Week 6 WDD-3
HC Psychose: etiopathogenese en behandeling
Epidemiologie
- Incidentie
o Incidentie psychiatrische stoornissen; piek vooral
op jonge leeftijd (10-30 jaar)
- Life time prevalentie van psychose:
o 7% heeft ooit in het leven een psychotische
episode gehad
o 3% heeft psychotische verschijnselen zonder
problemen (geen psychotische stoornis)
o 3,3% heeft psychotische verschijnselen met zorgbehoefte (psychose)
o 0,7% heeft schizofrenie
- Voorkomen van aandoeningen > kwetsbaarheid-omgeving-dimensie
o Je ziet een raster waarin de
verhouding tussen gevoeligheid
en omgevingsfactoren en de
mate van problematiek wordt
weergegeven
o Boven de blauwe drempel > dan
diagnose
o Je ziet dat heel veel mensen
mildere vormen hebben die niet
voldoen aan de criteria, maar
wel vergelijkbare problematiek
hebben
Neurofysiologische afwijkingen: filter en gewenning
- Pre-pulse inhibition (PPI):
o Je stelt mensen bloot aan 70 db achtergrondgeluid > plotseling 115 dB puls > mensen
schrikken enorm
o Als je voor het luide geluid een pre-puls laat horen > schrikken mensen minder (dat
ene geluid maakt de persoon al op zijn hoede, die schrikt minder)
- Pre-puls inhibition bij patiënten met schizofrenie:
o Patiënten met schizofrenie kunnen sensorische informatie minder goed inhiberen
(schrikken meer), de pre-puls helpt hen niet goed om minder te schrikken bij harde
geluid
o Ze blijven schrikken en in dezelfde mate; staat in verband met sensory gating
(oftewel het filter)
- Sensory gating bij schizofrenie:
o Je kan maar een beperkt deel van de informatie bewust, heel veel prikkels worden
normaal door dat filtersysteem van je weggehouden
o Maar bij schizofrenie: minder goed functionerend filter > meer prikkels > dus ook
meer afgeleid door alles wat er om hun heen gebeurt (minder goede concentratie)
Dopamine
- Betrokken bij: importantie
o Cognitie, aandacht, emotie, beloning en beweging
- Vormen van dopamine activiteit:
, o Fasische activiteit: enorme piek
o Tonische activiteit: achtergrond spanning
- Dopamine activiteit na beloning:
o Fasische activiteit na beloning schiet omhoog als de beloning niet verwacht wordt
Als er wel beloning verwacht wordt en ook gegeven > dopamine schiet niet
omhoog
o Dus dopamine systeem reageert op de voorspellingsfout
Als er iets anders gebeurt dan je verwacht had > dopamine activiteit schiet
omhoog
- Dopamine activiteit voor de beloning:
o Tonische dopamine is het meest actief als onzekerheid het hoogste is
o Als je zeker weet dat je geen beloning krijgt > dopamine laag
o Als je zeker weet dat je wel een beloning krijgt > dopamine ook laag
o Dus: naarmate onzekerheid omhoog en naarmate het belang dat gehecht wordt aan
de uitkomst hoog is > tonische dopaminerge transmissie omhoog
- Functionele betekenis dopamine:
o Betrokken bij doelgericht gedrag, beloning, opzoeken belonende stimuli, volhouden
zoekgedrag, ‘inprinten’ van herinneringen (vastleggen door fasische dopamine), bij
stimulus-respons-beloning associaties (zo leer je)
o Dus: essentieel voor controle van gemotiveerd gedrag door vroegere ervaringen
- Kortom: dopamine is betrokken bij attentie, willen en vastleggen!
