Hoorcollege 1 (oranje)
Bron van inkomen: datgene dat in staat is een voordeel op te leveren. Causaal verband
tussen voordeel en bron van inkomen.
Bronnentheorie: als er sprake is van een bron inkomen, dan zijn alle voordelen die uit die
bron voortvloeien en causaal verband houden met de bron, belast.
Is er sprake van een bron van inkomen? Dat bepaal je aan de hand van drie cumulatieve
bronvereisten:
1. Deelname aan het economisch verkeer;
a. Alles wat niet binnen de persoonlijke levenssfeer afspeelt, speelt per definitie
af in het economisch verkeer. Onder persoonlijke levenssfeer valt gezin,
familie, vrienden en kennissenkring, hobbysfeer en sportclub.
b. Voorbeeld: je vader vraagt of je zijn auto wilt wassen en je krijgt hier € 50,-
voor aan het einde van de dag. Dit geld kan alleen belast worden als die
causaal voortvloeien uit een bron van inkomen. Het gebeurt in de privésfeer,
dus geen bron van inkomen. Als je een paar weken later de auto van iemand
uit de straat wast voor € 75,- dan kan dit wel belast zijn. Wassen van de auto
vindt niet in persoonlijke levenssfeer plaats, dus deelname aan het
economisch verkeer. Je had het oogmerk om voordeel te behalen en voordeel
was ook redelijkerwijs te verwachten. Als je naar dat geld ook een krat bier
krijgt, dan is dat eigenlijk ook inkomen en moet het belast worden.
2. Oogmerk om voordeel te behalen (subjectief element);
3. Voordeel moet redelijkerwijs te verwachten zijn (objectieve element).
Je moet altijd eerst toetsen aan de bronvereisten, pas daarna kom je in IB e kan je kijken
onder welke box het inkomen valt.
- Inkomen uit werk en woning (box 1)
o Winst uit onderneming
o Loon uit dienstbetrekking
o Resultaat uit overige werkzaamheden
o Periodieke uitkeringen en verstrekkingen
o Inkomsten uit eigen woning
- Inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2)
- Inkomen uit sparen en beleggen (box 3)
Belastbare winst uit onderneming
- Inkomenscategorie box 1
- Art 3.2 IB: belastbare winst uit onderneming is het gezamenlijk bedrag van de winst
die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit een of meer ondernemingen.
o Je moet dus toetsen aan winst, ondernemer en onderneming.
,Hoorcollege 2 (pastelroze)
Art 3.8 Wet IB winst uit een onderneming (winst) is het bedrag van de gezamenlijke
voordelen (alle voordelen) die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen
uit een onderneming.
- Voordelen = opbrengsten – kosten.
Eerst moet je wel vaststellen of er in fiscale zin sprake is van een onderneming en wie de
ondernemer is (aan wie moet de winst worden toegerekend?).
Totaalwinst is een ruim winstbegrip, maakt niet uit of het uit geld of natura bestaat. Alle
voordelen moeten worden belast uit winst uit onderneming. Gezamenlijk houdt in dat het
over de hele levensduur van de onderneming gaat.
Voordelen behaald met een vermogensbestanddeel (verkoop/vervreemding):
- Verkoop van een machine
- Verkoop van een auto uit bedrijfsvoorraad
Behaald voordeel welke niet betrekking heeft op een vermogensbestanddeel:
- Ontvangen vergoeding ter zake van verstrekken advies
- Ontvangen schadevergoeding
o Betaalde schadevergoeding kosten
Kosten (negatieve voordelen) behoren ook tot het fiscale winstbegrip. Kosten komen ten
laste van de fiscale winst.
Worden verkregen uit een onderneming
- Is de verkoop van een vakantiehuis door een ondernemer winst uit onderneming?
- Er moet sprake zijn van een bepaalde relatie tussen het voordeel en de
ondernemingsuitoefening;
o Voordeel behaald met een vermogensbestanddeel: hierbij hoort het leerstuk
van de vermogensetikettering;
o Voordeel welke niet betrekking heeft op een vermogensbestanddeel: allocatie
binnen de winstsfeer.
- IB-ondernemer: aanwezigheid (fiscaal) van een ondernemingsvermogen en een
privévermogen.
- Civielrechtelijk kennen we dit onderscheid niet (vermogensbestanddelen staan op
naam van de ondernemer als persoon).
Fiscale gevolgen vermogensetikettering
- Privévermogen
o Waardemutaties onbelast/niet-aftrekbaar
o Kosten niet aftrekbaar
o Voordelen en kosten behoren niet tot de totaalwinst
- Ondernemingsvermogen
o Waardemutaties belast/aftrekbaar
o Kosten aftrekbaar
- Etikettering vermogensbestanddeel daarom van groot belang.
,Hoorcollege 3
Fiscaal vermogen = totaal bezittingen – totaal schulden.
Fiscale winst = fiscaal vermogen einde van het jaar – fiscaal vermogen begin van het jaar.
In welke jaar iets tot de fiscale winst rekenen?
- De ondernemer wil het liefst zo laat mogelijk belasting betalen. Vooral omdat hij
eerder nog geen liquiditeit heeft ontvangen om de belasting te betalen.
- Art 3.25 IB de in een kalenderjaar genoten winst wordt bepaald volgens goed
koopmansgebruik, met inachtneming van een bestendige gedragslijn die
onafhankelijk is van de vermoedelijke uitkomst. De bestendige gedragslijn kan alleen
worden gewijzigd indien goed koopmansgebruik dit rechtvaardigt.
o Invulling van de termijn goedkoopmansgebruik wordt door wetgever
overgelaten aan de belastingrechter. Het is een opennorm. De wetgever heeft
er niet voor gekozen om de regels te codificeren.
o Art 3.25 IB heeft betrekking op de jaarwinst, niet op de totaalwinst.
