Leg uit wat het Benchmark probleem is als het aankomt op het meten van etnisch profileren.
Antwoord: Bepalen wanneer een bepaalde groep disproportioneel vaak staande wordt gehouden is lastig te bepalen, want met welke groep vergelijk je het. Dat is onduidelijk en dat is het benchmarkprobleem.
2.
Geef de drie doelstelling van het invoeren van de Nationale Politie.
Antwoord: Centalisatie van beheer
Standaardisatie van de organisatie
Taakuitvoering op lokaal niveau
3.
Noem de drie wegen via waar geweld getoetst kan worden.
Wat houdt het gezagsdualisme in en wie heeft het gezag voor welke taak?
Antwoord: Er zijn twee gezagsdragers van de politie, dus gedeeld gezag (gezagsdualisme): OvJ en burgemeester.
OVJ heeft het gezag voor opsporing, de burgemeester heeft het gezag voor handhaving van de openbare orde en hulpverlening.
5.
Wat is de patseraanpak?
Antwoord: Dat politieagenten een auto kunnen aanhouden als volgens hen de auto niet overeenkomt met de persoon die er in rijdt. Of als de auto van een merk is dat bekend staat dat criminelen vaak gebruiken.
6.
Geef de verschillende driehoeksoverleg die je hebt en geef aan wie er overleggen in dat overleg.
Antwoord: Lokale driehoek = Politiechef – OvJ – Burgemeester
Regionale driehoek = Regiochef – HoofdOvj – Regioburgemeester
Nationale driehoek = Korpschef – College van Procureurs Generaal – Regioburgermeesters + 2 kleine gemeenten
7.
Geef de drie manieren van opsporingsaanpak.
Antwoord: Incidentgericht, probleemgericht en programmagericht.
8.
Geef de doelen en cruciale componenten van het Professionele model.
Antwoord: PM doelen:
• Meer controle: Bureaucratische autonomie
• Efficiëntere organisatie
• Focus op zware criminaliteit
PM 3 cruciale componenten van politiewerk:
- Opsporingsonderzoek
- Snelle respons bij meldingen
- Willekeurige, preventieve patrouille
Voorbeeld van de inhoud
Politie en Rechtshandhaving Samenvatting
Week 1, H8: De organisatie van de Nationale Politie:
Door de invoering van een landelijk politiekorps is de vervlechting van bestuur, justitie en politie
vereenvoudigd. In het nieuwe politiebestel zijn aanzienlijk minder organen en functionarissen
werkzaam.
Week 1, H10: Het dualistisch gezag over de politie:
De politie staat onder gezag van de burgemeester wanneer zij optreed ter handhaving van de
openbare orde of ter uitvoering van de hulpverleningstaak. En onder gezag van de OvJ bij optreden
ter strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde of taken verricht ten dienste van justitie. =
gezagsdualisme.
De verantwoordelijkheid voor de politie ligt bij de Minister van Veiligheid en Justitie.
Echter is het in de praktijk lastig de taken duidelijk te onderscheiden. Zo kan verstoring van de
openbare orde gauw leiden tot strafbare feiten zoals vernieling. En andersom kunnen strafbare
feiten de openbare orde verstoren. Ook kan hulpverlening een bestuurlijke als een justitiële kant
hebben. De lokale driehoek zal bepalen wat van toepassing is.
Landelijk niveau: Driekhoeksoverleg is overleg tussen de burgemeester, OvJ en de betrokken
politiechef (directe gezagsafstemming). De bedoeling van dit overleg is dat er afspraken worden
gemaakt over de inzet van de politie op basis van het integraal veiligheidsplan. Ook moeten beide
gezagsdragers afspraken maken over lokale prioriteiten en criminaliteitsbestrijding.
Regionaal niveau: Regelmatig overleg tussen regioburgemeester en hoofdOvJ. Overige
afstemmingsoverleg vindt plaats bij de totstandkoming van het vierjaarlijkse regionale beleidsplan.
