Uitgebreide samenvatting van het boek Praktische pedagogiek voor sociaal werk. De hoofdstukken 1-3 en 8-14 zijn samengevat. In het boek zijn dit deel 1 en 3.
Deel 1: theoretisch kader
1.Opvoeding
Het opvoeden van vroeger:
Kinderen worden hulpeloos geboren, zijn niet in staat om voor zichzelf te zorgen en hebben er
geen idee van hoe de wereld in elkaar steekt. Ze hebben andere mensen nodig die hen helpen
te overleven en om ze te leren over de samenleving en maatschappij waarin ze opgroeien.
Opvoeding is in de loop van de jaren ontwikkelt.
Oudheid
Kinderen werden gezien als belangrijke gezinsleden met wie plezier en affectie gedeeld kon
worden, maar er werd ook grote waarde gehecht aan het toekomstige belang van het kind voor
de samenleving. De opvoeding stond meer in dienst van de maatschappij.
Plato (Griekse filosoof; 427 vC – 347 vC):
- Kind zou een goede atleet worden als je hem regelmatig zou wiegen.
- Kind wordt prikkelbaarder en raakt sneller in de war van onbenulligheden als je hem
verwent.
- Kind wordt slaafs, futloos en somber van een strenge en tirannieke opvoeding.
Spartaanse opvoeding Een Spartaanse opvoeding kennen we als een harde, strenge
opvoeding waarbij ouders er niet voor terugschrikken om hun kinderen hardhandig bij te
sturen. Dit was nodig om rebellie te voorkomen.
Middeleeuwen
Harde opvoeding waarbij de nadruk lag op overleven. Kinderen werden onderdrukt en gezien
als van weinig belang.
Erasmus (1469 – 1536) benadrukte hoe belangrijk het was om liefdevol met het kind om te
gaan. Ook moesten kinderen onderwezen worden, en zo verantwoordelijkheid worden
bijgebracht. De hoeveelheid scholen groeiden+ aanzienlijk in de 16e en 17e eeuw en het kind
werd gezien als ‘toekomstige volwassene’.
Er was sprake van een veranderende arbeidsmarkt kinderen uit middenklassengezinnen
gingen vaker naar school hierdoor konden ze denkwerk gaan doen ipv handwerk.
19e eeuw
Zedelijke vorming door het aanleren van gehoorzaamheid en zelfbeheersing wilden
opvoeders de slechte eigenschappen van kinderen onderdrukken of verbeteren. Opvoeders
waren streng als dat nodig was, maar zacht en liefdevol als dat mogelijk was.
Bevelshuishoudens huishoudens die gekenmerkt worden door de aanwezigheid van veel
strenge regels en grenzen. Het kind moest luisteren naar de opvoeder en tegenspraak werd niet
geduld.
,20e eeuw
Spock (Amerikaanse kinderarts; 1903 – 1998) schreef een opvoedboek waarin hij
adviseerde aan opvoeders om de signalen van het kind serieus te nemen en erop te reageren.
Naar aanleiding van dit advies gingen opvoeders flexibeler met hun kinderen om.
Onderhandelingshuishouden er ontstond een meer democratische opvoedstijl, waarbij er
geluisterd werd naar en rekening gehouden werd met de mening van het kind.
21e eeuw
Opvoeders komen via sociale media makkelijker in contact met verschillende
opvoedmethoden. Bij deze opvoedmethoden staat het kind centraal; het kind mag eigen
keuzes maken.
Het opvoeden van nu:
De manier van opvoeden is afhankelijk van de cultuur waarin je wordt grootgebracht.
Betekenis van opvoeden in deze tijd alle omgang tussen de opvoeder en het kind waarbij
gericht een relatie wordt aangegaan.
