Werkgroep Goederenrecht B2, week 3 (najaar 2019)
Onderwerpen:
● Burenrecht
● Verkrijging en verlies van goederen
● Verjaring
● Overdracht: titel (o.a. fiduciaverbod), beschikkingsbevoegdheid en levering
Literatuur:
● Pitlo: nrs. 90-99 (hoofdstuk 3), nrs. 100-103 (par. 4.1 en gedeeltelijk par. 4.2), nrs.
186-249 (par. 6.1 en par. 6.2), nrs. 255-290 (par. 6.4), nrs. 329-350 (hoofdstuk 7), nrs.
559-578 (par. 11.1)
Arresten:
● HR 3 mei 1996, NJ 1996/501 (Huizing/Ned. Stichting voor andere woonvormen)
● HR 14 juli 2000, NJ 2001/685 (Van den Mosselaar/Lagero)
● HR 10 oktober 2008, NJ 2009/1, m.nt. Verstijlen (Duijf/Bolt)
● HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:309 (Gemeente Heusden) (zie Canvas)
1
,CASUS 1
Burenrecht
Tom en Anne beiden eigenaar van een woonhuis met tuin in de gemeente Zeist, en zijn buren.
Zij hebben al jaren ruzie, en Tom is nogal een eigengereid persoon. Tom besluit in mei 2018
om een windmolen te bouwen in zijn eigen tuin, waardoor er geen zonlicht meer valt in de
tuin van Anne. Aldus geschiedt. De nieuwe windmolen wordt echter niet aangesloten op het
elektriciteitsnet. Tom gebruikt de windmolen derhalve niet. Anne is bijzonder ongelukkig met
de bouw van deze windmolen. Ten einde raad verzoekt Anne Tom om de windmolen weg te
halen, maar Tom is onverbiddelijk en deelt Anne mee dat hij als eigenaar van zijn tuin kan
doen en laten wat hij wil, dus ook een windmolen bouwen, zonder deze aan te sluiten op het
elektriciteitsnet.
Vraag 1
Kan Anne hiertegen langs civielrechtelijke weg iets ondernemen?
Eigendom is het meest omvattende recht en in beginsel mag je dus zelf bepalen wat je doet met je
eigendom zie artikel 5:1 jo 5:21 BW.
In artikel 5:37 BW wordt bepaald dat de eigenaar van een erf niet in een mate of op een wijze die
volgens artikel 6:162 BW onrechtmatigs, de eigenaar van een ander erf, mag onthouden van licht.
((In hoeverre handelt Tom onrechtmatig? Dit zal moeilijk te bewijzen zijn. Ook gekeken kan worden
of hier sprake is van misbruik van recht. ))
Gesteld kan hier worden dat Tom misbruik maakt van zijn eigendomsbevoegdheid en de Windmolen
slechts geplaatst heeft om Anne te schaden op grond van artikel 3:13 BW. De windmolen wordt
immers niet gebruikt en is ook niet aangesloten op het elektriciteitsnet. Als we de belangen van Anne
en Tom in evenredigheid afwegen dient het belang van Anne te prevaleren. Tom doet immers niet
met zijn windmolen, maar Anne mist wel haar zonlicht in de tuin. Anne kan vorderen dat de
windmolen verwijderd wordt. De windmolen heeft geen functie.
Tijdens WG
→ eigendom is het meest omvattende recht (art. 5:2)
→ twee manieren op de casus op te lossen; hinder (art. 5:37) en misbruik van bevoegdheid (3:13)
- In artikel 5:37 zijn de specifieke gevallen van hinder opgenomen, dit is echter geen
limitatieve lijst. In deze casus heeft Anne geen zonlicht en dit staat letterlijk in artikel 5:37.
Hier is dus sprake van hinder.
2
, - Artikel 3:13 is van toepassing op alle verbintenissen. Je misbruikt je recht wanneer je deze
inroept maar hier geen belang bij hebt. Je zou hier kunnen zeggen dat de plaats van
windmolen geen toegevoegde waarde heeft en dat hij dit alleen doet om zijn buurvrouw te
pesten.
- In deze casus is het makkelijker om te betogen vanaf het standpunt van hinder, aangezien
het ontnemen van licht hier duidelijk in staat vermeld.
Artikel 3:21
1.
De bevoegdheid van de eigenaar van de grond om deze te gebruiken, omvat de bevoegdheid tot gebruik van de
ruimte boven en onder de oppervlakte.
2.
Het gebruik van de ruimte boven en onder de oppervlakte is aan anderen toegestaan, indien dit zo hoog boven of
zo diep onder de oppervlakte plaats vindt, dat de eigenaar geen belang heeft zich daartegen te verzetten.
3.
De vorige leden zijn niet van toepassing op de bevoegdheid tot vliegen.
Artikel 5:37
De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is,
aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook
of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun.
Artikel 6:162
1.
Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de
schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
2.
Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een
wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en
ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
3.
Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een
oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
Artikel 3:13
1.
Degene aan wie een bevoegdheid toekomt, kan haar niet inroepen, voor zover hij haar misbruikt.
2.
Een bevoegdheid kan onder meer worden misbruikt door haar uit te oefenen met geen ander doel dan een ander
te schaden of met een ander doel dan waarvoor zij is verleend of in geval men, in aanmerking nemende de
onevenredigheid tussen het belang bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad, naar
redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen.
3.
Uit de aard van een bevoegdheid kan voortvloeien dat zij niet kan worden misbruikt.
De ruzie tussen Tom en Anne verhardt zich. Op de erfgrens tussen de percelen in eigendom
van Tom respectievelijk Anne staat een heg. Behalve de heg staan er ook een aantal berken op
de erfgrens. Tom heeft deze berken in 2007 geplant, één jaar voordat Anne de nieuwe
eigenaresse van het perceel naast Tom, en dus de nieuwe buurvrouw van Tom, werd.
Vraag 2
Kan Anne deze berken weghalen?
3