Baten zijn voordelen en doen zich op drie manieren voor: ontvangsten, waardestijging
activa en waardedaling passiva.
- Ontvangsten: verhogen het ondernemingsvermogen. Stroomt in het
ondernemingsvermogen, waardoor de omvang van het ondernemingsvermogen
toeneemt en dus per saldo ook fiscale winst.
- Waardestijgingen activa: gebouw wordt bijvoorbeeld meer waard.
- Waardedaling passiva: een schuld wordt bijvoorbeeld kwijtgescholden omdat
ondernemer in zwaar weer verkeert.
Lasten nadelen die tot totaalwinstbegrip behoren en leiden tot afname fiscaal vermogen
en daardoor is er ook sprake van verlies (komt door vermogensvergelijking).
- Uitgaven: bedragen die het ondernemingsvermogen verlaten, waardoor omvang
fiscaal vermogen minder wordt.
- Waardedalingen activa: impliceert ook dat fiscaal vermogen ook minder wordt. Dat
impliceert een verlies (vermogensvergelijking toepassen).
- Waardestijgingen passiva: schuld neemt toe.
Ontvangsten
- Ontvangsten worden toegerekend aan het jaar waarin de winst is gerealiseerd
(realisatiebeginsel).
- HR 18 december 1991 BNB 1992/181: in het algemeen moet worden aangenomen
dat de opbrengst van een in het kader van een onderneming verrichte levering of een
dienst naar goed koopmansgebruik tot uitdrukking dient te worden gebracht uiterlijk
op het moment waarop de levering of de dienst ten uitvoer is gebracht.
- Bij verkoop van goederen uiterlijk in het jaar van levering
o Indien het jaar van de ontvangsten is gelegen na het jaar waarin de levering
heeft plaatsgevonden Opnemen vordering op de balans;
vermogensomzetting. Hetzelfde geldt voor verrichten dienst.
- Het kan ook dat ontvangsten op een langere periode betrekking hebben.
o Huur of rente: toerekenen aan het jaar waarop de ontvangen huur of rente
betrekking heeft;
, o Onderhanden werk of opdrachten: geleidelijk winst nemen aan de hand van
de activumpost (art 3.29b IB);
o Ontvangsten worden vooraf ontvangen: toerekenen aan het jaar waarin de
prestatie wordt geleverd aan de hand van een winstuitstelpost (ESSO-arrest
BNB 1958/15).
- Overeenkomst onder opschortende voorwaarde: pas als die voorwaarde wordt
vervuld, dan pas is de overeenkomst rechtsgeldig. Winst moet je verantwoorden in
het jaar waarin de voorwaarde is vervuld.
- Overeenkomst onder ontbindende voorwaarde: er wordt een goed geleverd en die
behoort tot eigendom van de koper. Wanneer ontbindende voorwaarde intreedt, zal
die worden teruggekeerd. In het jaar van levering moet je winst nemen, geen uitstel
mogelijk.
- Ontvangen schadevergoeding hoort vaak tot de totaalwinst als het in het kader van
de onderneming is
o Schadevergoeding betreft verminderde toekomstige bedrijfsinkomsten
uiterlijk in het jaar waarin de schadevergoeding onvoorwaardelijk wordt
toegekend;
o Schadevergoeding betreft hogere toekomstige lasten toerekenen aan de
jaren waarin die hogere lasten zich voordoen. Je neemt winstuitstelpost op op
je balans. Elk jaar wordt een gedeelte van die schadevergoeding aan de winst
toegerekend.
o Schadevergoeding betreft activum (pand is bijvoorbeeld beschadigd)
afboeken op de fiscale boekwaarde van het activum.
- Als je in een eerder jaar ontvangst ontvangt dan waarin moet worden toegerekend
eerder dan wanneer de daarmee samenhangende dienst/levering fiscaal
verantwoord moet worden dan neem je winst uitstel post op aan de rechterzijde. Als
je ontvangst in een later jaar ontvangt, dan neem je in jaar levering een vordering op
aan de linkerzijde.
Ruilgedachte
- Verkoop bedrijfspand gevolgd door aankoop nieuw bedrijfspand is eveneens
realisatie.
- Boekwinst verkoop oude bedrijfspand opnemen uiterlijk in het jaar van levering van
het oude bedrijfspand.
- Ruilarresten: nieuw pand is voortzetting oud pand en derhalve is er geen sprake van
realisatie. Je moet wel binnen een jaar een nieuw pand aankopen.
- Herinversteringsreserve (art 3.54 IB): boekwinst afboeken op aanschafwaarde
nieuwe bedrijfspand. Deze is ruimer dan de ruilarresten.
Uitgaven
- Uitgaven worden toegerekend aan het jaar waarin de opbrengsten, ter zake waarvan
de uitgaven zijn gedaan, in aanmerking moeten worden genomen
(matchingbeginsel). De uitgaven volgen de opbrengsten.
- Stel je koopt heel veel grondstoffen om een product te kunnen maken, dan moet je
die uitgaven aan grondstoffen activeren. Bij verkoop vervaardigd product worden de
grondstoffen per saldo toegerekend aan de verkoopopbrengst.
o Fiscale winst = verkoopopbrengst product – boekwaarde product.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Sewir. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.