Verschillende zaken op het gebied van opvoeden:
- Opvoedingsdoelen je voedt je kind zo op dat hij zich kan handhaven in de
maatschappij. Er wordt dus gewerkt aan de personalisering en socialisering van
kinderen. 3 algemene kenmerken die daarvoor nodig zijn:
o Zelfstandigheid kind moet zelf beslissingen kunnen nemen
o Zelfredzaamheid kind maakt eigen keuzes en kan deze verantwoorden
o Zelfvertrouwen kind kan een bijdrage leveren aan de toekomst
- Pedagogische basisdoelen de context waarbinnen opvoeden moet plaatsvinden als
je een kind wil kunnen personaliseren en socialiseren. Deze basisdoelen zijn de
voorwaarden die je als opvoeder zult moeten scheppen zodat opvoedingsdoelen
bereikt kunnen worden.
o Bieden van emotionele veiligheid
o Gelegenheid bieden voor het ontwikkelen van persoonlijke competentie
o Gelegenheid bieden voor het ontwikkelen van sociale competentie
o Overdragen van waarden en normen
- Basishandelingen van opvoeden oefent de opvoeder uit als ze het kind opvoeden.
o Ondersteuning bieden
Materiële ondersteuning
Emotionele ondersteuning
o Instructie geven opvoeder maakt aan het kind duidelijk welk gedrag van
hem verwacht wordt.
o Controle uitoefenen
o Grenzen stellen
- Ontwikkelingstaken en opvoedingstaken
o Ontwikkelingstaken of ontwikkelingsopgaven dingen die het kind moet
leren in een bepaalde ontwikkelingsfase (bv leren lopen als peuter, enz)
o Opvoedingstaken of opvoedingsopgaven de ondersteuning van de opvoeder
aan het kind om de ontwikkelingstaken te kunnen voltooien
, 2. Pedagogiek
Pedagogiek:
Pedagogiek richt zich op opvoedproblemen die preventief of met licht ingrijpen opgelost
kunnen worden.
Pedagogiek als vakgebied
Wetenschappelijk vakgebied er wordt onderzoek gedaan waarbij methodologische regels
worden gevolgd die binnen het vakgebied gelden. Je gaat systematisch te werk.
Pedagogiek is een vorm van wetenschapsbeoefening die niet alleen uit is op het verklaren en
voorspellen of begrijpen van het gedrag van kinderen, maar ook op het ondersteunen en
verbeteren van de vaardigheden en het handelen van de opvoeder.
Pedagogiek en de schoolsituatie
De onderwijssituatie waarin een kind verkeert wordt onder het vakgebied van de pedagogiek
geschaard.
Geschiedenis van de pedagogiek:
De pedagogiek is begonnen in de 17e eeuw en is door de eeuwen heen uitgegroeid tot een
wetenschappelijk vakgebied
17e eeuw
2 filosofische stromingen die veel invloed hebben gehad op het ontstaan van de pedagogiek
als wetenschap:
- Empirisme kennis komt voor uit ervaring. Je kan kennis vergaren door waar te
nemen.
- Rationalisme de rede is de meest betrouwbare bron van kennis. Alleen op basis van
feiten waaraan men niet twijfelt kunnen conclusies worden getrokken.
18e eeuw
Verlichting er werd veronderstelt dat mensen van nature gelijk zijn, maar dat zij onder
invloed van hun omgeving toch kunnen verschillen van hun medemens. Omgeving is
bepalend voor de ontwikkeling van het kind.
Door de Verlichting was er meer ruimte voor volksopvoeding het ‘gewone’ volk kreeg
meer te maken met opvoeding.
Rousseau (filosoof; 1712 – 1778) kinderen zijn volgens hem geen passieve ontvangers,
maar actief experimenterende wezens die hun ontwikkeling zelf in de hand nemen. Kinderen
ontwikkelen zich op hun eigen tempo en niveau en de opvoeder zou dit proces verstoren als
hij iets aan zijn kind opdringt.
Pestalozzi (volksopvoeder; 1746 – 1827) ieder mens kan gevormd worden, ongeacht zijn
afkomst.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SandraVos. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,98. Je zit daarna nergens aan vast.