o Verwerking van voor jou belangrijke informatie
Inhibitie
- Nodig voor sociaal adequaat gedrag
- Normaal 50% dopamine neuronen inactief: GABA inhibeert
o Als inhibitie vermindert > ontremming dopamine
,Dopamine ontwikkeling psychose (schizofrenie)
- Hyperfunctie dopaminerge systeem; subcorticaal
o Hierdoor verhoogde importantie
Waarnemingen (hallucinaties)
Of gedachten (wanen)
- Aan de andere kant ook hypofunctie corticaal
o Vlak, anhedonie, teruggetrokken
- Dopaminerge disfunctie in de synaps:
o Disfunctie te maken met te forse release van dopamine en dit duurt ook te lang
o Bij spanning/onzekerheid > dopamine komt vrij en neemt normaal ook vrij snel af bij
minder onzekerheid
o Bij gevoelig dopaminesysteem > te lang en te heftig dopamine release
Dopamine hypothese psychosen
- Multipele hits in toegenomen striatale dopamine release
o Door o.a. minder goede corticale hersenfunctie; bv. door genetische gevoeligheid,
stress, drugs, trauma
o Door deze factoren > verhoogde dopamine release in synaps
- Waardoor toegenomen motivationele betekenisgeving – psychose
o Ervaringen krijgen namelijk een verhoogd gevoel van importantie door meer
dopamine (= salience)
o Als ook het filtersysteem minder goed is: vallen veel dingen op en gaan mensen
verbanden maken (oftewel waanideeën)
- Antipsychotica remmen downstream de hyperdopaminerge transmissie
o Blokkeert dopaminereceptor op ontvangende cel
o Dopamine geeft het signaal niet meer af > verhoogde salience neemt af (mensen
worden rustiger)
o Psychose neemt af
Verstoorde ontwikkeling bij schizofrenie
- Argumenten voor ontwikkelingsstoornis hypothese:
o Op familiefilmpjes: abnormaal premorbide gedrag in vergelijking broertjes/zusjes die
het niet hebben
o Sociaal onvermogen gedurende kindertijd
o Vertraagd bereiken ontwikkelingsmijlpalen
o Premorbide psychopathologie (angst, depressie, gedragsstoornissen, ADHD)
o Subtiele lichamelijke afwijkingen
, o Dus kwetsbaarheid voor schizofrenie ontwikkelt zich en uit zich tijdens kindertijd
- Echter symptomen van schizofrenie komen pas rond adolescentie tot uiting, dopamine
hypothese:
o Tussen 15-20 jaar gebeurt er heel veel
Prikkelende synapsen nemen af, inhiberende synapsen nemen toe
Als in deze periode er iets in de ontwikkeling gebeurt > ook invloed op
remming dopamine systeem
Dit is een gevoelige periode door genetische en omgevingsfactoren > wordt
de afstelling van je dopaminesysteem bepaalt (en dus gevoeliger kan
worden)
o Hypothese: verlies en desorganisatie van neuronen krijgt meer impact door pruning
(synapsen nemen af) en synaptische reorganisatie, die optreedt gedurende
adolescentie
Bij een persoon die gevoelig is voor psychose; is de pruning net te fors
waardoor de inhiberende neuronen iets minder goed werken > iets meer
kans op ontremming dopaminesysteem
- Samenhang tussen bovenstaande hypothesen:
o Verstoring in ontwikkeling geeft aanleiding tot disfunctie prefrontale cortex,
(hypofunctie) welke aanleiding geven tot verhoogde afgifte dopamine subcorticaal
Bv. door infecties in zwangerschap, trauma, opgroeien in grote stad, gebruik
van cannabis
Behandeling psychotische stoornissen
Zelfvertrouwen
- Bij eerste psychose; vaak een dreun op het zelfvertrouwen
- Interventies die zelfvertrouwen verbeteren (patiënt krijgt meer het gevoel van controle)
o Psycho-educatie
o CGT
o Individual Placement Support
o Gezinsinterventie
o Fitness
o Lotgenoten contact
ACT: assertive community treatment
- Multidisciplinair behandelaanbod
- Gericht op contact krijgen en houden met de patiënt
- 7x 24 uur
- Caseload 15
- Zorg aan huis
- Praktisch en zelfmanagement
- ACT vs. standaard interventie: veel betere uitkomsten op gebieden van ontevredenheid,
werkeloosheid, uitval, heropname, geen zelfstandige huisvesting/dakloosheid
Drugs
- Invloed van cannabis op beloop van schizofrenie:
o Geen cannabisgebruik > veel minder vaak en psychotisch recidief
o Bij blowen > stimuleren dopaminerge systeem > vaker psychotische episoden
o Beloop negatieve symptomen staat in samenhang met (blijvend) cannabisgebruik
Dus vlak, anhedonie, weinig ondernemen
Bij stoppen met cannabis > veel minder negatieve symptomen (is het meest
gunstig)