Inhoud
Samenvatting van Baby tot kleuter onderzoek.......................................................................................1
Hoorcollege 1.........................................................................................................................................3
Humphreys e.a. (2015): Infant development: the first 3 years of life.................................................3
Bornstein (2014). Methods of research in infancy..............................................................................6
Hoorcollege 2: Huilen en slapen en behandeling hiervan bij baby’s....................................................11
Kurth et al (2011). Crying babies, tired mothers: what do we know?...............................................11
Möller et al (2018). Effecten van een responsieve kalmerende interventie op baby’s die overmatig
huilen en baby slaap.........................................................................................................................12
Möller et al (2019). Infant crying and the calming response: Parental versus mechanical soothing
using swaddling, sound and movement...........................................................................................13
Richtlijn Excessief huilen (2013). 7. Effectieve therapie – aanbevelingen........................................14
Richtlijn Excessief huilen (2013). 7. Effectieve therapie – onderbouwing........................................15
Wittingham & Douglas (2014): optimizing parent-infant sleep from birth to 6 months...................17
Hoorcollege 3: Psychofysiologisch onderzoek naar emoties bij jonge kinderen...................................19
Lench et al (2011). Discrete emotions predict changes in cognition, judgement, experience,
behavior and physiology: meta analyse experimental emotion elicitations.....................................19
Moehler et al (2006). Relation of behavior inhibition to neonatal and infant cardiac activity,
reactivity and habituation. Personality and individual differences...................................................21
Nickolc et al (2016). Autonomic arousal in children of parents with and.........................................22
without social anxiety disorder: a high-risk study............................................................................22
Toates (2011). Biological psychology. H3 blz. 73-77.........................................................................22
Toates (2011). Biological psychology. H12 blz. 312 – 313 & 326 – 329............................................23
Toates (2011). Biological psychology. H13.3 Twee neurohormonale systemen...............................24
Hoorcollege 4: emotionele expressies tijdens sociale interacties.........................................................25
Colonessi (2013). What coy smiles Say about positive shyness in early infancy...............................25
Colonessi (2017) Social Anxiety Symptoms in Young Children: Investigating the Interplay of Theory
of Mind and Expressions of Shyness.................................................................................................27
Colonessi (2012). Coordination of gaze, facial expressions and vocalizations of early infant
communication with mother and father..........................................................................................28
Stockdale et al (2020). Infants’ response to a mobile phone modified still ‐face paradigm: Links to
maternal behaviors and beliefs regarding technoference................................................................29
Hoorcollege 5: het meten van temperament en opvoedingsgedrag bij jonge kinderen......................30
Gartstein et al (2016). Temperament and personality.....................................................................30
, Majdandzic (2016): Challenging parenting behavior from infancy to toddlerhood: Etiology,
measurement, and differences between fathers and mothers........................................................33
McCormick et al (2015): Getting a good start in school: Effects of INSIGHTS on children with high
maintenance temperaments............................................................................................................34
Hoorcollege 6 Sensitiviteit en mind mindedness & hoog sensitiviteit van kinderen............................35
Ainsworth (1969)Maternal Sensitivity Scales. The Baltimore Longitudinal Project, p. 1-5...............35
Colonessi et al. (2019). Fathers’ and Mothers’ Early Mind-Mindedness Predicts Social Competence
and Behavior Problems in Childhood................................................................................................37
Greven et al. (2019) Sensory Processing Sensitivity in the context of Environmental Sensitivity:
Acritical review and development of research agenda.....................................................................39
Meins et al. (2015). Mind-Mindedness coding manual....................................................................43
, Hoorcollege 1
Humphreys e.a. (2015): Infant development: the first 3 years of life
Theorieën en modellen van ontwikkeling en de eerste drie levensjaren
Ontwikkelingstheorieën.
- Zorgt voor organisatie en prioritering van grote hoeveelheden gegevens over de ontwikkeling
van kinderen. geeft aan wat belangrijkste is en waarom. Ook voor belang eerste jaren voor
latere ontwikkeling, verbanden ontwikkelingsproblemen. Uitleggen waarom individuen
gemotiveerd zijn om zich op bepaalde manieren te gedragen. Ook voor generalisatie.
- Inherente verplichtingen: ontwikkeld vanuit bepaald oogpunt, met vaak specifieke agenda’s
waardoor mogelijke andere gezichtspunten gemist worden. ook oversimplificatie van
complexe processen en gebeurtenissen.
- Integratieve theorie houdt rekening met dynamische interacties van biologie, relaties,
cultuur en technologie.
Transactionele model van ontwikkeling
- Theorieën meer op specifiek onderwerp, ontwikkelingsmodellen betrekken meer het proces.
- Biologische modellen geven aan dat gebeurtenissen op jonge leeftijd. Biologische markers
van gevoeligheid kunnen op zich zelf, of in combinatie met omgeving leiden tot emotionele,
gedrags- en cognitieve problemen. vooral de combi met omgeving heeft veel invloed, maar
vroege ongunstige omgevingen zijn niet direct gekoppeld aan meer problemen.
- De verzorger/opvoeder van jonge kind is een cruciale regulator van het kind welzijn.
- Nu onderzoek naar epiginetische veranderingen (veranderingen in genexpressie die geen
verandering in DNA sequentie meebrengen als mechanisme waardoor ervaring onder de
huid kruipt). Deze veranderingen zijn gevonden bij jonge kinderen wie op jonge leeftijd stress
hebben ervaren in vorm van institutionele opvoeding.
- Genotype als biologische regulator van gedrag; omgevingstype als sociale regulator. Gedrag
op elk moment komt door dynamische samenhang tussen genotype, omgevingstype en het
individu.
- Meest breed geaccepteerde omschrijving van het ontwikkelingsproces, maar geeft geen
voorspellend gewicht aan bepaalde risico of beschermende factoren.
Culturele context van ontwikkeling
- Cultuur is cruciaal om de ontwikkeling te begrijpen, de belangrijkste manieren culturele
betekenissen, aannames en waarden over te brengen van verzorgers naar kinderen is via
opvoeding. Het is een dynamisch concept.
- Cultuur als brede ontwikkelingsagenda die de opvoeding van kinderen bepaald, met
individuele verschillen binnen het kader. Deze culturele waarden beïnvloeden de opvoeding
en daarmee ook de sociale emotionele competenties en waarden van het kind.
Conceptueel framewerk
- Psychologische ontwikkeling op verschillende gebieden: biologisch – neurologisch; cognitief;
emotioneel; communicatief en sociaal.
- Bevindingen die relevant zijn voor alle ontwikkelingsgebieden binnen vier periodes. Deze
periodes worden gedefinieerd door drie belangrijke perioden van kwalitatieve reorganisatie
of discontinuïteit in de kindertijd: 2-3 maanden; 7-9 maanden; 18-20 maanden.
Ontwikkelingsgebieden en hun discontinuïteiten
Eerste 2 maanden
- Psychologische inactiviteit. Er werd gedacht dat een kind passieve ontvanger van invloeden
van buiten was, ‘tabula rasa’; Freud: kind beschermen tegen overweldigende
omgevingsinput; Mahler: eerste 2 maanden relatief ‘autistische’ ontwikkelingsfase.
- Onderzoek leverde iets nieuws op: baby als waarnemend, herinnerend, organiserend,
regulerend en communicerend individu. Eerste 2 maanden ook stabiliseren en wennen aan
het postnatale leven. Geen grote veranderingen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper laura123123. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,09. Je zit daarna nergens aan vast.