Landelijk niveau: Geen aparte gezagsafstemming maar wel geinstitutionaliseerd overleg, waarbij
beheer en beleid op elkaar worden afgestemd. Minimaal 4x per jaar overleg tussen Minister van V&J
en andere organen.
De Minister van V&J moet bijvoorbeeld oordelen of een opsporingsmethode die niet bij wet is
geregeld toelaatbaar is.
De primaire verantwoordelijkheid voor het beheer en de leiding van het landelijk politiekorps ligt bij
de korpschef, maar de minister kan als eindverantwoordelijk worden ingesteld (ter voorkoming van
corruptie enz.).,
Werkzaamheden die worden uitgevoerd ten behoeve van de AIVD worden verricht onder
verantwoordelijkheid van de Minister van BZK.
Week 1, H11: Het dualistisch beheer van de politie:
De minister van Veiligheid en Justitie en de korpschef bepalen wat de politie kan, het bevoegd gezag
wat de politie moet doen.
Minister van V&J heeft veel bevoegdheden en middelen tot zijn beschikking. Zo stelt hij de begroting
en de jaarrekening op en verdeelt hij de sterkte en de middelen over de regionale eenheden van de
politie en nog veel meer.
De korpschef is gebonden door deze aanwijzingen van de Minister van V&J. De korpschef heeft op
gebied van bedrijfsvoering en kwaliteit van de taakuitvoering wel een eigen rol.
,Op landelijk niveau is voorzien in een soort driehoeksoverleg waarin beheer en beleid op elkaar
worden afgestemd. De bedoeling van dit overleg is dat de besluitvorming goed wordt afgestemd.
De korpsbeheerder is verantwoordelijk voor de wijze waarop de politie voldoet aan de door de
gezagsdragers geformuleerde prioriteiten. Beheer volgt gezag. De zeggenschap over de politie ligt bij
het gezag, niet bij het beheer.
Week 1, H12: De dualistische sturing van de politie:
De beleidsmatige sturing van de politie betekent het bepalen welke politietaken prioritair zijn en
weke doelstellingen die taken beogen.
Het wettelijk systeem waarbinnen de vaststelling, afstemming en verantwoording van het beleid
plaatsvindt, wordt in het politiejargon beleidscyclus genoemd. De invoering van een landelijk
politiekorps zou moeten leiden tot een vereenvoudigde beleidscyclus.
De landelijke beleidsdoelen die eens in de 4 jaar worden vastgesteld kunnen eventueel tussentijds
worden gewijzigd of aangevuld.
De gecombineerde prestaties van de regionale en landelijke eenheden moeten ertoe leiden dat de
landelijke beleidsdoelen worden gehaald.
Week 1, H13: De democratische inbedding van de politie:
Op landelijk niveau is er sprake van democratische inbedding doordat de Minister van V&J voor zijn
beheerstaak verantwoording moet afleggen aan de Tweede Kamer.
Op regionaal niveau is er geen sprake van democratische controle op het politie beleid.
Ook op lokaal niveau is er geen sprake van democratische controle.
Week 1, Artikel 2: Integrale veiligheidszorg en de burgemeester:
Grotere en complexere veiligheidsproblemen zorgen voor het zoeken naar een drastisch andere
aanpak van lokale onveiligheid -> integraal veiligheidsbeleid.
Welke consequenties heeft de integrale aanpak van onveiligheid voor de rol van de burgemeester
bij de handhaving van openbare orde en veiligheid?
In de praktijk beschikt de burgemeester echter over onvoldoende doorzettingsmacht om de
samenwerkingsambitie binnen een integrale veiligheidsaanpak daadwerkelijk waar te maken.
Integraal veiligheidsbeleid = het systematisch en samenhangend werken aan behoud of verbetering
van de lokale veiligheid in al haar facetten onder regie van het bestuur.
