100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Basisboek bedrijfseconomie Financial Accounting €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Basisboek bedrijfseconomie Financial Accounting

 38 keer bekeken  2 keer verkocht

korte samenvatting over de hoofstukken 4, 17 t/m 21 uit het basisboek bedrijfseconomie voor het vak Financial Accounting. Ook zijn er bij enkele voorbeelden opgenomen bij bepaalde onderwerpen.

Voorbeeld 2 van de 14  pagina's

  • Nee
  • 4,17,18,19,20,21
  • 11 november 2021
  • 14
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (13)
avatar-seller
wil011203
Financial Accounting
Hoofdstuk 4 Financiële overzichten

Vaste activa → bewijzen gedurende langere tijd, meer dan 1 jaar, hun diensten aan een
onderneming.

Vlottende activa → ontstaan en gaan teniet binnen 1 jaar.

Financiering kan worden gescheiden door vreemd en eigen vermogen. Eigen vermogen wordt door
de eigenaren van de onderneming ter beschikking gesteld. Bijvoorbeeld spaargeld dat door startende
ondernemer voor de zaak wordt gebruikt. Vreemd vermogen is ter beschikking gesteld door
schuldeisers, het is vaak tijdelijk. Denk bijvoorbeeld aan een lening bij een bank(hieraan zit vaak een
vaste rente vast). Vreemd vermogen wordt ook wel geschetst al risicomijdend vermogen, eigen
vermogen is dus risicodragend.

De balans kan in 2 vormen worden opgesteld, namelijk:

- Scontrovorm: ook wel T-vorm, met aan linkerzijde debet(investeringen) en aan rechterzijde
credit(financiering).
- Staffelvorm: ook wel verticale vorm, activa en vermogen wordt onder elkaar geplaatst.

Balans moet in evenwicht zijn, want elke geïnvesteerde euro moet op 1 of andere wijze gefinancierd
zijn.

De winst kan worden berekend, door te kijken wat de toename is van het eigen vermogen van de
afgelopen periode. Je maakt dus een begin- en eindbalans op, de winst/verlies is dan het verschil
tussen eigen vermogen op beginbalans en eindbalans.

Een kosten en opbrengstoverzicht wordt de resultatenrekening genoemd. Je kunt dan de winst
nader analyseren. De opbrengsten worden genomen in periode waarin onderneming prestaties
heeft verricht, ongeacht of deze prestaties ook al betaling in de betreffende periode hebben geleid.
De kosten zijn eveneens niet automatisch gelijk aan de uitgaven. Afschrijving komt ook op de
resultatenbegroting te staan. Aflossing op vreemd vermogen wordt niet in de resultatenbegroting
opgenomen.

Dus kort gezegd de winst, opbrengsten – kosten, is niet hetzelfde als de mutatie geldmiddelen,
ontvangsten – uitgaven.

De volgende 3 factoren kunnen zorgen voor verschillen tussen kasmutatie en winst:

- Afschrijvingen
- Voorzieningen
- Rechtstreekse vermogensmutaties

De waardedaling van het actief als gevolg van het gebruik wordt in de vorm van afschrijvingen als
kosten geboekt op de resultatenrekening. Dit zijn dus afschrijvingen.

Voorzieningen dienen gevormd te worden in geval van mogelijke toekomstige verplichtingen die zich
als gevolg van de bedrijfsuitoefening in het afgelopen jaar kunnen voordoen. Vormen van een
voorziening worden kosten in resultatenrekening opgenomen nadat eventuele betaling plaatsvindt.

Creative accounting houdt in dat in de externe verslaggeving kan de neiging bestaan om de positie
van de onderneming rooskleuriger voor te stellen dan zij in werkelijkheid is. Voorzieningen zij bij
uitstek geschikt om daarvoor misbruikt te worden.

, In het voorgaande is steeds gesteld dat winst over periode gelijk is aan toename eigen vermogen. Dit
hoef niet altijd zo te zijn, want als door eigenaar van onderneming geld wordt ingebracht of aan
onderneming wordt onttrokken heeft het geen invloed op de winst!

Privéstortingen en -onttrekkingen worden dus niet weergegeven op de resultatenrekening, want ze
vloeien niet voort uit bedrijfsactiviteiten.

Bij bv/nv behoren stortingen van aandeelhouders bij uitgifte aandelen niet tot winst en
winstuitkeringen behoren niet tot de kosten.

Lineaire afschrijving → elk jaar het zelfde bedrag afgeschreven.

Voorbeeld: machine van 400.000 euro met restwaarde 40.000 euro, wordt 10 jaar gebruikt. Hoeveel
wordt er per jaar afgeschreven?

400.000 – 40.000 = 360.000/10 = 36.000 euro per jaar afschrijving.

Degressieve afschrijving → wordt gebruikt wanneer productiemiddel in eerste jaren meer prestaties
levert dan in latere jaren. Eerste afschrijvingen zijn dus hoger als latere afschrijvingen.

Er zijn 2 soorten degressieve afschrijvingen:

- Sum-of-the-years-digitsmethode: jaarlijkse afschrijving wordt bepaald door afnemende
wegingsfactor, de resterende levensduur in jaren.

Voorbeeld: machine 400.000 euro, restwaarde 40.000 en levensduur is 5 jaar. Hoeveel wordt
er elk jaar afgeschreven?
400.000 – 40.000 = 360.000 euro
Jaar 1 → wegingsfactor 5, dus jaarlijkse afschrijving 5/15 x 360.000 = 120.000 euro
Jaar 2 → wegingsfactor 4, dus jaarlijkse afschrijving 4/15 x 360.000 = 96.000 euro
Jaar 3 → wegingsfactor 3, dus jaarlijkse afschrijving 3/15 x 360.000 = 72.000 euro
Jaar 4 → wegingsfactor 2, dus jaarlijkse afschrijving 2/15 x 360.000 = 48.000 euro
Jaar 5 → wegingsfactor 1, dus jaarlijkse afschrijving 1/15 x 360.000 = 24.000 euro
Dus alle wegingsfactoren, zijn het tegengestelde van het jaar. Dus jaar 1 heeft wegingsfactor
van 5 en jaar 5 heeft wegingsfactor van 1. Alle wegingsfactoren bij elkaar op tellen, je krijgt
15.
Vervolgens deel je dus de wegingsfactor, die bij dat jaar hoort, door het totaal van alle
wegingsfactoren. Dus bijvoorbeeld in jaar 1 5/15 en in jaar 5 1/15. De uitkomst hiervan doe
je x (waarde machine – restwaarde). De uitkomst is de jaarlijkse afschrijving.
- Boekwaardemethode: er wordt een vast percentage van de boekwaarde wordt
afgeschreven. Boekwaarde is waarde na aftrek van afschrijvingen die in eerdere jaren
gepleegd zijn. Meestal is dit het dubbele aantal dat bij lineaire afschrijving wordt gebruikt.

Voorbeeld: machine 400.000 euro, restwaarde 40.000 euro, levensduur 5 jaren. Hoeveel
wordt er afgeschreven per jaar?
Bij lineaire afschrijving wordt er 72.000 euro per jaar afgeschreven. Je berekent nu hoeveel
procent 72.000 is van 400.000. Dat is dus 18%, dit doe je x2 = 36%. Het gaat dus als volgt

Aanschafprijs 400.000 euro.
Jaar 1 afschrijving → 36% van 400.000 = 144.000 euro

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper wil011203. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52355 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd