Samenvatting week 2
Nog geen 10% van de totale zorguitgaven in NL komt voor rekening van
geneesmiddelen. Dit komt onder andere omdat er in NL veel merkloze
geneesmiddelen worden voorgeschreven. 2/3 van de geneesmiddelen is generiek
in NL.
Aantal recepten/diagnose per jaar
- 61% van de diagnoses >1 geneesmiddel
Dabigatran is een factor Xa antagonist. Verlaagt risico op CVA tov vitamine K-
antagonist. Risico op ernstige bloedingen is vergelijkbaar.
Definitie geneesmiddel
- Een substantie die wordt toegepast of aanbevolen om
o Een aandoening, ziekte, ziekteverschijnsel, pijn, verwonding of
gebrek te genezen, lenigen of voorkomen
o Het functioneren van een orgaan te herstellen, verbeteren of
wijzigen
o Een medische diagnose te stellen door toediening of aanwending
Een stofje wordt geneesmiddel op grond van toepassing of aanprijzing, preventie,
behandeling, diagnose.
Criteria voor kiezen van geneesmiddel
- Werkzaamheid
- Veiligheid
- Geschikt
o Praktische aspecten bij toepassing (toedieningsvorm,
doseerfrequentie)
o Economische modaliteiten, waaronder prijs
Waardebepaling
- Werkzaamheid (efficacy)
o Geneesmiddel heeft laten zien dat het een therapeutisch effect
heeft in klinisch onderzoek
- Toepasbaarheid
o Mate waarin eigenschappen van het geneesmiddel het gebruik bij
bepaalde groepen patiënten beperken of mogelijk maken (ouderen,
kinderen, zwangeren, contra-indicaties, interacties)
- Effectiviteit (effectiveness)
o Doeltreffendheid van een middel. Resulteert toepassing in de
praktijk in het beoogde doel van de behandeling?
- Doelmatigheid (efficiency)
o Weegt meerwaarde op tegen de meerkosten van de standaard
behandeling?
o Kosteneffectiviteit: kosten vs klinische effecten
o Kostenutiliteit: kosten vs kwaliteit van leven QALY’s
o Kosten-baten: kosten en effecten uitgedrukt in geld
Therapeutische waarde
- Som van waardering van alle voor de behandeling relevante
eigenschappen (t.o.v. andere beschikbare middelen, behalve de kosten)
- Gunstige effecten
- Ongunstige effecten
,Kwantitatieve waardebepaling
- Gunstige effecten: NNT (number needed to treat)
o Aantal benodigde behandelingen om 1 gebeurtenis te voorkomen
o Bij voorkeur laag getal
o NNT = 1/ absolute risicoreductie
- Ongunste effecten: NNH (number needed tot harm)
o Aantal behandelingen dat leidt tot 1 (ernstige) bijwerking
o Bij voorkeur hoog getal
Stappenplan behandeling
1. Specificeer het probleem van de patiënt
a. Werkdiagnoses of evaluatie bestaande behandeling
2. Identificeer het doel van de behandeling
3. Bepaal de behandelmogelijkheden (indicatiegericht)
4. Kies de meest geschikte behandeling (patiëntgericht)
5. Voer de behandeling uit/schrijf het recept/ informeer patiënt
6. Plan controlemaatregelen en follow up
Schrijven van een recept, per regel:
1. Definieer geneesmiddel (Stof, vorm, sterkte)
2. Hoeveel nodig
3. Hoe te gebruiken
4. Bijzondere aanwijzingen
Nagemaakt geneesmiddel met dezelfde werkzame stof als specialite
(merkgeneesmiddel). Mag pas na verlopen octrooi specialite op de markt worden
gebracht. Generieke gewoonlijk veel goedkoper doordat ontwikkeling veel
goedkoper is. Beperkt onderzoek nodig.
Generiek volwaardig alternatief voor specialite als bio equivalent
- Dezelfde werkzame stof, sterkte, toedienvorm, toedienwijze
- Bij gebruik van gelijke dosis ongeveer dezelfde bloedconcentratie
- Concentratie werkzame stof binnen 80%-125% van specialite
- Voor meeste geneesmiddelen voldoende zekerheid, geen problemen
o Cholesterolverlagers, maagzuurremmers, bloeddrukverlagers
Nauw therapeutisch venster
- Klein verschil minimaal effectieve en toxische concentratie
- Afwijkingen in concentraties kunnen grote gevolgen hebben
- Omzetting specialite generiek: verschil in bloedspiegel gemiddeld
maximaal 10% (90-111%)
Oppassen met generieke preparaten bij medicatie met nauw therapeutisch
venster (immunosuppressie, anti-epileptica).
Chronisch trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH). Pulmonale
hypertensie ontstaan door longembolie, slechts 1% ongeveer krijgt dit als
complicatie.
Antistolling zorgt ervoor dat er geen nieuwe stolsels ontstaan. Helpt niet voor
bestaande stolsels.
Trombolyse zorgt ook niet voor het oplossen van langbestaande stolsels.
, Medicatie voor CTEPH is niet gericht op stolsels, maar op pulmonale hypertensie.
Zorgt dat bloedvaten zo goed mogelijk in longen open blijven staan, hopen dat
iemand het zo lang mogelijk volhoudt.
Pulmonale enteriactomie (PEA) kan alleen maar als stolsels centraal gelegen
liggen. Intima uit a. pulmonalis halen, omdat de stolsels daar heel vast aan
zitten.
50% van patiënten met longembolie heeft een acuut longembolie, 50% ontstaat
langzaam.
CTEPH
- Mean PAP (pulmonale arteriele pressure) > 25 mmHg
- PCWP (druk die instroomt in linkerkant van hart) <15 mm Hg
- Minstens 1 segmenteel perfusiedefect
- Na > 3 maanden antistolling
CO (cardiac output) daalt bij pulmonale hypertensie. De PAP gaat eerst omhoog
en uiteindelijk weer naar beneden (verslechtering decompensatie) doordat er
geen druk opgebouwd wordt. Als het hart niet goed pompt gaat de druk ook weer
naar beneden.
Pulmonale hypertensie classificatie
- Groep 1: pulmonale arteriële hypertensie (Idiopathisch (IPAH), erfelijk,
medicatie/toxinen, aangeboren)
- Groep 2: ten gevolge van linker hartziekten (systolisch, diastolisch,
kleplijden)
- Groep 3: ten gevolge van longziekten op hypoxemie (COPD, interstitiële
longzieken, OSAS)
- Groep 4: CTEPH
- Groep 5: rest (hematologisch, systeemziekten, metabole afwijkingen,
overig)
CTEPH onderzoek: perfusiescan. Die laat goed zien waar er minder goede
doorbloeding is. Moet egaal zijn, als er happen uit zijn, dan is dat aanwijzend voor
een embolie.
CT bevindingen CTEPH:
- Kronkelige vaten
- Mozaiekperfusie longen
- Gedilateerde arterie pulmonalis
- Dilatatie rechteratrium en RV
Astma:
- Klachten: recidiverende episodes van piepen, hoesten/benauwdheid
- Longfunctie: reversibele variabele luchtwegobstructie
- Verhoogde luchtwegprikkelbaarheid
- Chronische luchtwegontsteking
- Combinatie van omgevingsfactoren en erfelijke factoren
Diagnostiek
- Diagnose op basis van combinatie van symptomen: piepen,
kortademigheid en hoesten. Anamnestisch uitgelokt door triggers
(virussen, inspanning, allergieën)
- Hoesten zonder piepen bijna nooit astma