Zorg - gezond (15) 1, N, fijne motoriek via basale kernen
1) De aansturing van de fijne motoriek verloopt meer meer.
vanuit de motorische schors dan vanuit de basale kernen.
2) Het wennen aan het tikken van een klok is eerder een 2, N, centrale adaptatie is wennen.
vorm van perifere adaptatie dan van centrale adaptatie.
3) Na onderzoek blijkt het hemoglobinegehalte (Hb) van 3, N, referentiewaarden van man
een volwassen man 7,2 te bedragen. Dit valt binnen de 8,5 en 11
referentiewaarden. Referentiewaarde van vrouw
7,5 en 10
4) In een ziekenhuis is in het transfusielaboratorium alleen 4, J,
nog bloed voorradig van donoren met bloedgroep A+. Een
afdeling verzoekt om bloed voor een ontvanger met
bloedgroep AB+.
De transfusielaborant zal eerder aangeven geschikt bloed
op voorraad te hebben, dan dat hij zal aangeven bloed te
moeten bestellen voor deze ontvanger.
5) De eiwitten in onze voeding zijn eerder bedoeld voor de
5, J, eerder voor de opbouw van
opbouw van spieren, dan voor het leveren van energie.
spieren.
6) Bij indutten overdag is eerder sprake van de NREM-slaap
6, J, Non-remslaap (non-rapid eye
dan van de REM-slaap.
movement slaap, afgekort NREM) is
de collectieve benaming van
slaapstadia 1 tot en met 3 waarin een
geleidelijke vertraging van de
hersengolven optreedt. De remslaap
maakt geen deel uit van non-
remslaap. Dromen komen vrijwel niet
voor tijdens NREM en in tegenstelling
tot de remslaap zijn de spieren niet
verlamd.
7, J, Na de geboorte van het hoofdje
7) De uitwendige spildraai behoort eerder tot de
draait het achterhoofdje weer terug
uitdrijvingsfase dan tot de ontsluitingsfase.
naar opzij (uitwendige spildraai)
doordat een van de schouders voor
komt te liggen. De spildraai treedt
onder normale omstandigheden op
tijdens de uitdrijvingsfase van de
bevalling.
, 8) Fysiologische icterus (geelzucht) bij een pasgeboren 8, N, Geelzucht (hyperbilirubinemie)
baby treedt in de meerderheid der gevallen binnen 24 uur bij pasgeborenen Veel pasgeborenen
na de geboorte op. kleuren in de eerste dagen na de
geboorte geel. Er wordt gesproken
over normale (fysiologische)
geelzucht als de gele kleur ontstaat
tussen dag 2 en dag 7 na de
geboorte. Dit geel zien is tijdelijk en
verdwijnt over het algemeen weer na
enkele dagen.
9, J, kraakbeen heeft niet een hoog
9) Een groot regeneratievermogen is meer een kenmerk regeneratievermogen (bijna niet).
van epitheelweefsel dan van kraakbeen.
10) Tijdens de puberteit is bij meisjes sprake van de 10, J, borsten eerst vaak dan
telarche (ontwikkeling van borstweefsel) en de menarche menstruatie.
(eerste menstruatie).
In de meerderheid van de gevallen gaat de telarche vooraf
aan de menarche.
11) Interactie van aspirine met andere medicatie zal eerder 11, N, Het combineren van
optreden in combinatie met antibiotica dan in combinatie anticoagulantia met NSAID’s,
met anticoagulantia. waaronder aspirine, geeft een
indrukwekkend hoog risico op
bloedingen, ook ernstige
bloedingen. Deze combinaties dienen
dan ook zoveel mogelijk te worden
vermeden.
12) Het omzetten van glycogeen in glucose is eerder een 12, J, glucagon zet glycogeen in om
effect van glucagon dan van insuline. naar glucose.
13) De nadelige invloed van de opkomst van elektronische 13, J, minder communicatie dus
speeltjes is meer te zien in de taalontwikkeling van minder taalontiwkkeling.
kinderen dan in de motorische ontwikkeling van kinderen.
14) Ouders van kinderen in de puberteit verzuchten wel 14, brein ontwikkelt zich van
eens: "Ze zijn zo opstandig, plannen niks, en lijken niks achteren naar voren, plannen en
zelfstandig te kunnen regelen. Ze hebben echt een regelen is prefontraal dus
puberbrein." Het hersengebied waarnaar verwezen wordt frontaalkwab.
is meer de pariëtaalkwab dan de frontaalkwab.
15) Uit onderzoek blijkt dat het overgrote deel van de 15, J, Behaviorisme. Het