tussen de veranderingen in de puberteit/adolescentie en de zes dimensies van
positieve gezondheid.
,• de verschillende levensfasen op basis van de kenmerken en patronen
• de taalontwikkeling van een kind van nul tot en met vijf jaar
• risicofactoren horend bij de fase van puberteit en adolescentie.
• de lichamelijke ontwikkeling van de puber en adolescent.
,