Integraal verwijst zowel naar de aard van de problemen als naar de organisatie van de aanpak van de
problemen.
4 betekenissen van Integrale veiligheid:
- Volwaardigheid van de veiligheidsketen: de noodzaak om activiteiten met betrekking op de
veiligheid binnen verschillende schakels van de veiligheidsketen op elkaar af te stemmen. (Preventie,
respons, herstel).
- Sectoroverstijgende aanpak: de noodzaak tot afstemming van veiligheidsmaatregelen vanuit
verschillende sectoren, om verkokering tegen te gaan.
- Technisch & bestuurlijk: onveiligheid ook zien als bestuurlijk vraagstuk en niet alleen als technisch
probleem.
- Nieuwe allianties: Samenwerking en partnerschap tussen verschillende sectoren (overheid, private
partijen, burgers) om onveiligheid tegen te gaan.
, De lokale veiligheidszorg richt zich in de praktijk voornamelijk op sociale veiligheid, niet fysieke
veiligheid.
De verschuiving waarbij ooit gecentraliseerde overheidssturing verandert in horizontale
samenwerkingsvormen is 1 van de meest ingrijpende veranderingen in de aanpak van lokale
veiligheidsproblemen.
Week 1, Artikel 3: Driehoeken: overleg en verhoudingen: Nationale Politie:
Het landelijk politiekorps telt tien regionale eenheden waarvoor de minister van Veiligheid en Justitie
de eerstverantwoordelijke is.
De dagelijkse leiding van een regionale eenheid ligt in handen van de politiechef.
De regioburgemeester is als het ware een soort eerste bestuurder in de regionale eenheid. De
regioburgemeester en hoofdOvJ dienen regelmatig driehoeksoverleg te voeren met de politiebaas
van de regionale eenheid.
Het beleidsplan wordt eens in de 4 jaar vastgesteld en het beleidsplan omvat in ieder geval de
verdeling van de beschikbare politiesterkte, waaronder de beschikbare wijkagenten en dient de
regionale doelstellingen die de minister heeft vastgesteld in acht te nemen.
De regioburgemeester schuift ook aan bij het landelijk driehoeksoverleg.
De korpschef is belast met de leiding en het beheer van de politie. Hij legt verantwoording af aan de
Minister van V&J.
Week 1, Artikel 4: H6: Komst en invoering van de nationale politie:
Begin 21ste eeuw waren veel burgemeesters, OvJ’s en politieleidinggevenden tegen nationalisering
van de politie.
Toen het wetsvoorstel er kwam op het politiebestel in NL radicaal om te gooien ging de
besluitvorming daarover snel.
Met een nationale politie werd wel het ‘lokale geluid’ minder gehoord.
In plaats van 25 regionale korpsen en het landelijk KLPD kwam er nu 1 nationale politie met aan de
top de korpschef die belast is met de leiding en het beheer van de politie.
De Nationale politie is in 10 (regionale) eenheden onderverdeeld, alleen zijn deze eenheden nu niet
meer (semi)autonoom. Daarnaast is er een landelijke eenheid belast met meer gespecialiseerde
taken en is er een landelijk dienstcentrum.
Het formeel gezag over de politie is met de nieuwe wet uit 2012 ongewijzigd gebleven, dat blijft in
handen van de burgemeester en de OvJ.
In de politiewet 2012 is weinig concreets geregeld over het eigenlijke politiewerk (eisen of principes),
dit wordt overgelaten aan de invulling die het korps zelf hieraan geeft.
De Nationale Politie is onderverdeeld in 43 districten en 167 basisteams.
Veel burgemeesters zijn ontevreden met de invloed die zij hebben op de politie op districtsniveau.
Met het nieuwe stelsel zouden zij een grotere afstand tot de politie ervaren.
Burgemeesters zijn van mening dat landelijke prioriteiten soms lokale prioriteiten kunnen
verdringen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper iris10. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.