Infectieziekten
Wat is een infectie?
Men spreekt van een infectie wanneer een ziekteverwekker (bacterie, virus, schimmel, gist, worm of
protozo) het lichaam binnendringt én zich vermenigvuldigt.
Kenmerken (herhaling):
• Rubor: roodheid door vaatverwijding onder invloed van histamine.
• Calor: warmte door toegenomen doorbloeding en toegenomen activiteit cellen.
• Tumor: zwelling door uittreden vocht (oedeem). Bloedeiwitten lekken in het weefsel onder
invloed van histamine.
• Dolor: pijn door lokale druk op zenuwen en het uittreden van prostaglandinen.
• Functio laesa: gestoorde functie onder andere door tumor en dolor.
Systematische gevolgen → koorts, malaise (algehele staat van ongemak, vermoeidheid of ziekte),
tachycardie (een snel of onregelmatig hartritme), anorexie (gebrek aan eetlust), lusteloosheid.
Minimale Infectieuze Dosis = hoeveel micro-organismen die een giftige werking hebben.
Toxinen = producten van micro-organismen die een giftige werking hebben.
Exotoxinen: eiwitten uitgescheiden door pathogene micro- organismen.
Endotoxinen: bestanddelen van de celwand van gram- bacteriën die een giftige werking hebben.
De lymfocyten beschadigen en er ontstaat koorts.
Bijvoorbeeld: salmonella typhi, tyfus.
Verloop infecties
Acuut:
Heftig en kort met volledige genezing (als er ingegrepen wordt). Reparatie pas na einde
ontsteking.
Chronisch:
Langdurig vaak zonder genezing dus ontsteking en reparatie naast elkaar
Soorten infecties
• Panaritium
o Handpalm of voetzool
o Vaak na gering trauma (prikaccident)
o Behandeling: openleggen, antibiotica, verwijderen van alle necrose
(aangetast/afgestorven weefsel)
• Paronichium
o Nagelriem
o Slechte handhygiëne, kleine verwondingen.
o Behandeling: eerst pus draineren, als bot besmet is zal het aangetaste deel geamputeerd
worden.
• Erysipelas (wondroos):
o Kleine huidverwonding of chronisch huiddefect
o Temp. > 39 C, Hoofdpijn etc.
o Behandeling: antibiotica (penicilline)
, • Abces
o Niet-anatomische holte gevuld met pus
o Behandeling: incisie en drain voldoende, evt. antibiotica
• Fistel (pijpzweer)
o Verbinding twee holle organen of hol orgaan en buitenwereld, altijd ook abces.
o Behandeling: moeilijk, incisie niet altijd voldoende.
• Furunkel (steenpuist)
o Stafylokokken infectie
o Gaat uit van een haarzakje
o Behandeling: incisie, drainage, antibiotica.
• Karbunkel (negenoog):
o Stafylokokken infectie
o Gaat uit van een haarzakje
o In feite meerdere furunkels
o Behandeling: incisie, drainage, antibiotica
Soorten ontstekingen
• Catarrale ontsteking: oppervlakkige ontsteking; huid, slijmvliezen, darm.
• Infiltratieve ontsteking: ontsteking in orgaan; longontsteking.
• Necrotiserende ontstekingen: weefselversterf; furunkel, abces, empyeem.
Wat is?
• Abces: eerder niet bestaande holte door infectie gevuld met pus. Ophoping van dode
leukocyten.
• Empyeem: bestaande holte gevuld met pus.
• Flegmone: als een ontsteking zich via weefselspleten onder de huid verspreidt.
Pathogene
Pathogene = ziekteverwekkers
Eencellige organismen:
• Prionen = kleine, eiwitachtige deeltjes die infectieziekten kunnen veroorzaken.
• Virussen = DNA + eiwitmantel
• Bacteriën = geen kern/wel celwand met verschillende vormen.
• Schimmels = kern/celwand
• Parasieten = parasitaire infectie wordt infestatie genoemd.
• Protozoen = grote micro-organismen, die bacteriën eten.
Bacteriën
Eencellig, onder gewone microscoop te zien, langwerpig (staaf) of rond (kok).
• Commensalen: nuttige bacteriën
• Pathogeen: schadelijke bacteriën
• Besmetting: pathogenen in het lichaam
• Saprofyten: deze groeien op dode stoffen, vooral in de bodem of in water.